Hans Spekman is nu twee en een half jaar partijleider van de PvdA. Tijd voor een tussenstand. En wie kan, in deze tijd van Oranjegevoel en 5-3-2, die analyse beter maken dan Jan van Halst. We weten immers dat Hans Spekman een groot voetballiefhebber is. Hij ontving zelfs een seizoenskaart voor het leven van FC Utrecht door de club van uw geld te redden met een miljoenenlening die de gemeente nooit meer terugziet, dus daar gaan we:
Van Halst zoomt IJzeren Rinus in op een PvdA-verdediger die met een fraai, maar totaal mislukt hakje de tegenstander in scoringspositie brengt.
Iedereen weet dat de PvdA het kwetsbaarst is in de achterhoede.
De backbenchers, de wethouders en de raadsleden die zich op moeten offeren voor de ploeg. Denk aan de Peter Rehwinkeltjes en Henk Koolsjes van deze wereld. De verdediging van de Partij van de Arbeid lijkt te zijn gebaseerd op misdragingen, fraude en zelfverrijking. Neem zo’n Bertje van de Roest uit Utrecht. Keeper van een ploeg die zegt op te komen voor de zwaksten in de samenleving, maar lachend geld steelt van de aller- aller- allerarmsten om het vervolgens terug te betalen met zijn wachtgeld. Dan schiet je toch de bal bewust in eigen doel? Dan ben je toch omgekocht door een stel Belchinezen, of niet?
Nou goed, op het middenveld lopen een paar harde werkers in een totaal verkeerd systeem. We zien hier linksmidden Jetta Klijnsma hinken op twee gedachten. Klijnsma is bekend geworden vanwege haar aanvallende impulsen over de linkerflank. Met lange rushes alsof ze op haar brommobiel is. Maar nu moet ze plotseling verdedigend VVD-beleid uitvoeren. En dat levert fouten op. Zo zei ze dit weekend dat ouderen hun AOW best kunnen aanvullen met een moestuintje. Je begrijpt ineens waarom PvdA-ers zo vaak in hun windjacks rozen staan uit te delen, maar dat geheel terzijde.
Dan de spitsen. Rechtsvoor staat de degelijke Jeroen Dijsselbloem. Altijd hard werken, hij pikt af en toe zijn goaltjes mee, maar het is niet bepaald iemand voor wie je naar het stadion gaat. Nee, dan de linkerspits Frans Timmermans. Een flamboyante maar zelfzuchtige solist. Een matige dribbelaar die denkt dat hij de nieuwe Christiano Ronaldo is. Frans Timmermans is zo’n speler die na één aardige passeerbeweging al naar de dichtsbijzijnde camera rent, zijn shirt uittrekt, zijn biceps kust en de foto’s op zijn Facebook zet. Bovendien weet iedereen dat Timmermans met zijn hoofd al bij een transfer naar het buitenland zit. De PvdA is slechts een tentstok in het circus dat Frans Timmermans heet.
Ten slotte spits en aanvoerder Diederik Samsom. In de ploeg gekomen nadat Job Cohen door zijn eigen medespeler uit het veld was geschopt. Inderdaad: door diezelfde Frans Timmermans. Werd Samsom in zijn eerste seizoen nog topscoorder, inmiddels hebben alle verdedigers zijn trucje door. Zijn eerlijke verhaal werkt niet meer. Samsom blijkt onder zijn gelikte imago gewoon een hele matige speler die bij de eerste de beste schaar over zijn eigen voeten struikelt.
Ondertussen staat Hans Spekman wild te schreeuwen en te gebaren langs de lijn in zijn sjofele trainingspak, maar ingrijpen doet hij niet. Zijn verdedigers mogen vrolijk doorgaan met hun schandalige misdragingen en een keuze voor een herkenbaar spelsysteem maakt hij niet. Konden we in het begin misschien nog spreken van een Spekman-effect, na twee en een half jaar is de koek op. Sinds zijn aantreden is de PvdA gehalveerd. Kon hij aan het begin van zijn termijn nog roepen: “Wij zijn niet alleen de besten Amsterdam, wij zijn ook de besten Rotterdam.
Maar inmiddels waart zowel landelijk als bijvoorbeeld hier in Utrecht het degradatiespook rond. En wat nog het ergste is: het publiek, het volk lijkt zelfs opgelucht.
Zijn zij nu zo slim, of is hij nu zo dom.
Deze column is zondag uitgesproken bij debatcentrum Limes030, waar PvdA-voorzitter Hans Spekman en voetbalanalist Jan van Halst te gast waren