Het Hollandse landschap zit ons in de genen, betoogde landschapsarchitect Adriaan Geuze onlangs in de Volkskrant. Dat is natuurlijk flauwekul. Als er al iets in die genen zit dan is het de veranderlijkheid van ons landschap en niet een momentopname vastgelegd op verraderlijk nostalgische schoolplaten. Maar daar wil Adriaan niet aan. Geuze is in paniek, want de verrommeling is niet te stuiten en grenzen tussen ‘stad en ommeland’ vervagen in rap tempo. Binnenkort kunnen we nergens meer in onze witte linnen broeken op onze glimmende Gazellen binnen een kwartiertje van hartje stad naar het platteland peddelen en daarbij een helder gemarkeerde grens overschrijden! En dat terwijl onze Hollandse genen daar om smeken! Paniek!
Dat die grenzen allang geen functioneel doel meer dienen, maakt geuze niet uit. In de provincie verdient men zijn geld allang met dezelfde dingen als in de grote stad, maar dat wil hij ook niet weten. Kennelijk heeft hij geen moeite met een kitschlandschap waarin voormalige boeren moeten doen alsof ze agrarische ondernemers zijn, terwijl ze in werkelijkheid halfslachtige landschapsbeheerders zijn die met lange tanden uit de subsidieruif eten en wachten tot ze hun schilderachtige percelen voor goed geld aan een projectontwikkelaar of een grootgroenbezitter kunnen overdoen.
De weide is voor vogels
Hij vindt het kennelijk ook niet erg dat wonen in het groen blijft voorbehouden aan een kleine groep welgestelden, terwijl de hardwerkende tweeverdieners al heel tevreden mogen zijn met een krap bemeten tuintje in de Vinex of – in de filosofie van Geuze – beter nog opgehokt gehouden kunnen worden in de portiekflats en appartementen binnen de door Adriaan verdedigde stadsgrenzen.
Het is kennelijk ook niet bij Geuze opgekomen dat we met z’n allen – in plaats van ernaar toe te fietsen – ook in dat groen kunnen wonen. De Vinexbewoner die nu al heel blij is met z’n krappe perceeltje omdat hem daar tenminste een minimum aan ‘huis-met-een-tuintje’ is vergund, zou zijn geluk niet op kunnen als we de weidevogels niet langer het alleenrecht zouden geven op de voormalige agrarische productievloer, maar er zelf betaalbaar, groen en ruim op gingen wonen (goed voor de mussen!).
Soprano-landschap
En dan al die akelig rommelige gebieden van snelwegen, spoorlijnen, loodsen, weidewinkels, restjes platteland, verspreide glastuinbouw en rondgestrooide huizen waar Adriaan zo’n hekel aan heeft. Het past allemaal niet in zijn mentale kaart waarop alleen maar die oude schoolplaten staan. Terwijl het juist aan die stadsranden gebeurt. Daar gaan we met z’n allen naar de Ikea, de Praxis, de autodealer en kantoor. Niet in die oude binnensteden waar de middenstand is teruggebracht tot een reeks museumwinkels, leuke boetiekjes en speciaalzaakjes van gering economisch belang.
En anders dan de journalist Tijs van den Boomen ziet Geuze ook niet de bekoring van het ‘Soprano-landschap’. Het landschap waar alle mogelijke gebouwen, installaties en bezigheden kris-kras door elkaar staan. Het landschap van New Jersey waar we in de leader van de veelgeroemde tv-serie doorheen rijden, terwijl Tony Soprano een sigaar opsteekt. Een landschap voor mensen die mogelijkheden zoeken om vooruit te komen en die zich niet in een hokje van Adriaan Geuze laten duwen!