Onder drie katholieke premiers was het voor hun drie liberale vicepremiers plezierig werken. De Quay en Korthals, De Jong en Witteveen en Van Agt en ondergetekende. In al die situaties was de VVD veel kleiner dan haar regeringspartner. Het zat hem in de aard van de betrokkenen en het wederzijds vertrouwen dat de sfeer van de samenwerking zo goed was.
Premier en vicepremier hebben naast hun eigenlijke taak de zorg voor het bijeen houden van de coalitie, het zijn van teamleider van het eigen politieke smaldeel in het kabinet en het voeling houden met de eigen achterban in het parlement en in het land (Een voor mijn doen lange zin, maar hij klopt).
Er is ook een verschil tussen de eerste en de tweede minister. De premier runt een klein departement (Algemene Zaken) met sterke bestaffing die alle departementen en hun beslommeringen kent. De vicepremier heeft ook nog een groot en invloedrijk ministerie te leiden. Dat vergt veel van zijn aandacht. De drie coalities die ik hierboven noemde hebben alle drie de rit uitgezeten. Het waren overigens soms zware tijden met een grote en geharnaste PvdA in de oppositie.
Nu zien de verhoudingen binnen de coalitie er anders uit. Het wrikt tussen VVD en PvdA. Dat komt door twee dingen. In de eerste plaats zijn PvdA en VVD eigenlijk op tal van punten elkaars tegenstanders. En het kabinet beschikt nauwelijks in de Tweede Kamer over een parlementaire meerderheid en in de Eerste Kamer helemaal niet. Om over de miserabele peilingen nog maar te zwijgen.
Dat vereist het maken van compromissen, die ook door een deel van de oppositie moeten worden gesteund en een hechte samenwerking tussen de twee regeringspartijen. Met voorop een echt doorleefd verbond tussen de belangrijkste leidslieden van VVD en PvdA.
Daarom was ik zeer verbaasd door de plotselinge aanval vanuit de VVD-Tweede Kamerfractie op de vicepremier en minister van Sociale Zaken, Asscher. Die aanval richtte zich op zijn werkloosheidsbeleid, de banenplannen en de wet Werk en Zekerheid. Op zich inhoudelijk begrijpelijk, maar politiek vooral opmerkelijk.
De VVD-woordvoerder, die zijn aanval vast niet op eigen houtje had ingezet, kroop in de tweede termijn wat terug. Anders was een kabinetscrisis zomaar mogelijk geweest. Maar de bedoelde actie was geslaagd: Asscher, ook nog belast met de onprettige titel van Kroonprins (lees het boek van Ed van Thijn: “Kroonprinsenleed”) was beschadigd.
Asscher is een man die zoiets niet vergeet en vergeeft. Hij reageerde, zoals altijd, onderkoeld. Maar hij zal van binnen razend zijn. Dat wordt nog wat in de komende tijd.