In een stuk dat de titel draagt ‘Jansen, de Ruiter en de zionistische mythe van de moefti met bloed aan zijn handen’ gaat de auteur ervan, die door het leven gaat onder het pseudoniem Abu Pessoptimist, met als specificatie ‘Jew in Arabia, Goy in Israel’, in op mijn eerdere column op ThePostOnline over de vergelijking die collega arabist Hans Jansen maakte tussen moefti Hajj Amien al Hoesseini die in de Tweede Wereldoorlog een permanente gast van de Duitse Führer was, en de nazis. Jansen wilde in zijn stuk maar zeggen dat de band tussen islam en nazisme onverbrekelijk is en dat de moslims van vandaag als de nazis van gisteren zijn.
In mijn column verweet ik Jansen een tunnelvisie. Als je dan een vergelijking wilt maken tussen nazisme en islam, vergeet dan niet dat er ook voorbeelden zijn van islamitische gezagsdragers die zich actief opstelden om joden te redden of uit handen van de naziklauwen te houden. Een medaille heeft nu eenmaal immer twee kanten. Bovendien zijn er, zo betoogde ik, nog wel andere voorbeelden van al te innige samenwerking met de nazis. Ik gaf het voorbeeld van de katholieke kerk die ook geen schone handen had.
Daar ging mijn stuk over: een evenwichtig beeld geven van om het even welke kwestie in het publieke debat.
En toen kwam Abu Pessoptimist die in zijn column schreef dat ik Jansen steunde. Toen ik dat las viel ik van mijn stoel. Dan heb je het toch echt niet goed begrepen. De essentie van Abu’s redenering was dat ik Jansen steunde in zijn visie op de kwaadaardigheid van de moefti. En met die kwaadaardigheid viel het, aldus Abu, allemaal reuze mee. We hebben hier namelijk te maken met een ‘opgeklopte, zionistische propagandaversie van de werkelijkheid’. De Arabieren moesten gedemoniseerd worden in de prille jaren van de staat Israel, met name tijdens en na het Eichmannproces begin jaren ’60. Het frame was: ‘Zie eens hoe slecht de Arabieren zijn, om te beginnen bij de moefti’.
Dan legt Abu uit en te na uit hoezeer ik er naast zit in mijn interpretatie van karakter en rol van de moefti. Hoe ik de verkeerde literatuur gebruik of geen kennis heb genomen van het ideologische karakter van de door mijn geraadpleegde werken. Of, in Abu’s woorden: ‘ Jan Jaap de Ruiter mag wel wat voorzichtiger zijn voor hij zich mengt in discussies over onderwerpen waar hij geen verstand van heeft.’
Ik zal de laatste zijn om te beweren dat ik een moeftispecialist ben. Dat ben ik niet. En dat wil ik ook niet zijn. En dat was mijn punt ook helemaal niet. Mijn punt was dat ik vond dat arabist Jansen een beperkt beeld van de geschiedenis gaf, in dit geval dat van de relatie islam-nazisme. En gelukkig erkent Abu dat ook, zij het mondjesmaat, als hij later in zijn column stelt dat ‘De Ruiter zijn collega Jansen toch weer een beetje afvalt’.
Ik vind dat Abu ook zou moeten erkennen dat mijn punt over de moefti meer dan valide is. Immers, hij stelt zelf in zijn column dat ‘het natuurlijk geen punt van discussie is dat de moefti hoogstwaarschijnlijk een antisemiet en in ieder geval hartstikke fout was’ waarbij ik aanteken dat ‘hoogwaarschijnlijk een antisemiet zijn’ het zelfde is als ‘hoogstwaarschijnlijk zwanger’: beide kunnen niet, je bent het of je bent het niet. Dit wordt ook nog eens bevestigd door het feit dat de moefti zich ook bemoeide met de vorming van de SS-divisie Handschar en daartoe Kroatië van 30 maart tot 14 april 1943 bezocht. Hij riep jonge moslimmannen op zich aan te melden voor de divisie, aldus Lepre (1997) in zijn Himmler’s Bosnian Division. The Waffen-SS Handschar Division 1943-1945 (p. 31-35) of is ook Lepre ideologisch-wetenschappelijk niet verantwoord?
Hoe dan ook, Jansen, Abu en ik zijn het eens dat de moefti in geen enkel opzicht deugde. We verschillen wel van mening over de ernst ervan. Het goede aan de column van Abu Pessoptimist is dat hij mij wil laten zien dat er aan een zaak, in dit geval die van de moefti, verschillende kanten zitten, en dat aanvaard ik zonder meer. Dat principe was ook mijn punt ten opzichte van Jansen. In die zin zitten Abu en ik op één lijn en dat is mooi.
Tegelijkertijd betreur ik het dat hij niet ziet waar het mij in tweede instantie om te doen was: het bestrijden van de eenzijdige beeldvorming van de islam, en dat hij twee rare twists maakt: de eerste dat ik Jansen zou steunen en de tweede dat het met de moefti wel meeviel, hoewel hij ‘hartstikke fout’ was.
Tenslotte een hartenkreet van mijn kant. Ik heb geen idee wie Abu Pessoptimist is en heb ook geen moeite gedaan om erachter te komen. Hij schrijft onder pseudoniem. Ik blijf dat per definitie oneerlijk vinden. Mijn naam is bekend, iedereen weet mij te vinden. Ik vind het ronduit laf als je je verschuilt achter een anoniem. Ik daag Abu Pessoptimist daarom uit uit zijn schuilplaats te komen en te ervaren hoe het is als je in de volle schijnwerpers meedoet aan het maatschappelijke debat.
De kracht van een betoog zit in de oprechtheid en rechtlijnigheid ervan. Het blijkt maar weer dat het immer een lastige exercitie is om dat overtuigend waar te maken.
Instant update – Na het verschijnen op deze site van bovenstaande column werd ik er via Twitter op gewezen dat Maarten Jan Hijmans achter het pseudoniem Abu Pessoptimist schuilgaat. Ik handhaaf evenwel mijn kritiek op het publiceren onder pseudoniem omdat redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat opponenten op zoek gaan naar de ware identiteit van de drager van het pseudoniem.