De hackerfobie van het OM

26-08-2014 17:55

Vandaag beklagen hackers van 11 organisaties zich in een open brief aan het Openbaar Ministerie (OM) over de negatieve manier waarop zij in beeld worden gebracht. Het probleem is echter groter. Wat irriteert is de definitie van hacking die het OM hanteert: “Hacken, dat is zonder toestemming inbreken in computers.” Feitelijk is dat incorrect, want het misdrijf heet geen hacking in juridische termen maar computervredebreuk. Het lijkt dat er is gekozen voor hacking, omdat zo lekker klinkt. Daarom stuurden de hackers hun open brief. Dat er een hele hackersgemeenschap is betekent niet dat er sprake is van een criminele organisatie. Het tegendeel is waar. Als het gaat om binnenkomen van computers dan gebeurt dat juist door veel hackers met toestemming van de eigenaar om zaken beter op orde te krijgen.

Hackers doen veel meer

Maar bij hackers gebeurt er veel meer. Zo worden er conferenties gehouden waar de onderwerpen naast techniek ook gaan over de maatschappelijke gevolgen van techniek. Daar gaat het bijvoorbeeld over de gevolgen van wetgeving, censuur, een vrij en open internet of het in de lucht brengen van eigen satellieten.

In Nederland zijn er diverse hackerspaces waar hackers samenkomen. Daar worden mensen juist geleerd wat wel en niet kan, maar worden ook heel andere zaken gedaan. Zo zijn er hackerspaces die mensen hardware leren begrijpen en daarmee laten experimenteren. Een andere hackerspace heeft recentelijk voor invaliden allerhande handige uitbreidingen laten maken voor hun rolstoel.

En gek genoeg heeft de hackerspace in Den Haag in 2013 met onder andere het OM nog een studiebijeenkomst georganiseerd. Het woord hacker bewust in een negatief daglicht stellen is dus vreemd, want zo’n bijeenkomst organiseer je als OM alleen als je zelf beseft dat de meeste hackers prima personen zijn.

Digitale ongeletterdheid

Maar misschien is die blik te optimistisch. Er lijkt sprake te zijn van een digitale ongeletterdheid. Als het reguliere misdrijven betreft, lijkt het Openbaar Ministerie redelijk normaal te reageren. Maar in de digitale wereld gaat dit toch minder goed.

Dan mogen alle remmen los en laat het OM zelf een server hacken om kopers van software te achterhalen. Ook al is het bezit van die software niet strafbaar, toch wek je op deze manier die indruk. Ten onrechte.

Maatschappelijk debat vermijden

Waar normaliter politie en justitie doorgaans wel een rol in het maatschappelijk debat heeft, lijkt dat in de digitale wereld toch moeilijker te zijn. Er wordt overdreven agressief op sociale media gereageerd, bij de aanhouding van hackers komen teams met kogelvrije vesten het puistenhoofdje ophalen en wordt uiterst geheimzinnig over effectiviteit van gegeven bevoegdheden gedaan. Ook over de inzet van kwaadaardige software door de hermandad wordt schimmig gedaan. Ondertussen wordt zonder onderbouwing alleen gepleit voor meer bevoegdheden met twijfelachtige effectiviteit.

Het publieke debat wordt gemeden in een negatieve sfeer van geheimzinnigheid, waarbij een andere mening niet welkom is en de vrees voor verslaggeving wel heel groot is.

Hackerfoob

Het gevolg is een beeld dat blijft hangen van een overheid die technologie en de maatschappelijke effecten daarvan niet begrijpt. Dus verdwijnt de nuance uit het debat en zijn hackers opeens ‘eng’ en maakt dit land rare beleidskeuzes. De houding van het OM is het zoveelste bewijs dat Nederland niet klaar is voor een volwassen debat over de informatiemaatschappij. Dat is geen onwil, maar eerder onkunde.

Het OM vindt hacker waarschijnlijk vreemd en eng. Het is een vorm van xenofobie gericht op hackers: hackerfobie. Er is nog veel opleiding nodig om die houding te doorbreken.