Op 11 september 1714 moest Catalonië zich overgeven, na de val van Barcelona, aan de Spaanse en Franse troepen. Er volgde een streng centralistische staat onder leiding van Filips V en het zelfstandige vorstendom Catalonië werd volledig van de kaart geveegd als onafhankelijke regio.
Meer dan 260 jaar later, op 11 september 1976, een jaar na de dood van Francisco Franco (1892-1975), eisten een record van meer dan één miljoen Catalanen autonomie voor Catalonië. Het werd hen niet gegund.
Op 11 september 2018, zo´n 300 jaar nadat Catalonië zich overgaf aan het bewind van Filips V en bijna 80 jaar nadat Franco het bewind in Catalonië overnam, waren er net zoveel Catalanen op de been in Barcelona als in 1976. Dit keer waren mijn dochter en ik erbij.
We konden ons amper bewegen, zo druk was het. De beroemde hoofdweg, de Diagonal die de stad doorkruist, was niet alleen volgekleurd met Catalaanse vlaggen, ook de toevoerwegen waren stampvol met families in knalroze, fluorescerende “Wij maken de Republiek”-T-shirts. Vaders, moeders, studenten, kinderen, kleuters, peuters, honden; iedereen was aanwezig. Precies om 17 uur en 14 minuten ontstond er een stilte onder de mensen, een hond en een peuter daargelaten. Vervolgens blies een eenzaam, trompetachtig instrument een deuntje, vergelijkbaar met de trompet tijdens de dodenherdenking op de Dam op 4 mei. Iedereen zweeg. Iedereen herdacht de gevangenen. Vervolgens wapperden allen met hun handen in de lucht om aan te geven dat ze ongewapend waren.
Net als bij de dodenherdenking was deze ervaring sereen. We stonden midden tussen de Catalanen die zich geweldloos verzetten tegen onrecht. Geweldloos na decennia van een gewelddadig Franco tijdperk en een historie van overheersing door de agressieve Filips V. Geweldloos na het gevangennemen van regiopolitici in 2017 en na het nationale politiegeweld bij het illegale regionale referendum voor Catalaanse onafhankelijkheid. Er heerste kalmte en berusting. Na het wapperen van de handjes volgde luid applaus en gematigd gejoel.
De rest van de namiddag en avond werd gevuld met het uitwisselen van vakantiefoto´s, het bespreken van de scholen die na 3 maanden vakantie eindelijk weer van start gaan, het dansen op muziek van de trommelbandjes, het drinken en eten in de vele bars en restaurantjes, het chillen in het stadspark en het vuurwerk. Het werd een lang, vredig, muzikaal, culinair, maar vooral gemoedelijk, samenzijn.
De boodschap richting Brussel was gelaten maar categorisch: We weten dat jullie niet luisteren. We zien dat jullie niet de strijd met Madrid aangaan om vrijheid op te eisen voor de politieke gevangenen. Al zitten zij al bijna een jaar in de gevangenis. We appreciëren dat jullie de politieke vluchtelingen in België, Schotland, Duitsland of waar dan ook in Europa tolereren. We weten dat onafhankelijkheid en acceptatie binnen de EU niet snel kan gaan. Dat het tijd kost. Dat er lobby nodig is. Dat de media aan onze kant moeten staan. Dat er een wonder nodig is. Dat snappen wij.
Maar hoe dan ook moeten we af van het onderdrukkende bewind vanuit Madrid. En we geven niet op. We geven nooit op. Wij zullen net zo lang blijven protesteren totdat we gehoord worden. We laten onze idealen zien. We zijn vreedzaam. Maar we willen niet onderdrukt worden door slecht bewind. En we zullen onze boodschap blijven herhalen. Onze idealen zijn belangrijker dan onze successen of ons falen. Belangrijker dan onze economie. Dan Europa. Ons verzet is geduldig.
Het is bijna middernacht. Buiten op mijn achterbalkon overdenk ik de dag. Ik geniet van de temperatuur. Ik schenk mijzelf nog een glas Spaanse wijn in. Het is stil op straat geworden. Maar de Catalaanse vlam is niet gedoofd. Hij brandt weliswaar op een lager pitje dan toen ik twee jaar geleden mijn eerste Catalaanse buren columns schreef. Maar het vlammetje brandt, en hij gaat zeker nog eens echt vlammen.