Er zijn twee houdingen die we kunnen aannemen in de discussie over theoterrorisme en jihadisme: die van Kant (1724-1804) en die van Hobbes (1588-1679). De Kantiaan vraagt: ‘Hoe kan ik wensen dat iedereen zich gedraagt?’ En de Kantiaan zegt dan: ‘Als nu eens iedereen mild en respectvol met de ander zou omgaan, zou de wereld er dan niet veel mooier uitzien?’ En zo gaat de Kantiaan zich mild en respectvol opstellen in deze wereld, ook tegenover de niet-milde en niet-respectvolle medeburger.
De ultieme consequentie van Kantianisme is pacifisme en eenzijdige ontwapening. Je bindt de strijd aan met het wantrouwen dat in deze wereld heerst, met de haat en afkeer van de ander, en je laat zien dat je daar zelf vrij van bent. Het leidt tot wat onze oosterburen de Gutmensch noemen: iemand die het goede doet en het kwaad in eerste instantie bij zichzelf zoekt.
Dat is sympathiek. Maar het gevaar van de Kantiaanse positie is dat hij ten onder gaat in een wereld waarin de niet-milde en niet-respectvolle medeburger niet overtuigd is van het Kantianisme. De Kantianen kunnen alleen overleven in de ‘struggle for life‘ onder zeer specifieke condities, namelijk dat vele anderen ook Kantiaan zijn, of op zijn minst daarnaar streven.
Tegenover het Kantiaanse perspectief, staat het Hobbesiaanse. De Hobbesiaan ziet de wereld als een grote strijd waarin de kwade krachten altijd dreigen te triomferen. De Hobbesiaan vraagt dan ook niet primair: ‘Hoe kan ik zelf een engelachtige houding aannemen in de hoop dat anderen die gaan overnemen?’, maar: ‘Hoe hard moet ik zijn om het kwaad in deze wereld een halt toe te roepen?’
Ik heb het gevoel dat Rik Torfs en Khalid Benhaddou over het algemeen Kantiaans zijn georiënteerd en ik Hobbesiaans. Rik Torfs omarmt een vorm van katholicisme dat volkomen onschuldig is. Geen inquisitie. Geen kruistochten. Geen pauselijke encyclieken waarin de banvloek wordt uitgesproken over democratie en godsdienstvrijheid. Het is een katholicisme dat zich heeft bevrijd van de spoken uit het verleden.
Voor Khalid Benhaddou geldt hetzelfde als voor Torfs. Benhaddou heeft zich bevrijd van orthodox-salafistisch geloof en hij hangt een ‘rationele islam’ aan. Dat ‘rationele’ geeft aan dat hij de islam heeft gezuiverd van al die dingen waarmee wij tegenwoordig in botsing komen. Als iedereen zou geloven zoals Torfs en Benhaddou geloven, dan zou het religieus geloof geen enkel probleem opleveren. Maar de Hobbesiaan weet: zo zit het niet. Met name in de geloofsrichting van Benhaddou zijn er teveel die niet de ‘rationele’ benadering voorstaan die hij (en ik ook natuurlijk) voor de toekomst richtinggevend zou willen zien.
Wat zou moeten gebeuren, is dat er een ‘rationele islam’ gaat ontstaan, zoals er ook een ‘rationeel katholicisme’ is ontstaan. Als er voldoende aanwijzingen zijn dat dit aanstaande is, kunnen we ons Hobbesianisme inwisselen voor Kantianisme. Maar de rationele islam zal niet Kantiaans ontstaan, alleen Hobbesiaans. De financieringsstromen vanuit Saoedi-Arabië zullen moeten worden drooggelegd. De bijzondere leerstoelen gesubsidieerd vanuit Qatar (Tariq Ramadan in Oxford) moeten worden afgeschaft. Talloze Hobbesiaanse maatregelen zullen moeten worden genomen en onze overheden zullen hun onschuld moeten verliezen.
‘Wie goed doet, goed ontmoet’ geldt voor een andere wereld dan de wereld waarin we leven. Onze overheden zullen weer overheden moeten worden, onze regeringen weer moeten gaan regeren, want anders is het leven ‘solitary, poor, nasty, brutish and short’.
Op zondag 12 november discussiëren Paul Cliteur, Rik Torfs en Khalid Benhaddou onder leiding van Lisbeth Imbo over hun nieuwe boek Mag god nog: een vrijzinnige, een christen en een moslim in gesprek.