Als ik de titel zo bekijk, ziet hij er tamelijk aanstellerig uit. Maar het gaat dan ook over grootse kwesties, en weer staat Vladimir Poetin in het brandpunt. Rusland is de nieuwe scope voor de komende twintig jaar, let op mijn woorden. In zoverre zelfs dat een revival van de aloude Slavistiek zich opdringt, die schimmige wetenschap, heden gedoceerd op mini-afdelinkjes die door elke universiteit vandaag als onrendabel worden beschouwd.
Vanaf nu noemen we het echter ambitieus Ruslandkunde of Siberologie. Of breder nog: een Studie van het Continentale Denken in opmars, tegenover het maritieme wereldbeeld dat zich in vrije val bevindt. Dit gaat namelijk over véééél water en nattigheid.
De flagrante tegenstelling tussen het nieuwe Russische zelfvertrouwen en het aandoenlijke Europese gestuntel omtrent Oekraïne en de Krim, heeft immers niet alleen een (geo-) politieke en economische achtergrond, maar uiteindelijk zelfs een klimatologische crux.
Door de voorspelde stijging van de zeewaterspiegel zouden wereldsteden zoals Londen, Tokyo en New-York –nog altijd dé centra van het financieel-economische systeem- onder water lopen. Per graad Celsius verhoging van de zeewatertemperatuur verwacht men een gemiddelde verhoging van de zeespiegel met meer dan twee meter. Heel West-Europa is bedreigd door deze trage zondvloed.
Een land als Nederland wordt grotendeels (opnieuw) Noordzee, België en Frankrijk zouden gehalveerd worden. De VS, Canada, India en landen in de Pacific-zone zullen weliswaar niet helemaal verdwijnen, maar de beschikbare oppervlakte zal inkrimpen en cruciale economische zones in lager gelegen gebieden zullen ontruimd moeten worden. Dat zal een enorme chaos veroorzaken en een stormloop naar hoger gelegen gebieden.
Met als gevolg een overheidsbeslag op onroerend goed, in een wanhoopspoging om iedereen nog een droge plek te geven. In Europa is migratiedruk naar Midden- en Oost-Europa onvermijdelijk. Dit uiteraard bovenop de Zuid-Noord-migratie vanuit Afrika, dan zienderogen verwoestijnt door diezelfde global warming.
Zwitserland zit op rozen: niet toevallig dat ze daar deuren beginnen te sluiten. Maar vooral het uitgestrekte Eurazische binnenland komt in beeld, met vooraan het in oppervlakte grootste land ter wereld (17.075.400 km²) met een lage bevolkingsdichtheid: de Russische federatie. Het land van Poetin, met zijn enorme olie- en gasvoorrraden, zal van de global warming geen last hebben, eerder integendeel, want Noordelijke vaarroutes worden ijsvrij.
De noordelijke Russische kustlijn aan de poolzee wordt –mocht die al smelten- grotendeels gestut door Siberische bergkammen. De lager gelegen taiga en toendra zijn zo goed als onbewoond: laat maar vollopen (dat gebeurt trouwens elk jaar door het smeltwater van de zuidelijk gelegen rivieren).
Kortom: Poetin en de zijnen kunnen rustig toekijken hoe het water ons aan de lippen komt. Afgezien van de militaire onbeduidenheid, de politieke onbenulligheid en de economische teruggang van Europa, wordt de minachting vanwege de nieuwe tsaar voor deze regio onderhuids gevoed door waterpret: dit wordt een vollopend moeras met fel kwakende kikkers.
De Oekraïners, de Balkan en de Baltische staten hebben dan ook ongelijk om het Westen op te vrijen en de Europese kaart te spelen: het nieuwe ijzeren gordijn, dat er zeker komt, zal werkzaam zijn in een omgekeerde richting, namelijk om Europeanen buiten te houden, op de loop voor de stijgende zeespiegel.
Watersnood dus. Dat noopt ons tot een paar reflecties rond de bakermat van onze Europese cultuur: de Grieks-Helleense invloedsfeer.
Al van in de 9de eeuw voor Christus ontstond in en rond de Egeïsche zee (de kom tussen Griekenland, Turkije Kreta) een uniek cultuurgebied, bekend als de Ionische invloedssfeer. Ze is zonder meer de bakermat van de Westerse filosofie, cultuur én wetenschap. Thales en Pythagoras formuleerden er hun wiskundige stellingen, Democritos de atomenleer. Aischylos, Sofokles en Euripides gaven het theater vorm waar wij nog steeds op teren.
