Op 22 en 24 januari pakten NRC*NEXT, NRC en ook Trouw, groot uit met een artikel over de animositeit tussen in Nederland levende sjiieten en soennieten. In een paginagroot artikel werd verslag gedaan van de hatespeech tegen sjiieten die in salafistische moskeeën te horen is in de vrijdagpreek en vastgesteld werd dat het een onderdeel is van de mindset van veel soennitische jongeren. Vernemen zij dat een klasgenoot of buurtgenoot een sjiiet is, dan komen al gauw alle historisch ingesleten vooroordelen naar boven met als onderliggende gedachte dat sjiieten eigenlijk geen moslims en dus ongelovigen zijn.
Toen vorig jaar moslimvoormannen Ibrahim Wijbenga en Yassin Elforkani hun opwachting maakten in het programma Pauw & Witteman en daar onder anderen ervoor pleitten dat moslimjongeren niet naar Syrië zouden moeten afreizen, maar juist in Nederland vorm moest geven aan hun leven als moslims, waren de rapen in sommige islamitische kringen gaar. Elforkani had eerder al aangegeven dat wat hem betreft de discussie onder moslims niet moest gaan over de lengte van de baard of de vraag of vrouwen wel of niet de hand geschud moeten worden, maar dat zij er beter aandoen ware getuigen te zijn van de barmhartige en bruggen bouwende islam. Ik noemde het eerder een ‘EO-islam’. Elforkani en Wijbenga kregen de wind van voren, met name uit salafistische en orthodoxe kringen. Elforkani verklaarde later dat hij nog erger bedreigd werd dan Geert Wilders, de immer goed bewaakte PVV-leider.
In Turkije is er een enorme ideologische machtscrisis uitgebroken tussen het establishment van minister-president Erdoğan’s islamitische AK-partij en de aanhangers van een andere orthodox islamitische beweging, genoemd naar de in zelfgekozen ballingschap levende leider Fethullah Gülen. Het conflict loopt hoog op en Erdoğan is druk bezig zijn ideologische vijanden te neutraliseren, een proces waarin hij zich weinig of niets aantrekt van de scheiding tussen kerk en staat. De ontwikkelingen zijn ronduit schadelijk voor de interne stabiliteit van Turkije en haar democratische instellingen.
In het westen bestaat er ten slotte grote vrees voor de activiteiten en groei van al Qaeda en aan al Qaeda gelieerde groepen in Syrië en Irak. Dat gaat zelfs zo ver dat het westen inmiddels weer contact heeft ogenomen met de geheime diensten van het Syrische Assadregime om geïnformeerd te worden over genoemde groepen. Het westen is namelijk bang dat deze groepen zich tegen het westen zullen keren. Die vrees is echter maar gedeeltelijk terecht. Als je kijkt naar hoe deze groepen huishouden in die steden en dorpen waar ze het in Syrië en Irak voor het zeggen hebben gekregen, dan moeten we vaststellen dat hun eerste slachtoffers uit brave –islamitische- burgers bestaan die om het minste of geringste worden opgehangen of de handen afgehakt. De eerste vijand van Al Qaeda bestaat uit de overgrote meerderheid der moslims die in hun ogen geen ware moslims zijn.
De grootste vijand van de moslim in de islamitische wereld en erbuiten is de andere moslim. De angst van het westen dat ‘de moslims’ zich tegen ‘ons’ zullen keren is pas dan terecht als de moslims hun onderlinge geschillen hebben uitgevochten. En aangezien sektarische strijd al heel lang kenmerkend is voor de islamitische wereld valt het niet te verwachten dat deze op korte termijn beslecht zal worden.
De moslims staan overal ter wereld staan meer dan ooit voor de keuze om hun geschillen aan de onderhandelingstafel van het compromis op te lossen. Dat geldt voor de islamitische landen zelf en dat geldt voor de moslims in Europa.
En gelukkig zijn er lichtpuntjes. Zo meldt Trouw van 24 januari dat de Irakese regering overweegt om provincies in het land te formeren waar christenen kunnen wonen en de meerderheid vormen. Dit zou de voortdurende exodus van de christenen uit het land tegen kunnen houden. Dat de regering dat doet om de stemmen van de christenen in het land te winnen met het oog op de komende parlementsverkiezingen zij dan maar zo. Geen enkel regering is opportunisme vreemd. Maar het zou zomaar in het voordeel kunnen zijn van de christenen in het land.
In datzelfde licht waardeer ik zelf de pogingen van Ibrahim Wijbenga en Yassin Elforkani om een islam in Nederland neer te zetten die de verbinding zoekt. Het is geen verraad aan je achterban als je probeert wat van je leven als moslim in dit land te maken en daarom banden aangaat met de samenleving waarin de moslims nu alweer zo lang leven. Ook mooi om te constateren is dat Yassin Elforkani desgevraagd verklaart sjiieten als medemoslims te zien in boven genoemd NRC-artikel.
Nedermoslim Nourdeen Wildeman schreef mij in de briefwisseling die ik met hem onderhoud dat hij en veel andere moslims geboren oerHollandse kaaskoppen zijn. Ik probeer in de briefwisseling te achterhalen hoe hij vorm wil geven aan die islam. Hij opteert voor het orthodoxe protestantenmodel en daarmee passen hij en de zijnen wat mij betreft prima in een Nederlandse traditie.
Ik zou alle moslims in Nederland willen oproepen de grootste gemene delers te zoeken en te stoppen met het benadrukken van de onderlinge verschillen. Zelfs en juist de salafisten doen er in dit verband goed aan te stoppen met hun hate speech. En als ik dan een argument uit de Koran mag halen, dan noem ik slechts één enkel woord. Allah is barmhartig, zo benadrukt het heilige boek van de moslims keer op keer. Als de moslims zich die eigenschap toe-eigenen zijn ze wat mij betreft meer dan op de goede weg.