Column

Toelage huishoudelijke hulp van Asscher is doekje voor het bloeden

05-02-2015 10:32

Deze week spreekt de Amsterdamse raad over de toelage voor huishoudelijke hulp, een extraatje die gemeenten krijgen van minister Lodewijk Asscher, ook wel bekend als de dienstencheque. Nu zou je zeggen dat je in deze tijden als lokale overheid verheugd moet zijn als je extra geld krijgt van het Rijk. Maar in het geval van deze toelage roept dat nog wat vraagtekens op. Wat is nou het doel van de dienstencheque? Is het om banen in stand de houden of is het een compensatie van de gigantische bezuinigingen in de zorg? En hoe zit het nou met de uitvoering?

Doel is onduidelijk

Twee jaar geleden kondigde het kabinet Rutte-Asscher in het regeerakkoord ‘bruggen slaan’ gigantische bezuinigingen in de zorg aan. Vrijwel de hele hulp bij het huishouden werd wegbezuinigd. Mede door D66 werden diverse bezuinigingen landelijk teruggedrongen. Nu het zo ver is realiseert het kabinet zich dat ze te ver zijn gegaan met de bezuinigingen in de zorg en komt het met noodmaatregelen. Een van die noodmaatregelen is de dienstencheque waarmee men gesubsidieerd huishoudelijke diensten kan inkopen. Hiervan is nog altijd onduidelijk welk doel daarmee behaald moet worden. De gemeente Amsterdam heeft wel een helder doel voor ogen in de zorg, namelijk het bieden van continuïteit. Daarom hebben de coalitiepartijen extra geld vrijgemaakt om de hulp bij het huishouden de komende paar jaar zo te houden zoals die nu is. Daarmee wordt in Amsterdam rust gecreëerd. Rust voor de zorgvrager die al genoeg over zich heen krijgt met alle wijzigingen in de zorg. En rust voor de thuiszorgmedewerkers die hun baan kunnen behouden. Win-win dus. Hiervoor is geen extra regeling nodig.

Bureaucratische rompslomp

Helaas koos Asscher wel voor een extra regeling. Eentje die administratief zo complex is dat het grootste deel van de toelage gaat zitten in bureaucratische rompslomp. In plaats van dat het terecht komt bij de mensen die de zorg verlenen of krijgen. Een regeling waarbij mensen uit de zorg zeggen dat het nauwelijks effect zal hebben op de werkgelegenheid of kwaliteit van zorg. De intenties zijn goed. Maar is daarvoor een monster van een regeling nodig? Is het niet beter gemeenten zelf te laten bedenken hoe dit geld het beste kan worden ingezet om deze banen te behouden, zoals ook aanvankelijk beloofd was?

Meer geld naar bureaucratie dan thuiszorg

Afgelopen weken spraken diverse directeuren van grote zorgaanbieders in de media schande over de regeling. Deze directeuren, die gezamenlijk 35 procent van het marktaandeel hebben, geven aan dat de dienstencheque nog niet van de grond komt. Het kabinet claimde hiermee 19.000 banen te redden, maar volgens berekeningen van een van deze directeuren levert het nauwelijks 100 banen op. Daarbij neemt het een enorme administratieve rompslomp met zich mee. Er wordt veel meer geld uitgegeven aan bureaucratie dan aan thuiszorg. Dit kan toch niet de bedoeling zijn? Het zou Asscher sieren dit voorstel nog een keer tegen het licht te houden en daarbij vertrouwen op de lokale kennis en ervaring van de gemeenten. Amsterdam weet heel goed hoe mensen in de zorg aan het werk gehouden kunnen worden.