Water was het bindende grondelement van dit universum. Niet alleen als transportmiddel, maar ook en vooral als absoluut archetype, als organisch symbool voor het Griekse denken, samen te vatten in vijf woorden: vrijheid-beweeglijkheid-communicatie-associatie-participatie. Het Griekse denken is thalassofiel, zeegericht. Thales aanzag het water als dé archaische substantie, Plato expliceerde Herakleitos in de onsterfelijke quote “alles vloeit” (Panta Rhei).
Voeg daarbij de aloude mythische eenheid van microskosmos en macrokosmos (het kleine dat het grote beïnvloedt, en het grote dat zich in het kleine spiegelt), en we hebben zowat alle ingrediënten van heel de cultuursoep die tot op vandaag bij ons wordt opgediend.
Om het cru te stellen: de Grieken hebben tussen 800 en 200 voor Christus ongeveer alles al uitgevonden wat wij als ‘modern” beschouwen, op gebied van kunst, wetenschap, levensfilosofie, politiek, cultuur. Altijd betreft het een milde vorm van anarchie en laissez-faire, in een soepvormig universum waar vanalles in rondzwemt en waar de balletjes de individuen voorstellen,- het vlees, het lichaam.
Via het Christendom, het humanisme en de Verlichtingsfilosofie is dat Club Med-paradigma een aantal keer hertaald en van voetnoten voorzien, en uitgegroeid tot een soort Atlantische wereldfilosofie van democratie, burgerrechten, free speech en het vrij verkeer van personen, goederen en diensten.
Europa, het zogenaamde ‘Avondland’, ziet zichzelf nog altijd als de stamhouder en erfgenaam van dit klassiek mediterraan patrimonium, hoewel het fluïde wereldbeeld van de oude Grieken al lang over heel de planeet geprolifereerd is.
Dat zien we vandaag in de triomf van het wereldkapitalisme (het ‘vloeiende’ geld, de beurs als systeem van communicerende vaten) en anderzijds de alomtegenwoordige communicatie-ideologie die gebiedt dat gedachten moeten uitgewisseld worden, woorden moeten circuleren, en culturen in interactie moeten treden (de multi- of interculturaliteit). Facebook en Twitter zijn aquatische, zelfs maritieme media, gebaseerd op de vloeibaarheid van alles en iedereen.
U voelt het echter komen: het eindeloze teren op dat maritieme archetype heeft ons mentaal verzwakt en lui gemaakt. Na haast 3000 jaar is dat fluïde paradigma helemaal uitgewerkt, zonder dat we echt zijn doorgeëvolueerd tot een nieuw wereldbeeld dat ook nieuwe inzichten en ontdekkingen zou mogelijk maken. Het tijdperk van de communicatie lijkt dat van de chaos te zullen worden. De cultus van de vloeibaarheid is dichtgeslibd tot incestueuze political correctness, vooral door links beoefend. De postmoderne 21ste eeuw wordt dan ook de eeuw van de ontnuchtering.
Politiek, economisch, wetenschappelijk en cultureel zijn we uitgepraat, er rest nog slechts het vertoon, de theatraliteit en de herhaling van steeds meer hetzelfde. De decadentie slaat toe en geeft een idee van de ruïnes die men enkele eeuwen later op de zeebodem zal vinden. De waanzinnig veel kostende Large Hadron Collider vindt het ontbrekende deeltje niet. Een kunstenaar maakt mondiaal furore met het produceren van kak.
Het geglobaliseerde kapitalisme struikelt van crisis naar crisis. Het cultuurrelativisme en de dodelijke onernst van de liberale vrijemeningsmaatschappij geven de kans aan absoluut “on-Griekse” denksystemen zoals de Islam om heel de fluïde samenleving te laten over- en uitkoken. Niets werkt nog, de vrijheid gaat naadloos over in willekeur en suïcidaal nihilisme.
En zo lijkt het verlaten van (of beter: de verbanning uit) de EU van Griekenland, waar het allemaal begon, een grotesk symbool voor het einde van het grote Europese watertijdperk. Vreemd dat men het surrealistische van dat Grexit-scenario niet opmerkt. Alleszins lijkt het erop dat de Griekse mythe van het verzonken eiland Atlantis de toekomst correct inschatte: we gaan naar de haaien, samen met alle logici, tragedieschrijvers, Platonisten, Aristotelianen, atomisten en hun nakomelingen.
De democratie is uitgeteld, dat was een tot systeem uitgegroeide Griekse plaspauze. De Verlichtingsliteratuur moeten we zo snel mogelijk vergeten: veel te gevaarlijk bij overstromingen, alleen maar kans op kortsluiting. Vergeet de strandgeneugten. Ontsnappen aan het stijgende water wordt het devies.
