Als je van volstrekt bezopen gesprekken houdt, moet je de radio aanzetten. Niet de lokale zender waar ze vrijwilligers dikwijls ruim baan geven. Daar hoor je ook bezopen gesprekken, maar meer achteloos, als druppelen uit een pisbuis. Nee, voor de honderd procent geconcentreerde bezopenheid moet je naar Radio1 luisteren, of, zoals dat nu heet, NPO Radio 1. Daar hebben ze ‘professionals’ zitten die betaald krijgen om gasten en gesprekken voor te bereiden. Daar is alles erop gericht gebeeldhouwde gesprekken annex interviews te bekokstoven, die op de één of andere manier voor u en mij ‘van betekenis’ zijn. Sterker, liefst zodanig met ‘betekenis’ zijn overladen, dat alle luisteraars het gevoel krijgen dat ze naar iets belangrijks zitten te luisteren.
Eén van de gevolgen van dit streven, is dat ze bij NPO Radio 1 steeds weer graaien in een klein ploegje van humorloze branchevoorzitters, directeuren, experts en journalisten, ‘prominente mensen’, die geacht worden telkens opnieuw betekenis toe te voegen. En wat op zich al tamelijk bezopen is, is dat de hoofdredacteur van het nieuwe online magazine PAPER, Barbara van Beukering, ondanks een reputatie als oeverloze kleptante kennelijk tot dat groepje wordt gerekend. Ze mocht op NPO Radio 1 iets komen vertellen over haar nieuwe kindje, PAPER dus. Om het gesprek maar meteen zo betekenisvol mogelijk aan te vangen, was de inleidende vraag van de dienstdoende presentatrice waarom Barbara precies met dat online magazine begonnen was.
Barbara’s antwoord maakte vervolgens vele omwegen, maar luidde, om te beginnen, dat haar generatie het ‘heel erg druk had’ en dat ze dat gevoel zelf ook kende. Ik werd eensklaps razend nieuwsgierig naar hetgeen Barbara dag in dag uit zo bezighield dat ze tot de conclusie moest komen vrijwel permanent ‘heel erg druk’ te zijn, al was het, bedacht ik me een fractie later, evengoed mogelijk dat ze, Barbara zijnde, juist ontzettend tevreden was met die ‘hele erge drukte’, want Barbara houdt, voor zover ik goed geïnformeerd ben, wel van een feestje met wat spiritualiën. En voor een socialité als zij is dat waarschijnlijk óók werk. Leuk werk, naar ik hopen mag.
Maar nee, ‘deep down’ ofwel diep beneden, bekende Barbara, was al die drukte wel degelijk iets hinderlijks, iets dat, als een mantel, afgelegd moest kunnen worden, want zijzelf, en al die andere mensen uit haar generatie, beweerde ze, wilden juist als puntje bij paaltje kwam helemaal niet druk zijn maar ‘lekker ontspannen op een terrasje zitten’. Zo kende ik Barbara weer. Lekker ontspannen op een terrasje zitten! Wat je zegt, Barbara, dat wil ik nou ook de hele tijd. Ik zou het wel van de daken willen schreeuwen, dat ik dag in dag uit lekker ontspannen op een terrasje wil zitten! Ach ja, ik zei het al, voor bezopen gesprekken moet je gekwalificeerd zijn. Dermate gekwalificeerd dat je niet middenin in je eigen, bezopen verhaal spontaan in de lach schiet (waar ikzelf geen weerstand aan zou kunnen bieden), want elke seconde dat je lacht, giert of brult gaat ten koste van ‘betekenis’, wat een doodzonde is op de informatieve zender die NPO Radio 1 heet. En, toegegeven, jij verstaat onmiskenbaar de kunst, Barbara, om tijdens het opdissen van je bezopen verhaal een volkomen serieuze, informatieve toon te behouden. En te doen alsof je iets anders verkoopt dan lucht.
