In het jaar 857 beviel paus Johannes VII van een kind, tijdens een processie van de Sint Pieter naar het Lateraan, in een steegje tussen het Colosseum en de kerk van Sint Clemens. Volgens de overlevering zou de paus zijn bevallen tijdens het bestijgen van haar paard. De Romeinen zouden deze ‘paus Johanna’ daarna met de voeten aan de staart van het dier hebben gebonden. Dit verhaal van de vrouwelijke paus is hoogst onwaarschijnlijk, maar toch werd het eeuwenlang in het Vaticaan uiterst serieus genomen. Zozeer zelfs dat voor de benoeming van een nieuwe paus werd gecontroleerd of hij ook daadwerkelijk testikels had.
Uit onderzoek op initiatief van dagblad Trouw bleek vrijdag dat vrouwen (51 procent) vaker zeggen dat zij ‘spiritueel’ zijn dan mannen (32 procent). Wie regelmatig een Rooms-Katholieke kerk bezoekt ziet in ieder geval veel meer vrouwen dan mannen in de kerkbankjes. Toch is de positie van vrouwen in de Kerk verre van gelijkwaardig. Op bezoek in de Filipijnen zei paus Franciscus vandaag dat de stem van vrouwen in de Kerk vaker moet worden gehoord, maar eerder heeft de paus aangegeven dat een discussie over het priesterschap voor vrouwen de komende jaren niet zal worden gevoerd. Het verhaal van paus Johanna is een historische anekdote over de moeizame omgang met vrouwen in het Vaticaan.
Paus Leo IV stierf op 17 juli 855, Benedictus III trad op 29 september 855 aan. In zijn prachtige boek De pausen (2011) geeft de Engelse historicus John Julius Norwich een nuchter argument waarom paus Johanna nooit kan hebben bestaan: tussen haar vermeende voorganger en opvolger was simpelweg te weinig tijd. Toch bleef dit verhaal hardnekkig de ronde doen. De meest bekende versie is in 1265 opgeschreven door de monnik Martinus Polanus. Tot in de vijftiende eeuw zeggen bronnen dat pausen de plek waar Johanna beviel moesten mijden en – als zij toch passeerden – hun blik moesten afwenden. Op die plek moet tot eind vijftiende eeuw ook een standbeeld van paus Johanna hebben gestaan.
In het Vaticaans museum staat een opmerkelijke stoel, met onderin een gat. Bronnen uit de vijftiende eeuw zeggen dat de paus vóór zijn benoeming op deze zogenoemde ‘baarstoel’ moest plaatsnemen. Een jonge geestelijke moest vervolgens voelen of de gekozene inderdaad een man was. Pas na het uitroepen van Testiculos habet (‘Hij heeft testikels’) zou de wijding tot paus daadwerkelijk kunnen plaatsvinden. Volgens Norwich is deze ‘baarstoel’ eind achttiende eeuw in het Vaticaans museum gezet. De stoel staat daar zonder nadere toelichting, tot wanneer de testikeltekst precies heeft plaatsgevonden blijft onduidelijk.
Eind vierde eeuw was het christendom de staatsreligie geworden van het Romeinse Rijk. Na het uiteenvallen van het westelijke deel in de vijfde eeuw raakte de stad Rome in verval. Met als dieptepunt de periode tussen 855 en 964, die wel de ‘pornocratie’ wordt genoemd. Het is niet moeilijk om in het verhaal van Johanna een verwijzing te zien naar het pontificaat van Johannes XII (955-964), die de stoel van Petrus tot een waar bordeel had gemaakt. In het middeleeuwse denken is het ook niet vreemd dat hiervoor de figuur werd genomen van een vrouw, die immers symbool stond voor de zondeval. Tijdens de Reformatie in de zestiende eeuw was het verhaal van paus Johanna voor protestanten een prachtig argument om aan te tonen waarom de paus in hun ogen een antichrist was.
Maar als de bevalling van paus Johanna vooral moet worden gezien als een stichtelijk verhaal, waarom hebben pausen dit verhaal dan eeuwenlang zelf geloofd? Waarom werd naar aanleiding van deze legende bij pauswijdingen de ‘baarstoel’ in het leven geroepen, om de benoeming van een vrouw te voorkomen? Het meest opmerkelijke aan het verhaal van paus Johanna is misschien wel het geloof dat de Kerk eeuwenlang in dit verhaal heeft gesteld. De legende blijkt ook in onze tijd een bron van inspiratie, maar dan voor een omgekeerde zedenpreek. In 1996 verscheen het boek Pope Joan van Donna Woolfolk Cross, dat in 2009 werd verfilmd. Daarin wordt het verhaal van paus Johanna gepresenteerd als het leven van een trotse en intelligente vrouw die ondanks alle sociale vooroordelen toch de toppositie binnen de kerk weet te bereiken.