De Partij voor de Dieren krijgt het moeilijk in het Europees Parlement

27-05-2014 09:34

De eerste zetel van de Partij voor de Dieren (PvdD) in het Europees Parlement is een feit. Marianne Thieme kraait victorie en doet alsof er een grote politieke doorbraak heeft plaatsgevonden. Toch is het de vraag of al dat optimisme gerechtvaardigd is. Want kan de Partij voor de Dieren op Europees niveau werkelijk iets voor elkaar krijgen? Dat staat nog te bezien.

Verklaringen oplezen

Het Europees Parlement is geen Tweede Kamer. In Den Haag is het mogelijk tijdens debatten lawaai te maken en elke bijdrage af te sluiten met de woorden dat de bio-industrie moet worden afgeschaft. In Brussel is dit nauwelijks mogelijk. De debatten in het Europees Parlement zijn geen debatten maar een serie opgelezen verklaringen. Niemand heeft interesse in deze plenaire sessies. Dat wordt niet anders als ook Anja Hazekamp een verklaring opleest.

Het gaat om de onderhandelingen tussen partijen die aan deze sessies vooraf gaan. Het aantal stemmingen in het Europees Parlement is veel groter dan in Den Haag. Het is dus onmogelijk voor Europarlementariërs om zich met alle thema’s bezig te houden. Niet zo gek dus dat er grote transnationale fracties bestaan waarbinnen de leden ieder een eigen portefeuille hebben. Iedere Europarlementariër specialiseert zich.

Om met andere fracties te kunnen onderhandelen, is fractiediscipline noodzakelijk. Als er geen fractiediscipline zou zijn, is het onmogelijk om in te schatten of er voor een bepaald voorstel een meerderheid is. Dan kan geen onderhandelaar garanderen dat zijn hele fractie instemt.

Meestemmen

Grofweg gezegd moeten Europarlementariërs dus meestemmen met hun fractie en bepalen zij de standpunten van hun fractie vooral bij de thema’s waarvan ze formeel woordvoerder zijn. Om deze functies wordt intern gestreden. Vooral loyale leden zullen goede functies krijgen. Niet-loyale leden komen voor geen enkele functie in aanmerking.

De PvdD wil vasthouden aan haar idealen en geen beloftes breken. Dat klinkt mooi, maar om invloed te hebben moet ze zich bij een fractie aansluiten. Op basis van het groene programma van de PvdD ligt de Groene fractie – waar ook GroenLinks in zit – voor de hand. Die fractie wil meer dan andere fracties meer Europa.

De PvdD moet om invloed te hebben dus loyaal meestemmen met deze federalistisch ingestelde fractie. ‘Meer Europa’ dus, terwijl de PvdD juist minder Europa wil. Dat wordt dus een probleem: of de PvdD stemt in met ‘meer Europa’ om een mooi woordvoerderschap op het gebied van dierenwelzijn te krijgen, of de PvdD stelt zich recalcitrant op en bereikt niets.

Weinig opties

De PvdD loopt ook bij andere partijen tegen dit probleem aan. Ook de Europese fracties van CDA, PvdA, VVD, D66 en in iets mindere mate die van de ChristenUnie/SGP kennen fractiediscipline.

Indien de PvdD haar eigen geluid wil laten horen is ze veroordeeld tot fracties die geen fractiediscipline kennen en relatief weinig invloed hebben. Bijvoorbeeld Verenigd Links (met o.a. de SP) die al lange tijd klaagt dat de EU te neoliberaal is. Een andere optie is Europa van Vrijheid en Democratie (met o.a. UKIP) die met haar pleidooi voor minder Europa al even weinig bereikt. Om over de mogelijke PVV-fractie nog maar te zwijgen.

Wat gaat de PvdD doen? Wordt de PvdD simpelweg federalistischer door zich bij de Groenen aan te sluiten en zo de kans te hebben inhoudelijke resultaten te boeken, of ze sluit zich aan bij een fractie die relatief machteloos is, maar waarbij de PvdD wel eurokritisch kan blijven?

Rara welke van deze opties is het meest opportunistisch?

Chris Aalberts stemt vaak Partij voor de Dieren, maar heeft dat deze verkiezingen bewust niet gedaan.