De afgelopen week kwam staatssecretaris Wiebes met zijn evaluatie van de accijnsverhoging. De diesel en LPG accijns zijn met 3 en 7 cent extra verhoogd, bovenop de indexatie. Er is al maanden een strijd of dit ook echt extra geld oplevert. Wiebes concludeert: “De uitkomsten over het eerste kwartaal geven het kabinet geen aanleiding om maatregelen te treffen. Er is een aanzienlijke extra opbrengst gerealiseerd en de effecten in de directe grensstreek tot 10 kilometer van de grens lopen niet significant uit de pas met een meerjarige trend van teruglopende verkopen. De geconstateerde grenseffecten lijken slechts ten dele het gevolg van de recente accijnsverhoging.”
In de brief staat overigens geen enkele andere mogelijke reden voor de grenseffecten dan de recente grenseffecten, laat staan een kwantificering.
Dit onderzoek heb ik betiteld als broddelwerk. Waarom zult u zeggen? Nou op een paar redenen:
1. Het onderzoek is gebaseerd op data van de belastingdienst en het CBS. Beiden hebben de afgelopen week toegegeven dat ze fouten in de data hadden zitten. De derde bron van data is strikt vertrouwelijk.
2. Bij het onderzoek zijn geen onafhankelijke statistici betrokken en tegen de afspraken in mochten direct betrokkenen geen feedback geven.
3. De dag voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart lekte een brief vroeg uit dat er €161 miljoen extra accijns binnengekomen was over de maand januari. Dat is nu heel fors naar beneden gecorrigeerd naar €56 miljoen extra in januari. En nu blijkt er in de eerste drie maanden in totaal €54 miljoen extra accijns te zijn binnengekomen. Ofwel, als je het bij elkaar optelt is in februari en maart €2 miljoen minder binnen gekomen, ondanks de verhoging.
4. De regering laat cijfers weg. In een cruciale grafiek staan geen cijfers over het eerste kwartaal 2014. Als je ze er toch inzet, ziet de grafiek er heel anders uit.
5. Er zijn betere cijfers, veel betere cijfers. Namelijk de aangiftecijfers. Die worden alleen niet gebruikt.
Hieronder zal ik de punten in detail uitwerken
De regering gebruikt drie databronnen. De CBS data gaan over het gebruik van brandstof. Die data gaven aan dat er in februari 3% meer diesel verkocht zou zijn. Dat werd stilletjes gerepareerd in 1 procent minder. Na vragen bleek er een rekenfout gemaakt te zijn. In maart is de dieselverkoop overigens zelfs 8% gedaald. De daling is dus hoger dan de stijging van de accijns en dus komt er minder geld in het laatje.
de tweede bron is de belastingdienst zelf. Maar en passant wordt in de brief opgemerkt:
“Tijdens het onderzoek is gebleken dat in de afgelopen jaren een systematische fout is geslopen in de verdeling van de kasontvangsten tussen lichte olie en overige minerale oliën. Sinds 2004 kon die verdeling niet meer rechtstreeks worden afgeleid uit de centrale administratie van de douane. Daarom is sinds 2004 de verdeling gebaseerd op een ramingsveronderstelling. Door deze globale systematiek is een verschuiving opgetreden tussen de ontvangsten van deze twee categorieën. Dit heeft geen gevolgen voor de totale ontvangsten van de brandstofaccijnzen. De totale brandstofaccijnzen zijn alsnog naar de onderliggende categorieën verdeeld op basis van aangiftecijfers. Voortaan zal langs deze aangepaste verdeling worden gerapporteerd.”
Dat betekent dat we niet precies weten wat de cijfers van het afgelopen jaar waard zijn, ook niet in vergelijking.
De derde bron is een dataset van vertrouwelijke leveranties van niet nader genoemde oliemaatschappijen aan pompstations. Die data kunnen we dus niet verifiëren.
Wat tot slot niet echt helpt is dat de data verschillen vertoont. Zo zegt het CBS: er is 3,9 procent minder benzine verkocht. De accijnzen op benzine zijn met 1,7 procent gestegen. Je verwacht dan een daling van de accijnsopbrengst van benzine van ongeveer 2,2 procent. Maar de belastingdienst zegt juist dat ze 0,5 procent meer heeft binnengekregen.
Het CDA had het liefst een onafhankelijk onderzoek gezien. Bijvoorbeeld met de vraag: hoe groot zijn de grenseffecten en hoeveel geld kost dat het rijk?
Laat nou net die vraag niet gesteld zijn. Het CDA vroeg die schatting al in november (voor de verhoging) middels deze verworpen motie. In maart vroegen we opnieuw: betrek er nu een paar onafhankelijke statistici bij. Geen van beide gebeurde.
