Het concept PVV verkiezingsprogramma van 25 augustus 2016, dat past op 1 A-4tje, bevat een voorstel dat botst met artikel 6 van de Grondwet. “Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Het PVV voorstel luidt: “Alle moskeeën en islamitische scholen dicht, verbod koran.”
Zo geformuleerd vereist het voorstel niet alleen afschaffing van artikel 6 van de Grondwet, maar ook een wijziging van artikel 23, die de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs regelt. Artikel 23 zou dan zodanig geherformuleerd moeten worden dat niet alleen de financiële gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs wordt afgeschaft, maar ook dat bepaalde vormen van bijzonder onderwijs verboden kunnen worden.
Op zich ondergraaft een dergelijke wijziging nog niet het fundament van de rechtstaat. Het openbaar onderwijs blijft immers voor iedereen toegankelijk. Maar het sluiten van moskeeën doet dat wel. Immers de rechtsstaat garandeert de godsdienstvrijheid en de vrijheid van levensbeschouwing. Hoe men ook tegen de islam aankijkt – als religie of als politieke ideologie – in beide gevallen garandeert de rechtsstaat de vrijheid van vergadering. Die vrijheid wil de PVV afschaffen.
Mocht de overheid – of de PVV – van mening zijn dat de staatsveiligheid in het geding is dan beschikt zij over inlichtingendiensten die kunnen onderzoeken of dat en waar dat het geval is. In die gevallen neemt de overheid passende maatregelen. Die mogen zich echter nooit uitstrekken tot alle leden van een bevolkingsgroep of alle religieuze en ideologische organisaties.
In het verleden hebben we te maken gehad met politieke partijen die langs democratische weg de democratie wilden afschaffen. Om ons daartegen te wapenen lanceerde professor George van den Bergh in 1936 het begrip Weerbare Democratie in zijn oratie ‘Wat te doen met antidemocratische partijen?. Bastiaan Rijpkema heeft daar onlangs een mooi proefschrift over geschreven. Hij onderzoekt de grenzen van de democratische tolerantie.
Thans hebben wij te maken met een ander fenomeen: een politieke partij die met democratische middelen de rechtsstaat wil afschaffen. Voor Nederland is dat een nieuw verschijnsel. In Turkije wordt het al in de praktijk gebracht. In die zin zou Geert Wilders als minister-president de evenknie van Recep Tayyip Erdogan kunnen worden. Maar zover is het nog lang niet.
Dit is het nawoord van de herziene editie van De Tovenaarsleerling, de biografie van Meindert Fennema over Geert Wilders. Halverwege oktober in de boekhandel.