Column

De nieuwsmythe: ‘nieuws’ is helemaal niet zo nodig

08-03-2013 13:00

Journalistiek en ‘media’ zijn meer dan eens onderwerp van gesprek, vaak in diezelfde media, maar er blijft vaak één onderdeel onbesproken. De opkomst van het internet brengt het gesprek steeds vaker op de toekomst van de ‘traditionele journalistiek’, ‘dode bomen’ en of het niet ‘de verkeerde kant’ op gaat met de verslaggeving. Met andere woorden, of “er nog wel goede journalistiek” is, of überhaupt een kans heeft. Recentelijk komt daar ook het debat over de rol van ‘de media’ zelf bij. ‘Objectiviteit’, ‘onafhankelijkheid’, ‘hoor en wederhoor’ en hoe deze concepten zich verhouden tot de dynamiek van het huidige tijdsgewricht. De vraag die eigenlijk nooit gesteld wordt is echter wáár we het nu eigenlijk over hebben, een omissie met grote gevolgen omdat voorspellingen over de toekomst zo aan kracht inboeten.

Wat is ‘nieuws’ nu eigenlijk?

De vraag wat ‘journalistiek’ nu eigenlijk is komt nog wel regelmatig op, dan passeren ‘journalistieke regels’ vaak de revue als hetgeen dat het begrip zou moeten kaderen. Als product van die journalistiek (En andere vakgebieden!) wordt ‘nieuws’ echter zeer weinig gekaderd: waar hebben we het nu over als we zeggen dat “nieuws steeds populairder wordt opgeschreven” of dat iets ‘non-nieuws’ is? Misschien ligt het wel aan het feit dat het heel triviaal lijkt: ‘nieuws’ betreft toch de informatie over (vaak recente) gebeurtenissen en feiten waar we eerder nog geen inzicht in hadden? Maar hoe zit dat dan met de claim van de zus van Jan Smit op een schaatstitel van een televisieprogramma? Dat is ook nieuws, zou je zeggen, maar toch vinden we van dit soort items vaak “Dat is geen nieuws!”. We bedoelen dan waarschijnlijk dat we het niet ter zake doende nieuws vinden; dat het voor ons van geen enkele invloed is.

Toch is het belangrijk om nieuws wél te kaderen. Want als we het elke dag over de familie Smit hebben, kunnen we dan zeggen dat het de verkeerde kant op gaat met ‘het nieuws’, als we niet eerst hebben vastgelegd wát het concept ‘nieuws’ nu precies inhoudt? Door ‘nieuws’ niet te kaderen gaan we er vaak vanuit dat ‘echt’ nieuws een zeker maatschappelijk belang vertegenwoordigt. Op die manier zien we echter een belangrijk aspect van nieuws en de ‘noodzaak’ van nieuws en journalistiek over het hoofd waardoor uitspraken over de toekomst eveneens hopeloos eendimensionaal blijven.

Journalistiek is niet ‘nodig’

Doordat we doorgaans niet over de betekenis van ‘nieuws’ door filosoferen, blijven we vaak vast zitten in het enge kader van ‘maatschappelijk belang’. Hier komt dan vervolgens het misverstand dat nieuws en journalistiek ‘nodig’ zouden zijn uit voort. Bekend is dan de uitspraak dat ‘de journalistiek’ de “hoeder der democratie” -en daarmee ‘dus’ noodzakelijk- is.

Om alvast één misverstand uit de wereld te helpen: journalisten kunnen hardwerkende zeer betrokken mensen zijn, met een passie voor hun vak en het vergaren en delen van kennis. Zo bezien hoef je niets ‘tegen’ journalisten, ‘dode bomen’ of andere aspecten van de media te hebben.

De journalistiek en haar producten zijn echter an sich niet intrinsiek ‘nodig’. Dat het líjkt alsof we nieuws nu eenmaal hard nodig hebben komt door de eerder aangehaalde misconceptie over de betekenis van deze informatie voor de maatschappij.

Nieuws als sociaal fenomeen

De waarde en relevantie van ‘nieuws’ moet vaak voor zich spreken, maar eigenlijk doet het dat helemaal niet. Nieuws is veel meer een sociaal fenomeen dan dat de waarde van het nieuws op face value bezien kan worden. Eén van de taken van nieuws is ‘verwonderen’: daadwerkelijk informatie geven waarvan je kunt denken ‘Hé, hoe zit dat?”, “Wat interessant!” of “Hier moet ik meer van weten!”. Natuurlijk kun je je daarbij gemakkelijk allerlei nieuwsberichten voorstellen waarvan je kun zeggen dat ze direct een waarde voor de consument van dat nieuws vertegenwoordigen. Een handelaar die prijsinformatie of nieuws over de handelswijze van een concurrent voor zich krijgt, bijvoorbeeld. In de meeste gevallen is dit echter helemaal niet zo vanzelf sprekend: de waarde van het nieuws ligt naast de ‘verwondering’ juist met name op een heel ander vlak: ze fungeert als sociaal cement.

Het socialiserende effect van nieuws en ‘de media’ wordt dusdanig onderschat dat het in het grote debat over de ‘toekomst van de media’ maar zelden prominent naar voren komt als verklaring voor de bewegingen in het medialandschap. Terwijl het juíst een bepalend element is. Vergeet ‘social media’: alle media zijn ‘sociaal’. Informatie werkt in hoge mate socialiserend, maar doordat we dit aspect amper binnen het kader van wat ‘nieuws betekent’ plaatsen zien we de effecten over het hoofd. Kort gezegd: het maakt niet uit wát je leest, maar dát je wat leest.

Relevantie

Een slachtpartij in Rwanda is vreselijk, maar de directe maatschappelijke implicaties blijven voor ons onduidelijk, wel biedt de nieuwsvoorziening erover ons iets dat we nu gezamenlijk hebben. Natuurlijk kunnen we vinden dat we ons juist met deze ‘grotere’ problemen en vragen in de wereld bezig zouden moeten houden, maar daarmee is het nog geen feit dat berichtgeving hierover ‘nodig’ is. Hiermee is hoogstens aangetoond dat er binnen een bepaalde groep de consensus bestaat dat dit soort problemen onze aandacht verdienen. Het socialiserende effect kan echter overal vanuit gaan, niet zo gek dat juist het ‘non-nieuws’ over BN’ers heel erg populair is: nieuws over mensen die al in een ietwat bredere groep bekend zijn.

Het valt verder op dat juist zeer feitelijk nieuws (denk bijvoorbeeld aan beursberichten) of besprekingen van dingen die we direct kunnen aanschaffen (recensies) vaak buiten het reguliere nieuws staan. Datgene waar we direct gebruik van kunnen maken valt ineens niet zo binnen ‘nieuws’. De informatievoorziening vanuit de journalistiek moet dan ook vooral als een ‘sociaal product’ gezien worden. Door dat in ogenschouw te nemen kunnen we direct de huidige strijd om de ‘ogen’ online in een ander perspectief plaatsen. Als nieuwsvoorziening concurreer je letterlijk met spelletjes en ‘triviaal geklets’ op Twitter en Facebook. Krampachtig vasthouden aan het beeld dat journalistiek ‘natuurlijk’ nodig is helpt niet bij de verzekering van het voortbestaan van diezelfde mooie beroepsgroep.