U zult mij wel voor gek verklaren – sommige mensen die mij al iets langer kennen gingen u daarin reeds voor – maar in mijn vrije tijd ben ik af en toe actief als scheidsrechter in het amateurvoetbal in het district West I van de KNVB.
Dat is best een aardige hobby, meestal. Maar daarnaast ben ik ook nog bestuurslid van de Scheidsrechtersvereniging Amsterdam waar ik voorzitter ben. En dus stond vanaf vorige week maandagochtend de telefoon niet meer stil. Allerlei media wilden een statement, een soundbite en een snelle reactie. Want er was een kalf verdronken en dus wilde men weten hoe men de put kan dempen.
Nu had ik mij aanvankelijk voorgenomen om als nieuwbakken columnist niet meteen op beide stokpaardjes te klauteren, namelijk a) het beklagen van agressie tegen scheidsrechters en b) the man I love to hate, minister Frans Timmermans.
Maar het voorval van zondag 2 december, waar een grensrechter van sc Buitenboys uit Almere dusdanig werd toegetakeld, dat hij ten gevolge daarvan later overleed, schreeuwt natuurlijk om aandacht.
Er vinden in dat district West I, dat grofweg de provincies Utrecht en Noord-Holland omvat, per seizoen ruim 40 geregistreerde molestaties plaats. Dat zijn dus volgens de formele definitie fysieke of verbale aantastingen van iemands integriteit (slaan, schoppen, maar ook spugen of grove bedreigingen).
En het moet gezegd: de KNVB is niet mals bij de straftoemeting. In alle mij bekende gevallen werden aan de betrokken spelers langdurige, vaak maandenlange, schorsingen opgelegd; in de recente weken zelfs twee keer levenslang. Die mensen kunnen dus nooit meer voetballen in KNVB-verband. En terecht.
De toenemende agressie in de maatschappij, de tekortschietende begeleiding van jeugdspelers, het zijn bekende en correcte deelverklaringen. Daar komt in dit specifieke geval nog het “culturele” aspect bij: de verdachten zijn van allochtone herkomst, zoals zo vaak wanneer er rottigheid is.
Nu weet ik uit ervaring dat ook witte, allochtone Nederlanders af en toe bepaald geen lieverdjes zijn binnen de lijnen of er vlak buiten. Maar bij de rakkertjes van buitenlandse herkomst werkt de combinatie van zuidelijk temperament, falend of ontbrekend toezicht en een permissive society toch wel hele nare gevolgen in de hand.
Dus wat te doen om dit in te dammen? Toen ik op dinsdag 4 december te gast was bij het dagelijkse praatprogramma van RTV Noord-Holland, zei Steven Pont, kinderpsycholoog en elftalbegeleider, iets heel zinnigs. Hij sprak uit dat het overlijden van Richard Nieuwenhuizen niet voor niets hoeft te zijn geweest, dat dit een keerpunt kàn worden. Maar dat gebeurt niet vanzelf. Daaraan zullen alle betrokkenen hard moeten werken, de clubbesturen voorop.
Dit is een probleem dat de KNVB en de scheidsrechtersorganisatie alleen niet aankunnen. Het vereist de permanente en hoge inzet van de mensen die het dichtste bij de voetballers staan: de bestuursleden van de voetbalverenigingen weten wie hun leden zijn, weten waar de zwakke broeders zitten, kunnen signaleren wie de potentiële raddraaiers zijn. En kunnen optreden voordat het te laat is, waar de KNVB per definitie altijd pas in actie kan komen als het kwaad reeds is geschied.
Ik zou wensen dat de bestuursleden van voetbalclubs deze uitdaging aannemen en ertoe bijdragen dat ook scheidsrechters en grensrechters hun hobby, want dat is het, weer met plezier kunnen beoefenen. Zonder dat vrouw en kinderen bang hoeven te zijn dat aan het eind van de voetbalmiddag twee politieagenten een verschrikkelijke mededeling komen overbrengen.