Mijn oma overleed twee dagen voor kerstmis. Ze had al jaren zware Alzheimer. Zoiets komt voor de familie deels als een opluchting. Met mijn opa en moeder stond ik een dag voor kerst op de besneeuwde stoep van de uitvaartonderneming te Utrecht. De statige deur zwaaide open. In de ruime hal brandde een kaars.
“Gecondoleerd met oma, Raymond”, begroette de uitvaartleider mij op invoelende toon. Het was alsof hij al jarenlang geen verjaardag van de familie oversloeg. In normale doen vind ik de omgangsvormen van de zwarte hoeden-dragers net iets te gepolijst en te eng. Maar als Magere Hein mijn familie weer eens heeft bezocht, voel ik een brok in mijn keel bij ieder omfloerst uitgesproken vriendelijk woord.
Het was op de valreep mijn tweede dode van het jaar. Journalisten hebben nu eenmaal weinig vrienden. In januari 2010 overleed een radiocollega die erg belangrijk voor mij was geweest. Hij was de eerste persoon in mijn leven die ik dood zag. Ik kon er niet omheen. De kist was open terwijl de bezoekers met bedrukte gezichten de aula in schuifelden.
Gestorven toestand
Het spierwitte gelaat van mijn voormalige mentor nam ik enkele seconden goed in mij op. De lange rij belangstellenden drukte ondertussen in mijn rug. Bij oma had ik iets meer tijd. Het viel me bij beiden op dat ‘de dood’ helemaal niet aanwezig was. Het waren gewoon de mensen die ik had gekend. Maar dan in een gestorven toestand.
Eenmaal thuisgekomen wilde ik weten hoe het voelde om dood te zijn. Ik deed de gordijnen dicht, maar schrijf er nu een column over. De laminaatvloer voelde koud aan toen ik er zo uitgestrekt mogelijk op ging liggen. Mijn handen hield ik gevouwen voor mijn buik, precies zoals ik dat bij oma had gezien. Pas toen realiseerde ik me hoe belachelijk onnatuurlijk mijn gedrag was.
Vangrails
Als je met 130 per uur op de vangrail afstormt en door de voorruit wordt getorpedeerd, kom je daarna ook niet met keurig gevouwen handjes in de berm terecht. Zelfs Carglass kan daar niets meer aan veranderen. Je kunt je dus niet voorbereiden op zoiets. Met de lente in de lucht wil ik daarom graag Youp van ‘t Hek citeren:
Deze dag is de eerste van de rest van mijn leven
Dat denken er velen bij hun ontbijt
Terwijl ik altijd denk: ik heb nog maar even
Dit wordt de laatste van een prachtige tijd