In den beginne was de aarde woest en democratisch, en de duisternis was op den afgrond; en de Geest van De Markt zweefde over de continenten. En De Markt zeide: Weg met Papandreou! En zo geschiedde. En De Markt zag Papademos en zag dat het goed was. En de Markt zei Berlusconi verdwijn! En het was alzo. En de markt zeide: Laat Ons technocraten maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; En De Markt schiep Monti in zijn evenbeeld. En De Markt zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. In het verleden hulden Hogere Machten zich in lange witte gewaden, tooiden zich met lange baarden en verrichten van tijd op tijd een wondertje. Maar nu niemand meer gelooft in toverende, oude mannetjes die vanaf een wolk op de aarde neerkijken, hebben zij plaats gemaakt voor een nieuwe God.
Oh mijn Markt!
Net als zijn voorgangers is ‘De Markt’ een alwetende, allesomvattende kracht die tot de mensheid spreekt via boodschappers en volgt de Apocalyps wanneer niet aan Zijn strenge leefregels wordt voldaan. Als ware priesters vertellen economen de wereld tegenwoordig dagelijks de wensen van de markt. Het doen van deze voorspellingen is een beproeving op zich. De markt spreekt namelijk, zoals het een Opperwezen betaamt, slechts in signalen. Om het allemaal nog wat lastiger te maken zijn deze tekenen vaak talrijk en tegenstrijdig. Is het de moeite eigenlijk allemaal wel waard?
Het evangelie van de markt valt in principe terug te leiden tot het werk van de beroemde econoom Adam Smith in de achttiende eeuw. Zijn boek The Wealth of Nations was een lofzang op vrije markten en een indrukwekkend betoog over waarom de overheid daar met zijn tengels van af moet blijven. Mensen zouden namelijk, enkel door het streven naar eigenbelang, “als geleid door een onzichtbare hand”, het publieke belang dienen.
De hand van God
Markten die uit zichzelf optimale oplossingen brachten, dat klonk niet slecht! In de eeuwen die volgden zouden dan ook steeds meer mensen voor dit idee vallen. Politici restte slechts de relatief eenvoudige taak de markt in zijn werk te faciliteren, een taak die zelfs minkukels van het kaliber Dion Graus nog net toe te vertrouwen valt.
Het enige probleem daarbij is dat de diepreligieuze Smith in de onzichtbare hand, die de ogenschijnlijke chaos van de markt coördineerde, de hand van God zag! Het interpreteren van marktsignalen door economen is in dat licht eigenlijk even wetenschappelijk als een sjamaan die een paar kippenbotjes omhoog gooit om de toekomst te voorspellen.
Een hand van vlees en bloed
Zonder goddelijke interventie blijft van de markt dan ook niet veel meer over dan een groep individuen die hun eigenbelang nastreven, geen wonder dat deze in zo’n kakofonie spreekt. Wanneer de markt niet meer is dan een aantal mensen, is onduidelijk waarom er een leger economen nodig is om hun wil te achterhalen. Sinds wanneer zijn ingewikkelde onderzoeken de beproefde methode om iemands mening te achterhalen? Wat is er ook alweer mis met gewoon vragen?
Mag iemand wel eerst even uitleggen waarom de mening van deze groep economen ook alweer zo belangrijk was. Wordt de markt niet geacht te handelen uit eigenbelang? Lagen deze, met het verstrekken van verkeerde kredieten, niet juist aan de basis van de huidige ellende? Dat voor oplossingen van de eurocrisis toch automatisch weer naar deze groep wordt gekeken is dan ook op zijn minst wel een klein beetje ironisch.
Nick Mastenbroek is economisch historicus en houdt een blog bij waar hij reageert op zaken uit de actualiteit.
Foto CC: Yarra64