Column

De beroving van een illusie

25-06-2012 14:56

Ik ben me er terdege van bewust dat het een ongepaste fantasie is, maar ik droom er al jaren van. Het liefst op een openbare plek, met veel omstanders. Ik speel de hoofdrol, de man die het bij me doet een bijrol. Het wordt gefilmd, geupload op internet en het wordt een grote hit. Afgelopen weekend was het zover. Op een druk bezet terras, op het Spui, in Amsterdam; ik werd beroofd. Het werd een teleurstellende ervaring.

Wanneer ik dacht aan beroofd worden, zag ik voor me hoe een gevaarlijk uitziende man op me af kwam lopen. Hoe hij in een snelle beweging zijn arm om mijn nek klemde en met zijn andere hand een pistool tegen m’n hoofd drukte. Hoe de omstanders verstarden en met ingehouden adem toekeken. Maar vooral hoe ik de rust zelve bleef en op kalme wijze de overvaller aansprak: “Vriend, hoe is het zo ver gekomen dat je nu mensen met een pistool moet bedreigen om aan geld te komen. Niemand wordt op een dag wakker en denkt; ik word overvaller. Wie heeft jou wat aangedaan dat je zo bent geworden?”. Hoe de overvaller met gebroken stem en tranen in z’n ogen vertelde over hoe eenzaam hij is opgegroeid, over zijn hond die dood ging en over hoe hij op straat kwam te staan doordat zijn ex-vriendin hem had achtergelaten met een gebroken hart en torenhoge schulden. Hoe hij vervolgens zijn pistool liet zakken en snikkend in mijn armen viel. Hoe ik hem troostte en hoe de omstanders applaudiseerden voor mijn heldhaftige en kalme optreden.

Niets van dat alles! Niets! Ik zat gewoon met een vriendin op het terras en had m’n telefoon op de tafel liggen. Een dakloze man kwam langs, brabbelde tegen ons in een onbekende taal en liet een briefje lezen waarin hij om geld vroeg. Terwijl wij naar hem gebaarden dat hij geen geld van ons kreeg, pakte hij mijn Iphone van tafel en stak hem in z’n zak. Geen pistool, geen huilende man, geen heldhaftig optreden. Niets! Ik heb het niet eens gemerkt.

Die Iphone kan me gestolen worden. Werkelijk. Maar dat deze man me mijn kans ontnam om als held de boeken in te gaan vergeef ik hem nooit. Nooit, hoor je me? Nooit!