Bij mijn vorige werkgever werkten redelijk wat homo’s. Laten we zeggen dat ze statistisch ruim oververtegenwoordigd waren. Ze waren allemaal in de veertig of vijftig. Op een buitenlandse reis naar Barcelona vroeg een van hen of ik meeging naar de homosauna. Het leek me een slecht plan dat met een collega te doen, en bovendien onsmakelijk omdat hij mijn vader had kunnen zijn. Ik ben ook maar niet met hem gaan eten dus.
Ik wil sowieso niet van bil gaan met collega’s, en bij deze baan leken er gelukkig geen kandidaten te zijn: geen homo’s van mijn leeftijd. Zolang je met jonge mensen ging borrelen, zou er nooit wat gebeuren. Tot die ene keer.
Niet met collega’s van bil gaan
De avond vorderde en de groep werd kleiner. Ik zat naast Tony, een buitenlander van wie ik nooit wist of hij nou Brit of Amerikaan was. Ik kende hem slecht want hij sprak alleen Engels, en ik weigerde dat te spreken omdat ik dacht dat ik het niet kon. Tony had veel gedronken en ik ook. Na zes bier kwam er bij mij geen zinnig woord meer uit. Tony kon beter doorpakken, maar later hoorde ik dat hij een drankprobleem heeft.
Ik word weleens dronken met een andere gozer, maar dat is dan altijd in een homoseksuele context. Of in gewoon Nederlands: met elkaar dronken worden kan de opmaat zijn naar seks. Ik kende Tony niet, maar nu mijn remmingen door het bier weg waren, wilde ik wel in slecht Engels met hem praten. Tony was attent en aardig, en hij zat ongeveer bij mij op schoot. Ik had nooit nagedacht over of Tony knap was, maar met een slok op vond ik hem leuk. Tony’s remmingen waren ook weg en we raakten elkaar wat onwennig aan. Gelukkig zaten de collega’s inmiddels wat verder weg. Nee, hij was geen homo, zei hij nog.
Voor de voordeur
Tony moest naar huis en ik ben met hem meegefietst. Van Tony hoefde het niet, maar mijn discipline riep: ik wilde deze zeer dronken meneer niet op eigen kracht naar huis laten gaan. Ik zag al voor me dat hij niet heelhuids aan zou komen. Voor zijn deur bleven we even praten. Hij had binnen nog wat te drinken, zei hij. Ik ging toch naar huis. Ik zei: “But you can give me a kiss.” En daarvoor nam Tony alle tijd.
Er zijn homo’s die zeggen dat iedereen zich ergens tussen homo- en heteroseksualiteit in begeeft. Ik geloof dat niet, want ik kan echt niks met vrouwen. Maar ik denk door Tony wel dat iedereen zijn remmingen kwijt kan raken. Je moet alleen soms heel veel grenzen over. Bij Tony was het toen zo ver, maar voor het hardere werk deinsde ik terug. Tony en ik hebben nooit meer een normaal gesprek met elkaar gevoerd. Tony heeft die nacht iets nieuws over zichzelf ontdekt: seksueel gevoel voor een man is heel goed mogelijk. Moet hij maar niet zoveel zuipen.
Voor DeJaap schrijft Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend. Ook alle andere namen zijn gefingeerd.