Met stijgende verbazing, langzamerhand uitmondend in verbijstering, zie ik als Rotterdammer aan hoe Amsterdammers collectief hun burgemeester aanbidden. De Heilige Eberhard werd geëerd met een filmpje waarin BA’s (Bekende Amsterdammers) beloofden goed voor zijn stad te zullen zorgen – mocht hij vanwege uitgezaaide longkanker gaan hemelen – en de massahysterie beleefde een voorlopig hoogtepunt toen adorerende Amsterdammers massaal op pleinen en in cafés bijeenkwamen om op grote televisieschermen hun burgemeester drie uur lang geliefkoosd te zien worden door groupie Janine Abbring in het ultieme eerbetoon op tv, Zomergasten.
Amsterdam is een aparte stad, een vrijstaat, waar een bijzonder slag mensen woont dat op imponerende wijze kan zwelgen in zelfvoldaanheid en zelfmedelijden. Met een huilende burgemeester als boegbeeld die er trots op is de stad nog liever te hebben gemaakt. Nog liever, want Amsterdam was natuurlijk al hartstikke lief en tolerant. Niet het calvinistische adagium ‘doe maar normaal’ van buiten de stadsgrenzen geldt er, maar ‘hoe gekker hoe beter’. Zo zien de Amsterdammers zichzelf graag, hoewel homo’s die graag hand in hand op straat lopen – en joden die ook eens met een keppeltje op naar buiten willen – er waarschijnlijk iets anders tegenaan kijken.
Het celebreren van het sentiment – vooral op televisie wordt verwacht dat mensen hun emoties tonen – en het publieke meeleven met mensen die aan dodelijke ziektes lijden en ze tot helden maken, kenmerken steeds meer onze cultuur. De media jagen op de ontroering, er moeten tranen vloeien – zoals in het laatste kwartier van Zomergasten – en er wordt een beroep gedaan op ons inlevingsvermogen. Zoals met een foto van een aangespoeld kind aan de Turkse kust of met beelden van een jongen die met hersenstamkanker kampt en geld inzamelt door nagels te lakken. Massaal en demonstratief meelijden op straat met de familie van Appie Nouri, hand op het hart en de blik smekend naar de hemel. Empathie geeft een mens een goed gevoel, het is de grootste deugd van de 21e eeuw geworden. Nu is er dan doodzieke Eberhard om collectief in de armen te sluiten.
De Amerikaanse psycholoog Paul Bloom wijst op de negatieve kanten van deze zucht om te demonstreren hoe empathisch, en dus een goed mens, men is in zijn boek Against Empathy. Inlevingsgevoel voor de enkeling staat vaak het rationeel zoeken naar structurele oplossingen voor de problemen van velen in de weg. Zoals permanent meer geld voor onderzoek naar álle dodelijke ziektes of door alle Syriërs die een menswaardig bestaan in eigen land willen te steunen.
Misschien ben ik een koele kikker maar het lukte mij niet samen met Janine de ontroerde burgemeester te adoreren (zijn moeder moet al bij de naamgeving beseft hebben dat ze een bijzonder kind op de wereld had gezet). Gaandeweg de uitzending van Zomergasten werd ik bevangen door irritatie en wilde ik naar het scherm schreeuwen: ‘Stel ook eens een kritische vraag, tuthola!’ Maar nee, Janine wilde koesteren, haar empathie tonen en voor het volk verklaren dat deze door God gezonden – en binnen afzienbare tijd ook door God teruggehaalde – burgemeester het beste is wat Amsterdam ooit is overkomen. Omdat zij het naliet om de problemen van de hoofdstad ter sprake te brengen, deed Van der Laan het zelf maar.
Twee belangrijkste problemen volgens hem: Amsterdam is zo populair dat de huizenprijzen de pan uit stijgen en de situatie zoals in Londen dreigt dat de gewone Amsterdammer er niet meer kan wonen. Probleem twee: de vele toeristen maken het leven voor de Amsterdammers ‘minder leuk’.
Proef het understatement: minder leuk. Je kunt rustig stellen dat de toeristentsunami het leven van de Amsterdamse binnenstadbewoner tot een hel maakt. Veel Amsterdammers ontvluchten in de weekends al de stad en overwegen voorgoed te vertrekken. De hoge huizenprijzen en het tekort aan sociale huurwoningen maken het voor mensen met een laag of middeninkomen, zoals politiemensen en onderwijzers, nu al onmogelijk om in Amsterdam te wonen.
De vraag dient zich aan wat Eberhard van der Laan en het Amsterdamse stadsbestuur ondernomen hebben om deze desastreuze ontwikkelingen te stoppen. Daar kunnen we helder over zijn: geen fluit. Eerder het omgekeerde, met een marketingbeleid dat erop gericht is nóg meer toeristen aan te trekken (want er kan flink aan verdiend worden), de verkoop van sociale huurwoningen en door na te laten koophuizen voor mensen met een middeninkomen te bouwen, heeft het stadsbestuur er alleen maar aan bijgedragen dat ‘gewone Amsterdammers’ elders hun geluk moeten zoeken.
