Van vrije democratie naar gewelddadige jihad is een grote stap. Toch zijn er ook in ons land jongeren die deze stap zetten. Jihadisme voorziet blijkbaar in een behoefte. Een leer die alles verklaart, ook je eigen falen. Waarom je niet slaagt op school, of op je werk. Waarom je ouders je niet begrijpen, waarom je crimineel werd. Een ideologie die alles wat je doet verbindt met iets dat veel groter is. Alles wat je zegt, wat je eet, hoe je jezelf kleedt, is verbonden met een groot en eeuwig gelijk. Jij kunt je vrienden, of je vader, of de imam, de waarheid vertellen. Jij kunt jezelf bevrijden, door jezelf te offeren in een gewelddadige strijd.
Komende zondag – de dag van Allerzielen – herdenken we de moord op Theo van Gogh, tien jaar geleden. Sindsdien heeft in ons land geen aanslag meer plaatsgevonden. Maar de dreiging is zeker niet kleiner geworden. De laatste tijd heb ik me kunnen verdiepen in de beweegredenen van jihadisten. In de vraag waarom jongeren in een vrij land kiezen voor een gewelddadige ideologie. Juist die vrijheid is voor radicaliserende jongeren reden tot haat. Gewelddadig salafisme biedt veiligheid en geborgenheid, zelfvertrouwen en trots. Dat verklaart de snelheid waarmee jongeren soms radicaliseren. De snelweg van verschoppeling tot uitverkorene.
Zo’n 150 Nederlanders zijn nu op jihad, enkele tientallen zijn teruggekeerd. De aantallen zijn klein, maar dat kan genoeg zijn, zo liet Mohammed Bouyeri zien. We moeten niet onnodig paniek zaaien, maar ook niet naïef zijn. Sinds de moord op Van Gogh zijn salafistische organisaties niet bestreden. Jihadistische netwerken kunnen nog steeds hun gang gaan. De regering blijft ook mist opwerpen over het netwerk rondom Mohammed Bouyeri. We zijn er eindelijk in geslaagd het onderzoek naar het optreden van de AIVD te heropenen.
Weten waarom het toen misging, kan ons wellicht helpen om nieuwe fouten te voorkomen.