De moord op Theo van Gogh op 2 november 2004 is tien jaar later nog altijd omgeven met mysterie. Mohammed Bouyeri zou alleen hebben gehandeld, maar hij moet hulp hebben gehad. Bouyeri zou een alleenganger zijn geweest, maar hij was nauw verbonden met de Hofstadgroep. De AIVD wist heel veel over Bouyeri, maar er is niet opgetreden. Mede op mijn initiatief heeft de Tweede Kamer toezichthouder CTIVD de opdracht gegeven tot een onderzoek naar het optreden van de AIVD rondom de moord op Theo van Gogh. Dat onderzoek is onderwerp geworden van een opmerkelijk politiek steekspel.
Na de presentatie verklaarde toenmalig PvdA-minister Guusje ter Horst in een persbericht dat het onderzoek van de CTIVD aantoonde dat de AIVD de moord op Theo van Gogh niet had kunnen voorkomen. De CTIVD gaf de minister toen openlijk een tik op de vingers. De commissie had juist een vernietigend rapport geschreven. De AIVD had onvoldoende aandacht besteedt aan Bouyeri, terwijl de dienst wist dat hij een belangrijke rol speelde in de Hofstadgroep. De dienst had geen persoonsdossier van Bouyeri, afdelingen van de AIVD werkten niet goed samen en de dienst maakte onvoldoende gebruik van informatie van de politie.
Bouyeri was binnen de AIVD letterlijk uit het zicht verdwenen: de afdeling die zich bezighield met radicalisering volgde hem niet meer, omdat hij té radicaal werd. De afdeling die zich bezighield met terrorisme vond Bouyeri niet gevaarlijk genoeg, omdat zij geen aanwijzingen zou hebben dat hij een aanslag voorbereidde. De AIVD had nauwelijks onderzoek gedaan op internet, dé plek waar Bouyeri van zich liet horen. De CTIVD zei in de Tweede Kamer ook dat de veiligheidsdienst had moeten weten dat Bouyeri opruiende, gewelddadige en personen-bedreigende geschriften had geschreven.
Opvallend is dat de AIVD vóór de moord op 2 november mensen van de Hofstadgroep uitgebreid heeft afgeluisterd, maar dat de tapes daarvan verdwenen zijn. Ook toezichthouder CTIVD, die normaal gesproken toegang heeft tot alle informatie, kon niet controleren welke informatie de AIVD daadwerkelijk had. Van de periode na 2 november zijn waarschijnlijk wel tapes bewaard gebleven, maar de regering wilde nadrukkelijk geen onderzoek naar de periode na de moord. De CTIVD kon dus wel onderzoek doen naar de periode waarin de tapes waren verdwenen, maar geen onderzoek naar de periode waarvan wel tapes waren.
Deze week klapte Frits van Strealen uit de school, de officier van justitie die destijds onderzoek deed naar de moord op Theo van Gogh. Hij is nog steeds gefrustreerd over het verloop van het justitieel onderzoek, vooral over de bewering van de regering dat Bouyeri alleen zou hebben gehandeld. Dat is volgens hem onmogelijk. Bouyeri moet zijn geholpen bij de voorbereidingen van de moord, het verkrijgen van geld en het bemachtigen van het moordwapen. De AIVD was ook voor hem onhelder over de tapes. Die zouden er volgens de dienst in eerste instantie niet zijn. Daarna werd gezegd dat er geen informatie op stond. Later dat die informatie een gevaar zou kunnen zijn voor bronnen.
Na de presentatie van het onderzoek door toezichthouder CTIVD in 2008 heb ik de Tweede Kamer gevraagd om een vervolgonderzoek, zoals ook de CTIVD graag wilde. Dat werd toen door een grote meerderheid van de Tweede Kamer tegengehouden. Ik merkte dat plotseling de luiken dicht gingen. Nu lijkt de steun voor een onderzoek groter: alle partijen in de Tweede Kamer hebben de regering gevaagd vóór morgenmiddag een reactie te geven op de onthullingen van officier van justitie Frits van Strealen. Ik hoop dat een meerderheid de CTIVD nu de mogelijkheid geeft om haar onderzoek af te maken.