Wel de lusten, niet de lasten. De medaille zonder de keerzijde. Wel drinken maar geen kater. Snacken zonder dik worden. Can’t stand the heat, maar wel vooraan staan in de kitchen. Het is het infantiele wereldbeeld van de Nimby (“not in my back yard”), en het krijgt Amsterdam steeds meer in zijn greep. Niet dat nimby-isme specifiek Amsterdams of zelfs stads is. Op het platteland wonen ook genoeg stedelingen die verwachten ruraal en helemaal Boer Zoekt Vrouw-ish de buitenwonenidylle te gaan beleven, en die hoogst onaangenaam verrast zijn als boeren, behalve vrouwen zoeken, ook dingen doen als mest uitrijden en met lawaaiige machines hun land bewerken. Het platteland is echter not my back yard, dus ik beperk me tot het nimby-dom zoals ik het ken: de Amsterdamse nimby.
De Babyboomernimby en de Bakfietsnimby
Grofweg zijn er twee types: de babyboomernimby en de bakfietsnimby. De babyboomernimby heeft in de late jaren zestig en vroege jaren zeventig volop geprofiteerd van de vrije alles-moet-kunnen mentaliteit van de hippies, de Damslapers en de provo’s. Lang studeren, hard feesten, panden op A-locaties kraken of voor een habbekrats huren en verder alles doen wat God en de gevestigde orde verboden had. Inmiddels zijn de hippies van weleer oud en bedaagd, hun panden zijn een kapitaal waard en hun schaapjes zijn ruimschoots op het droge.
De bakfietsnimby is de veertiger met jonge kinderen. Geboren provincialen die gingen studeren in Amsterdam, kekke etage bewoond in de Pijp en na de komst van de eerste baby verkast naar een dubbel benedenhuis in de Jordaan (met tophypotheek) of een pandje in de Plantagebuurt (idem). Want Amsterdam is inmiddels hélemaal hun stad, dus verhuizen naar zo’n duffe vinexwijk, no way! Ze zijn nog steeds helemaal happening, natuurlijk.
Dreamnight
Wat beide types gemeen hebben: ze zeiken. Ze wonen middenin uitgaanswijken maar wensen geen geluidje meer te horen na elf uur ‘s avonds. Ze spreken ronkend over alle cultuur in de stad maar maken hevig bezwaar tegen alle evenementen en optredens in de buitenlucht. Ze roemen hun kinderrijke straatje: zó leuk, ‘s zomers met de buurtjes aan de tapas en de kinderen lopen in en uit! Maar ze sommeren verwijdering van een speelpleintje vanwege het lawaai van spelende kinderen.
De voorbeelden zijn legio: een Jordaanbelangenclubje stelde voor de horeca in die wijk vanaf twaalf uur te sluiten, wie langer wil stappen moet maar op het Leidseplein tussen de toeristen en provincialen gaan zitten. Een groot speeltoestel in de Plantagebuurt moest weg omdat omwonenden het geluid van spelende kinderen niet konden verdragen. Het theater in het Vondelpark mag geen versterkt geluid meer gebruiken wegens klachten van omwonenden. Treurig dieptepunt: de jaarlijkse Dreamnight voor ernstig zieke en gehandicapte kinderen is kapotgenimby-t omdat de gevoelige oortjes van omwonenden het niet kunnen verdragen dat die kinderen eenmaal per jaar onder begeleiding van sirenes naar Artis mogen.
Verbiedreflex
Die tergend egocentrische bekrompenheid, die kortzichtige onverdraagzaamheid, die kleinburgerlijke hypocrisie, dat achterbaks verklikkerige, dat nauw verholen territoriumdriftige eigenbelang! Jij babyboomnimby met je frustratie dat je precies geworden bent wat je ooit minachtte: een reactionaire zak met te veel eigenbelang en genoeg macht om het te beschermen. Jij bakfietsnimby, slaaf van je eigen tophypotheek en krampachtige dwang om hip en happening te te blijven terwijl je eigenlijk gewoon snákt naar IJburg. Waarom toch die verbiedreflex? Is klagen over mensen die het wél leuk hebben het enige wat je rest?
Ga weg. Ga weg en laat mensen naar de kroeg gaan, kinderen spelen en muziek door de parken schallen op zomermiddagen. Er zijn genoeg regels waar we aan moeten voldoen om het een beetje uit te houden met elkaar, als we ons daar aan houden en dus niet in elkanders portieken pissen of tot de dageraad dansen en zingen op de pleinen hoeven we jullie nimby’s toch niet serieus te nemen? Nee echt: ga weg. We kotsen jullie uit. Jullie zijn de geneugten van de stad niet waard als je op hoge toon dorpse rust eist. Jullie zijn geen Amsterdammers , jullie wonen er alleen. En dat vinden wij, niet-nimby’s, niet leuk en jullie, getuige jullie niet aflatende geklaag, ook niet. Ga weg.
Instant update: Burgemeester van der Laan versus de nimby. “Het moet te doen zijn dat we in Amsterdam allemaal zeggen: wat maakt ‘t ons uit, even die sirenes.”
Annabel Nanninga is geboren Amsterdammer, heeft en had allerlei vormen van overlast, gekken, muziek, evenementen en wat er nog meer bij het stadsleven hoort in haar back yard en draagt de stad een warm hart toe.