En zo zijn we terug bij de afsmelting van de poolkappen. Meer dan een klimaatcatastrofe, wordt dit een cultuuromslag en het einde van een naar de zee en het water gerichte denk- en gevoelswereld. De lang voorspelde Untergang des Abendlandes (Oswald Spengler, 1923) wordt op die manier niet alleen een metafysische, culturele kwestie, en zelfs niet alleen een verhaal van economische ineenstorting, maar ook gewoonweg een zaak van natte voeten.
Terwijl beschaafde oude heertjes nog altijd een Europese Unie trachten in elkaar te steken, dwingt deze planeet en haar meteorologie ons om het algemene exit voor te bereiden. Tijd om terug het IJzeren Gordijn over te steken, nu het nog kan.
Als het wereldbeeld van het fluïdum en het gematigde zeeklimaat wegdeemstert en wij, West-Europeanen allemaal drenkelingen worden, op zoek naar vaste bodem, is het dan niet logisch dat er een continentale cultuur opgang zal maken, waarvan Rusland mogelijk de gangmaker wordt? Hoe zou dat nieuwe wereldbeeld er dan uitzien?
Eerlijk gezegd is het vandaag gissen. Het bestuderen van Poetin en het actuele Kremlin is een van de methodes om inzicht te krijgen. Nu, en in de komende jaren. Wel weet ik dat nu al het zich van heel die Europese Verlichtingstraditie niets aantrekt, maar anderzijds wellicht niet minder rationeel en zelfs niet minder ‘humaan’ is. Het ordent gewoon de dingen anders en stelt andere prioriteiten. Het hecht meer belang aan cohesie en minder aan excentriciteit. Het put zijn kracht uit ongeveer alles was het maritieme denken niét was: het is onverzettelijk, discreet, centralistisch, identitair, absolutistisch, non-verbaal, lakoniek.
Nuchter en strategiebewust, maar in het emotionele spectrum dikwijls ook fatalistisch, pathetisch en melancholisch, gezwollen. De muziek van Tsaijkovski, Rachmaninov en Sjostakovitch is er een goede spiegel van. De Byzantijnse ritus is nooit ver weg en het transcendente godsbeeld spelen tussen door mee.
Alleszins biedt het Russische uitgestrekte continentaal plateau op middellange termijn een filosofisch-cultureel kader dat bij ons doorgaans ‘rechts’ wordt genoemd, en dat ook in West-Europa vorm krijgt, vooral bij de onderklasse die de lager gelegen gebieden bewoont en het eerst de koffers zal moeten pakken. Het inruilen van vrijheid voor zekerheid en snelheid voor diepte en hoogte is een van de grondkenmerken van dat nieuwe continentalisme, samen met de behoefte aan collectieve identiteit en groepssubject. Een afkeer van het vrijheid-blijheid-verhaal en het ronduit infantiel geworden artistiek-intellectuele narcisme hoort daar evenzeer bij. Pussy Riot is bij ons populair, de Russen zelf kijken erop neer.
Wie hier slechts old school nationalisme in ziet vergist zich. Het gaat wel degelijk om het denken vanuit een vast platform, een aardplaat, en niet vanuit eilandjes in een lauwwaterbekken. Het leven zal wat lastiger worden, alle afstanden groter, de temperaturen wat extremer. Onze mental map kan niet anders dan mee-evolueren. Gedaan met het discussiëren over futiliteiten. Op de Trans-Siberische spoorlijn mokt men niet om vijf minuten vertraging.
Het zal even wennen worden voor ons, Euro-emigranten, maar de Chinese en Russische literatuur lezen kan helpen om het Siberisch mentaal platform te begrijpen en te waarderen. Ook leren schaakspelen kan daartoe bijdragen. De Duitsers zullen het er mentaal minder moeilijk mee hebben dan bijvoorbeeld de Italianen, Fransen, Belgen en Nederlanders, omdat Duitsland altijd al de Midden-Europese continentale gedachte heeft gecultiveerd, met Kant en Hegel als filosofische uitschieters.
Zie trouwens hoe goed Merkel met Poetin opschiet. Hegel mag dan wel de mediterrane Griekse cultuur enorm bewonderd hebben, zelf doet zijn monumentale ideeënarchitectuur veeleer Oost-Europees aan.
De opgang van rechts in West-Europa is zonder twijfel een anticiperen op de nieuwe Siberische lente. De verachting anderzijds van Poetin tegenover de Eurocentrische Verlichtingsarrogantie, uitgeademd door hysterische clowns zoals Guy Verhofstadt, is geheel terecht.
De tijd speelt tegen ons, en in het Kremlin weet me dat heel goed. Tegenover de linkse vloeibaarheid staat de rechtse stolling. Steen en mineraal worden het nieuwe archetype, gas de wisselmunt.
Het heeft echter geen zin om dat achterwaarts met termen als ‘fascisme’ te verbinden. De Club-Med-vakantie is gewoon ten einde. Tijd voor het ernstige werk.