Wie dacht dat zestienjarige Nederlandse jongens zich in Lloret de Mar misdragen, moet eens naar Monaco komen om de volwassen versie te aanschouwen. Met hun bootschoenen banjeren de Nederlanders als een stel boeren door dit adelijke land. Ze versperren het trottoir, schreeuwen tegen de barman dat ze meer bier willen en benoemen het vrouwelijk geslacht steevast ‘meisje’ of ‘vrouwtje’.
“Nou, nou meisje, wat moet jij nou met zo’n klein Frans mannetje?”, zegt een vent die met zijn boomlange Hollandse vrienden een sigaret staat te roken. De arrogantie spat van hem af. Dat de kleine man naast me een vriend is uit Monaco die werkt voor de overheid en waarschijnlijk tien keer zo veel op zijn rekening heeft staan, kan hem niet schelen.
Het is een man in rode broek, die voor zijn werk op de Monaco Yacht Show is. Hij is ver van huis heeft hij opeens het recht om vrouwen te kleineren en arrogant te doen tegenover andere mannen.
Met deze houding gaan ze het niet redden hier, denk ik bij mezelf. Ze komen voor business, maar vergeten daarbij, dat patserig doen, niet in de smaak valt. Het is waar dat bij veel huwelijken hier de echtgenoot het geld heeft, maar bij het uitzoeken van een boot, is het wel degelijk de vrouw die uiteindelijk bepaalt. Bovendien zijn veel vrouwen in Monaco van adel en hebben ze zelf een goed gevulde bankrekening. Geen types waartegen je ‘hé schatje, kom jij eens op schoot bij pappie zitten’, zegt.
Juist in Monte Carlo behandelt men elkaar met respect. Vrouwen zijn elegant. Ze hebben in dit warme land vaak jurkjes en hoge hakken aan, waarbij ze ook een mooi decolleté tonen. Dat geeft niet het recht om: “Hé blondje, waar ga je met die tietjes naartoe?!”, te roepen over een vol terras. Hier houdt men juist de deur voor je open en behandelt je met respect, want dat is de enige weg naar het hart van een vrouw.
Na een week vertrekken de mannen vaak teleurgesteld. “Die Fransen, daar kun je geen vrienden mee maken en ik heb ook niet eens geneukt. Die wijven maken je een beetje lekker, maar batsen, ho maar”, zeuren ze in de rij bij het vliegveld.
Dat niet het land, maar zij het probleem zijn, daar denken ze niet aan. Want in Nederland staan ze weer lekker aan de bar met hun vrindjes en de hockeymeisjes, die het lullogedrag inmiddels normaal zijn gaan vinden. “Je kunt nog zoveel geld hebben, maar klasse kan je niet kopen”, zei mijn oma al en daar zijn de patserige Hollanders in Monaco het levende bewijs van.