Het leuke van bezopen, betekenisvolle radiogesprekken is dat de logische vragen nooit gesteld worden. En de logische vraag in dit geval zou zijn geweest waarom mevrouw Barbara van Beukering niet gewoon, en meteen, hoppa, ‘lekker ontspannen op een terrasje’ ging zitten, als ze dat, zoals ze tenminste zei, zo graag wilde. Wat hield haar tegen? Honderd meter lopen in Hilversum of Amsterdam en je struikelt over de terrassen. Waarom zat ze in de plakkerige, bedompte studio haar online magazine PAPER te verkopen? Omdat ze het, als gememoreerd, ‘deep down’ misschien toch wel graag ‘heel erg druk’ wilde hebben? En niet kon wachten hoeveel mensen na afloop van het gesprek op NPO Radio 1 zouden gaan twitteren over haar nieuwe project? Omdat deze voor de hand liggende vraag door de aangestelde interviewers niet gesteld werd (daarop worden ze in het Gooi uitgezocht!), bleef onduidelijk waarom Barbara niet á la minute naar het verlangde terras rende. Resteerde de nog steeds boven de markt hangende en betekenisvolle vraag waarom ze met dat PAPER begonnen was.
Welnu, zo betoogde de bezopen Barbara, het was voor haar en mensen van haar generatie (die het dus ‘heel erg druk hadden’), zo moesten we begrijpen, écht niet te doen om ‘lekker ontspannen op een terrasje te gaan zitten’. Ik dacht eerst nog, in al mijn naïviteit, dat ze zou gaan jeremiëren over vroeg intredende gewrichtspijnen, die het neerzijgen op een terrasstoel tot een hel maakte. Maar nee, er was iets anders, aldus Barbara, dat tussen de drukke mens en het ontspannen terras in stond, een obstakel, een soort vijandig rotsblok dat je ervan weerhield de boel de boel te laten, uit te blazen en neer te ploffen bij een gerieflijke uitspanning, en dat obstakel heette met een voor mij onbekende afkorting, lach niet, FoMO. ‘Fear of Missing Out,’ expliceerde Barbara. (Je kon een speld in de studio horen vallen. Niemand die schaterde! Daar krijgen de presentatoren natuurlijk een CAO-loon voor, om zulke betekenisvolle momenten niet om zeep te helpen door te gaan zitten schateren.)
Barbara leed, gaf ze toe, aan FoMO. ‘Ik wil het risico niet lopen dat ik iets belangrijks mis of dat ik niet weet waar het gesprek van de dag over gaat,’ bekende Barbara. O, dacht ik, dus dáár ben je de hele tijd ‘heel erg druk’ mee, met de angst dat je iets zult missen, een nieuwtje, een trend, een incident, en dat je eigen angst je dwingt om vliegende keep te zijn, alles op te vangen wat er maar te vangen valt. ‘En dáárom ben ik dus met PAPER begonnen!’ sprak Barbara de verlossende woorden. In al mijn onschuld meende ik dat Barbara een knuffel nodig had of een therapie met gezellige heiweekends of, meer eigentijds, een pilletje dat Barbara’s angstneuronen eruit zou vissen en chemisch zou uitschakelen, maar Barbara had, geheel volgens de tijdgeest van zelfhulp en proactiviteit, besloten eigenhandig de oplossing in elkaar te knutselen en het online magazine PAPER te beginnen, als medicijn tegen haar FoMO.
En of dat niet allemaal al bezopen genoeg was, werd haar project door De Persgroep financieel mogelijk gemaakt en wilde ze u en mij ook graag aan de PAPER hebben, niet beseffende (of niet accepterende) dat er complexloze (ik zou zeggen: verlichte) mensen bestaan, hopelijk veel mensen, die gewoon op een terrasje gaan zitten als ze daar zin in hebben, en geen behoefte voelen om eerst een dagelijks online magazine te raadplegen dat zo te horen met maar één doel wordt samengesteld: herhalen of doubleren waar elders ‘over gesproken wordt’. Vergeef me, maar de gruwel die ik voelde bij het idee dat de inhoud van PAPER geselecteerd zou worden volgens het criterium ‘Wordt Barbara er rustig genoeg van om lekker ontspannen op een terras te kunnen gaan zitten?’ greep me acuut naar de keel. Wat zou dat niet voor een slaapverwekkend, voorspelbaar, eenvormig magazine over ‘Het Gesprek Van De Dag’ opleveren? Mijn karatehand was al half onderweg het radiotoestel in tweeën te gaan splijten, maar daarbij helaas niet snel genoeg om het einde van het gesprek te missen.
“Dank je wel, Barbara”, hoorde ik het presentatieduo nog net zeggen, in koor, met de ogenschijnlijke zekerheid dat er weer vijf minuten betekenisvolle radio was gevuld.