Nou zou je kunnen tegenwerpen dat die lieve Van der Laan als burgemeester niet overal voor verantwoordelijk voor is – de wethouders samen met de gemeenteraad bepalen het grootste deel van het beleid – maar zijn taak is wel ‘de kwaliteit van van het bestuur in de gemeente te bewaken’ en daarnaast heeft hij als eerste burger een niet te onderschatten rol als inspirator, samenbindende factor en als dé vertegenwoordiger van Amsterdam.
Ik heb hem in ieder geval nooit horen roepen dat de toeristeninvasie – 18 miljoen bezoekers dit jaar en en stijgend naar 26 miljoen in 2025 – stante pede ingedamd moet worden of dat er een Deltaplan moet komen om duizenden betaalbare woningen uit de grond te stampen. Ik moet ineens denken aan de befaamde uitspraak van de man voor wie Van der Laan ooit als assistent werkte, Jan Schaefer, in de jaren zeventig en tachtig staatssecretaris van stadsvernieuwing en vervolgens wethouder volkshuisvesting in Amsterdam. “In gelul kan je niet wonen”. Naar de huidige omstandigheden vertaald: in gehuil kan je niet wonen.
Van der Laan is wel verantwoordelijk voor het beleid aangaande de openbare orde en veiligheid in de stad. En dat is zacht uitgedrukt nogal een issue in Amsterdam. Kleine dan wel grote criminelen zorgen er voor dat het lang niet voor iedereen een lolletje is in dat geinige Mokum. Van der Laan gaat er prat op de lijst met 600 veelplegers – de Top600 – in samenwerking met de politie te hebben teruggebracht tot minder dan een derde en dat de recidive jaarlijks daalt 50 procent. Dat is zeker een succes dat hij op zijn conto kan schrijven.
Tegelijkertijd constateer ik als voormalig Amsterdammer die het Amsterdamse nieuws met veel interesse blijft volgen dat men in nogal wat buurten de indruk heeft dat het helemaal niet de goede kant opgaat met de veiligheid. Neem Bos en Lommer waar jonge criminelen de baas zijn: gewelddadige overvallen, pesterijen en schietpartijen. De politie werd meerdere keren uit de wijk gejaagd, twee politiewagens gingen in vlammen op. Een huis dat door de politie werd gebruikt om de boefjes te observeren werd opengebroken en de politieapparatuur werd op straat gegooid. Ik denk niet dat de politie in Rotterdam het ooit zover zou laten komen. En hoe reageerde de intens geliefde burgervader op de alarmerende berichten uit Bos en Lommer? “Overlast van jeugdgroepen is van alle tijden en zal in de stad blijven opduiken”. Negeren dan wel bagatelliseren van problemen is ook een talent waar de burgemeester over blijkt te beschikken.
En dan de belangrijkste toeristenmagneet van Amsterdam, de Wallen, waar de overlast veroorzaakt door dronken en anderszins gedrogeerde toeristen zo groot is geworden dat de gemeente gedrags-wetenschappers inzet om uit te zoeken hoe de problemen het hoofd te bieden. Gedragswetenschappers, want de politie laat zich er niet meer zien. Wie was er ook weer verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de stad ?
Het is genant dat in een stad die er zich op beroemt the most liberal city in the world te zijn homo’s en joden wordt afgeraden zich op straat openlijk als zodanig te manifesteren. Natuurlijk, bij de Gay Pride of op Koningsdag kunnen homo’s zich helemaal laten gaan, want dan houden de Marokkaantjes en andere door hun migratieachtergrond verstandelijk en cultureel uitgedaagde lieverdjes zich vanwege de overmacht aan feestvierders in de regel gedeisd. Dan kun je weer even de illusie koesteren dat Amsterdam zo’n lieve tolerante stad is, door Van der Laan naar eigen zeggen nog liever gemaakt dat hij al was.
De collectieve verheerlijking van de zieke Eberhard van der Laan zal vele Amsterdammers ongetwijfeld een warm gevoel geven, maar het staat het zoeken naar oplossingen voor de levensgrote problemen van de stad – verpretparkisering, exploderende huizenprijzen en onbeheersbare criminaliteit in sommige wijken – in de weg.
Vaak valt in de media het woord aimabel als het gaat om burgemeester Van der Laan en dat zal hij ook ongetwijfeld zijn. Aan aimabele mensen die hun gevoel tonen en beschikken over veel empathie is geen gebrek. Maar doordouwers van het kaliber Jan Schaefer – niet zo aimabel maar wel heel doelgericht in het oplossen van de problemen van gewone stadsbewoners – zijn zo zeldzaam in de politiek als homo’s die hand in hand door Bos en Lommer lopen.