Wel zei Wiebes op 17 April voordat de evaluatie begon:
“De organisaties die namens de pomphouders spreken, heb ik al aan tafel gehad. Ik heb er geen enkel probleem mee om die ook bij de nadere evaluatie aan tafel te hebben.”
Op 2 mei schreven de BOVAG en de NOVE een brief aan de staatssecretaris waarin ze ernstige zorgen uiten over de onderzoeksopzet. Die brief is onbeantwoord en er lijkt verder met niemand contact geweest te zijn. (helaas staat de brief nog niet online). Dat valt op te maken uit antwoorden op mijn Kamervragen.
De Kamer dringt het hele voorjaar aan op cijfers en wat doet het kabinet? Op 18 maart lekt het strategisch naar de media dat de accijnsverhoging het astronomische bedrag oplevert van 161 miljoen euro extra inkomsten oplevert in één maand. Tja, dan zou het kabinet het beoogde doel voor het hele jaar in twee maanden halen. In de brief, die pas later op de avond verschijnt, staat al een forse disclaimer. Verder gaat het hier niet om accijnsaangiftes, maar om betalingen aan de overheid. Die zijn per definitie erratisch. Maar goed, de media kregen eerst alleen de cijfers onder embargo, zonder de disclaimer, zo vermoed ik zomaar.
In de brief van vorige week vindt een enorme bijstelling naar beneden plaats. Het gaat hier namelijk op de betaalde accijns er blijken een paar nabetalingen te zijn. Verder is er een bekende statistische correctie. Want over de al opgeslagen brandstof moet direct naar de verhoging nog een keer extra accijns afgedragen te worden. Na de bijstellingen blijft er van dat bedrag nog maar 56 miljoen euro extra inkomsten over.
En interessanter: in de eerste drie maanden blijkt er in totaal 54 miljoen extra te zijn binnengehaald. Inderdaad, dat betekent dat de ontvangsten in maart en april (grofweg over de maanden februari en maart) dus 2 miljoen euro lager waren dan vorig jaar. De accijnsverhoging levert in die maanden dus niets meer op.
Wiebes geeft deze grafiek om aan te tonen dat de verkoop van benzine in Nederland in lijn loopt met de verkoop in de detailhandel:
Merkwaardig is wel dat het eerste kwartaal van 2014, het kwartaal van de accijnsverhoging is weggelaten. Ook diesel is weggelaten, terwijl dat toch de belangrijkste brandstof is waarvan de prijs steeg. Bovag heeft ze al toegevoegd:
Na de accijnsverhoging is er dus ook volgens de regering een fors verschil. Die cijfers over het eerste kwartaal komen overigens gewoon uit statline van het CBS en stonden daar medio mei al.
Ondanks alles is er overigens, vooral bij LPG – de brandstof waarvan de accijnzen veruit het hardst stegen – een zeer sterke daling in het hele land en een nog veel scherpere daling aan de grens.
Voor de regering is het allemaal geen reden om een probleem te zien. En overigens ook niet om een gesplitste opgave te doen van de opbrengst van diesel, LPG en overige brandstofaccijnzen.
Bedrijven moeten aangifte doen van accijnzen. Ten minste één keer maand en grote oliemaatschappijen zelfs dagelijks. Die cijfers geven een getrouw beeld van het gebruik. Die cijfers komen, ondanks aandringen, niet beschikbaar.
Ook hebben de pompstations, zelfs de kleinsten, een dagelijkse administratie van de getankte liters. Dan heb je ook meteen de maand april erbij. Ook die zijn niet opgevraagd voor dit onderzoek. Het blijft gissen waarom dat niet gebeurd is.
Is dit alles?
Nee, maar omwille van de ruimte stop ik hier. Ik kan nog doorgaan over de verstorende effecten van het afschaffen van de rode diesel (leverde niets op) of over de merkwaardige opmerking dat Nederlandse supermarkten veel goedkoper zijn dan Duitse. Dat laatste is met twee Aldi-folders gemakkelijk te weerleggen. Maar dat komt later allemaal
Wat nu?
Het CDA wil goed en onafhankelijke cijfers. Daarom:
1. Hebben we de onderliggende stukken via een WOB opgevraagd. Dat is voor een parlementariër een uitzonderlijke stap, maar bovenstaande analyse geeft er wel aanleiding toe.
2. Willen we een hoorzitting met onafhankelijke experts
3. Moeten we pas daarna een debat met de regering aangaan. Anders verzanden we weer in een welles/nietes=spelletje dat de regering had kunnen voorkomen.