Had ik in mijn nakie een rondje door een stichtelijk gebedshuis gerend? Had ik nageboetseerde babylijkjes in brievenbussen gepropt om duidelijk te maken dat abortus gemeen is? Had ik in een anorexiakliniek 36 slagroomtaarten van drie meter hoog laten bezorgen? Niets van dat al. En toch was ik de provocatie van de dag. Ik had het namelijk gewaagd om in het Volkskrant Magazine te schrijven dat ik af en toe verlang naar kinderopvang op vakantie.
Twitter ontplofte. Enerzijds met reacties als ‘Eindelijk iemand die het zegt’ (graag gedaan, hoor), maar anderzijds was er vooral verontwaardiging. Waarom wil zo’n vrouw kinderen, werd er hardop gevraagd. De naarste: “Ik heb medelijden met de kinderen van Roos Schlikker”.
Nu moet je niet te hard piepen als je zelf nogal boude dingen opschrijft, maar toch was ik geraakt. Want zoiets ergs had ik toch niet gezegd?
Het overkwam me eerder toen ik in het Parool een verhaal schreef over ouders die menen dat ze hun kinderen overal mee naar toe kunnen nemen. Laat je kinderen toch thuis, was mijn stelling. Een driejarige met een veel te grote koptelefoon op zijn oortjes zodat ze niet beschadigen tijdens dat ruige hiphopconcert, waar slaat dat op? En een kind dat op een bankje in het café in slaap valt, is niet schattig, maar zielig. Die moet gewoon naar zijn Nijntjesbed.
Maar ook dat mocht ik niet roepen. Een stomme moeder was ik, een mens dat kinderen heeft maar er helemaal niets mee wil.
Het tegenovergestelde is waar. Het enige wat ik niet wil zijn is een ploetermoeder. Want ploetermoeders zijn de grootste bedreiging van vrolijk ouderschap (kom er maar in, Twitter).
Wie eerlijk zegt niet 24 uur per dag snottebellen te willen afvegen of te spelen dat hij de locomotief van Thomas de Trein is, wordt onmiddellijk ontaard genoemd. Net als dat vrouwen die geen borstvoeding geven een scheef oog van de ploetermoeder krijgen. Of dames die hun kind voor zijn eerste verjaardag naar de crèche brengen.
Neeneenee, gij hebt gebaard en daarom dient gij de komende achttien jaar verklonken met uw zuigeling op de bank door te brengen, uw haar praktisch kort te knippen, nimmer meer hoge hakken te dragen en vooral nooit, nooit, nooit meer te verlangen naar een rustig momentje voor uzelf met een kopje koffie en de krant.
Die krant kunt u bovendien meteen opzeggen want hoe het er aan toegaat in de rest van de wereld, is ook niet meer van belang. Er is namelijk nog maar één wereld die er toe doet en dat is de wereld van uw kind, aldus de ploetermoederoekaze (overigens, waar moeder staat mag u ook vader zetten, want voor je het weet krijg je dat weer).
Toen ik las dat een Twittermeneer medelijden had met mijn kinderen, had ik net de hele dag doorgebracht in een tropisch zwembad op Tenerife. Tientallen keren had ik mijn stralende zoons opgevangen van de glijbaan, urenlang had ik met ze rondgehupst in het pierenbad en eindeloos hadden we gekust, geknuffeld en gestoeid. We hadden genoten.
Veel meer dan de vrouw naast me aan het zwembad die zuchtend en steunend de halve dag haar Jopje ter verantwoording riep, haar Sterre maande níet steeds zo te spetteren als ze in het water lag en Berendje luid mopperend drie keer een ander T-shirt had aan gedaan omdat hij nog niet in staat was zijn ijsje fatsoenlijk op te eten.
De rest van de tijd bracht ze boos kijkend achter haar zonnebril door. “Pfffft, dat noemen ze vakantie. Het is eigenlijk net als thuis. Maar ja, je doet het he, je hebt alles voor ze over.”
Daar zijn die kinderen mooi klaar mee, dacht ik terwijl ik mijn kroost even bij een clownshow had geparkeerd en met een margarita in mijn hand over de zee staarde. Ik had een topvakantie, ook omdat ik zo nu en dan mijn kinderen opdroeg een momentje iets voor zichzelf te doen.
En ik heb thuis een toptijd met ze, juist ook omdat er kinderopvang bestaat waardoor ik even iets anders ben dan alleen maar Mamamamama. Na een dag werken, of een dag sauna, of een middag sporten, kan ik niet wachten om mijn kinderen weer op te pikken. Dat voelt alsof ik een geliefde van het station haal die ik een tijdje niet heb gezien. Dezelfde kriebels. Had ik de hele dag lopen ploeteren, dan had ik die nooit meer waargenomen.
Het zijn dingen die ik ook in bovenstaande verhalen schreef, maar daar wordt altijd overheen gelezen. Nee, ik ben een ontaarde moeder, klaar uit. Maar ik schrijf niet dat ik mijn kinderen wil verdrinken in een bad met hopjesvla, of dat een linkse directe een uitstekende opvoedmethode is. Niets van dat al. Het enige wat ik schrijf is dat ouders ook tijd voor zichzelf mogen opeisen.
Goed ouderschap is niet jezelf vergeten, het is niet jouw permanente opofferingsgezindheid tonen. Want wie opoffert, wil daar heel vaak stiekem iets voor terug. Ik hoef niets terug. Ik wil er zijn en ik wil dat zij er zijn, meer niet. Dat is precies de reden waarom ik kinderen genomen heb.
Meer van Roos Schlikker? Neem een abonnement!