Het is een enigszins aandoenlijke anekdote, die ik u niettemin wil voorleggen: Ik was nog maar net bekomen van het feit dat ik van de ‘Eerste klas’ naar ‘Groep vier’ over ging, of er werd ons door onze leraar wijsgemaakt dat zoogdieren geen eieren leggen. En dat klopt niet: zo leggen zowel de mierenegel als het vogelbekdier wél eieren. Uitzonderingen op de regel, en zoals u weet bevestigen uitzonderingen de regel nooit, ze ontkrachten deze. Mijn moeder vertelde me dat ik dat dan maar moest nazoeken en dan aan de leraar moest laten zien. En zo kon ik met bewijs uit een boek dus de bewering van de leraar ontkrachten. De les: je moet altijd enige reservering betrachten als iemand je iets vertelt.
Het is tevens een mooi voorbeeld van een uiting waarbij met bronmateriaal kon worden aangetoond dat de feiten anders liggen, al zal de oplettende lezer constateren dat dat boek natuurlijk ook wel zomaar wat kan beweren. Ondertussen moeten we heden ten dage vaststellen dat de media niet alleen soms fouten maken, maar deze met opzet maakt, en controleerbaarheid expliciet uit de weg gaat. Een kwalijke zaak, zoals -letterlijk- een kind kan zien.
Zo is er de zaak waarin een documentairemaakster impliceert dat beelden van een aanslag op een bepaalde plek plaatsvinden, waar deze in werkelijkheid heel ergens anders zijn opgenomen. Het gaat hier dus niet om een re-enactment van het gebeurde, maar om daadwerkelijke gebeurtenissen die een beetje creatief achter elkaar gemonteerd worden. Het commentaar van de maakster? In een documentaire monteer je ook niet (op) feiten, “maar emotie”. U dient er dus van uit te gaan dat een documentaire geen feiten weergeeft, maar slechts een bepaald beeld wil oproepen.
Vele jaren na het zoogdier-incident haalde ik tot enig chagrijn van onze vrolijke Vlaamse geschiedenisleraar het ene na het andere proefwerk makkelijk zonder een boek in te kijken, door simpelweg Discovery Channel te volgen. (Dat ging toen nog niet over naakt op motoren tonijnen vangen in Alaska.) Een flagrante fout, besef ik nu; wie zegt mij dat zo’n documentaire de feiten weergeeft? Had ik dan niets geleerd? Of misschien kunnen we zeggen, “Das war einmal: toen documentaires weliswaar dik aangezet nog wel trachtten feiten weer te geven”.
De -ironisch genoeg rond de belevenissen van schoolkinderen spelende- serie South Park constateerde eerder al dat het begrip ‘documentaire’ nogal aan inflatie onderhevig is geweest. De suggestie van een van de kinderen dat men dan ook wel kon zeggen dat er “misschien wel” aliens aanwezig waren bij de ontmoeting van de pelgrims met de Indianen werd door History Channel in de animatieserie gretig opgepakt voor weer een nieuw docudrama. Het schetst een even herkenbaar als treurige ontwikkeling.
Nee, dan de geschreven journalistiek, dat zijn verwijzingen in ieder geval makkelijk te maken. Dus kun je iets dik aanzetten en nuance met een verwijzing, een bijzin, of goed stijlgebruik aanbrengen, zou je zeggen. Dan heeft u toch buiten de oudmediale opstelling van menig medium gedacht. Ten tijde van het ‘jatdebat’ werd openlijk gespeculeerd over de haalbaarheid van verwijzingen. Waar bronvermelding nota bene een van de peilers der journalistiek heet te zijn, is een simpel linkje voor menig journalist al een hele opgave.
Zo ook voor de bron van menig artikel, het ANP, zo blijkt inmiddels. Wie de ‘feed’ van het ANP afneemt zal er inmiddels niet meer van op kijken; daar staan slechts tekstuele verwijzingen naar de aangehaalde bronnen, in de trant van “zo meldt AFP”, in. Inderdaad: in de digitaal aangeleverde teksten staan geen linkjes naar de aangehaalde bronnen, u leest het correct.
Het gaat verder, want waar in eerdere berichtgeving een bewering stijltechnisch werd genuanceerd door aanhalingstekens, vervielen deze in latere berichtgeving, zo viel nrc.next onlangs op. De verklaring van ANP-directeur Marcel van Lingen, “Zolang zo’n schatting niet wordt tegengesproken, is dat zo”. Een verwijzing naar de bron, zodat duidelijk gaat dat het niet om de constatering van een feit gaat, maar om een bewering van iemand? Pfoe… “Berichten worden onleesbaar als we zo’n bewering telkens moeten blijven toeschrijven aan de bron”, zo vertelde Van Lingen. Waarom dat niet kan, blijft onduidelijk: juist in de feeds die het persbureau verspreidt zou je relatief makkelijk een linkje op kunnen nemen. En waar men weet dat een afnemer een ‘papieren’ medium betreft, kan dat een voetnoot zijn, zodat de betreffende redacteur deze verder kan uitschrijven of weglaten naar behoeven.
Een persbureau waarvan u wellicht heel naïef dacht dat dit slechts feitelijke informatie bracht en een documentairemaakster die vooral emotie ‘maakt’: de perversiteit van de media in één oogopslag. Het lichtpuntje in deze is wel dat men volstrekt eerlijk is over het feit dat het brengen van feiten eigenlijk gewoon te veel gedoe is.