Diederik Samsom staat er ontspannen bij –vlak voor het grote Carrédebat van dinsdag. Hij herkent de rode stropdas van jakhals Erik en zoekt er een bijpassende glimlach bij. Hij twijfelt of hij hem bij de schouder moet pakken, alsof ze vrienden zijn. Hij doet het uiteindelijk niet.
“Bent u klaar voor de wedstrijd van uw leven?” zegt jakhals Erik. Samsom wil het nuanceren. “Nou-nou.” “Wel een hééél belangrijk debat!!” De Jakhals buigt ver naar voren, zodat Samsom de urgente klodders speeksel op zijn wang voelt.
Samsom won weer. Hij is verre weg de intelligentste. De beste spreker. Maar hij is vooral de man die zich het beste kan aanpassen. Sinds Darwin weten we dat alleen diersoorten die zich het beste aanpassen aan hun omgeving kunnen overleven. Diederik Samsom past zich uitstekend aan. Hij moet nu een leider worden. Erboven staan. En dus doet hij ook de strop van de grote mannen om de nek. En niet zo’n ‘Greenpeace-jassie’, zoals Wiegel het aan tafel bij de hijgerige Mathijs van Nieuwkerk het uitdrukte.
Zorgwekkend is het wel. Vragen wij niet teveel van onze politici? vroeg Martin Sommer, columnist van de Volkskrant, zich een half jaar geleden nog af. Als je het huidige spel ziet, met debatten, waar elke grimas wordt uitvergroot, denk ik het wel.
Superman
Eigenlijk moet je een superman zijn. Want je moet én joviaal koffie leuten bij Koffietijd en alle cijfers tot ver achter de komma kennen. Dat is een spagaat die pijn doet. Je moet inhaken en meezingen, maar geen polonaise lopen. Je moet iets ludieks vinden, maar weer niet zo ludiek dat ze de stekker al uit je grap halen voordat er elektriciteit is.
Samsom doet het fantastisch. Het is bijna eng hoe perfect die PvdA-campagne loopt. Want iedereen weet, het gaat vooral om het vermijden van fouten. Hij wint de vier debatten niet alleen omdat hij de slimste is. Ook diens oogopslag, diens woorden, maar vooral diens stiltes zijn adembenemend goed geworden. Daar is eindeloos op geoefend.
Die stiltes tussen de woorden. Die zijn het belangrijkst. “Nu doet u het weer, meneer Rutte.” Dat is op zich een mooie zin. Maar de anderhalve seconde die er op volgde, dat dodelijke zwijgen, die strenge blik, die strakke lippen. Manmanman. Je hebt best kans dat die ene zin hem de overwinning brengt. Balkenende won de verkiezingen destijds immers ook op één zin: “U draait en bent niet eerlijk.”
Er is nog één zin die Samsom deze week gaat gebruiken om de definitieve kopstoot te geven. En dat is deze: “Vergis u niet, ik word de nieuwe minister-president.” Ziet u hem zitten, op de achterbank van een Bentley, met twee kudthondjes op z’n schoot?
Marcel Duyvestijn geeft toe dat hij het totaal bij het verkeerde einde had, toen hij zei dat Samsom geen stemmentrekker is.