Column

De roze wolk (16): Laat kasthomo’s in hun waarde

29-04-2012 20:00

Ik stond van een afstandje dromerig naar mijn jeugdliefde Marc te kijken. Ik was verliefd, en gelukkig wist niemand dat. Marc zag me, liep op me af en ging net iets te dicht voor me staan. Lekkere aftershave. “Jij valt op jongens, he?” Wat moet je met zo’n opmerking als je zestien bent en verliefd op de onbereikbare jongen die tegenover je staat? Ik heb altijd spijt gehad dat mijn antwoord niet was: “Ja, en ook op jou”, want zo ad rem was ik niet. Ik stamelde wat, Marc maakte een neutraliserend grapje en liep glimlachend weer weg. Hij deed vervolgens alsof er niets gebeurd was. Eigenlijk was het een vernederend moment, omdat ik mezelf niet had verdedigd en het niet eens had ontkend, maar Marc liet me nog net in mijn waarde en kwam er nooit meer op terug.

Vermeende homoseksualiteit
In dezelfde periode ging schoolvriend Coen met een andere jongen zeilen. Coen was gek van zeilen, en wilde graag dat ik meeging. Ik heb het een keer gedaan maar ik vond het saai, vond andere dingen leuker en was bang voor een nat pak. Veel redenen dus om de uitnodigingen voortaan af te slaan. Maik wilde wel mee. Maar na dat zeilavontuur zei Coen uit het niets: “Maik zegt dat jij homo bent. Nou, daar zou ik als ik jou was toch niet blij mee zijn.” Ik droop af en wist even niet wat ik moest. Maik had het goed gezien, maar dacht hij nou werkelijk dat ik dat ging toegeven?

En ook bij Scouting werd ik al op mijn twaalfde aangesproken op mijn vermeende seksuele voorkeur, op een moment dat ik er zelf nog nooit over had nagedacht. “Jij gaat vast naar jongens zitten kijken,” zei een leider toen dat we met een man of acht rond een tafel zaten. Ik voelde dat er iets mis moest zijn met die uitspraak, maar wat moest ik erop zeggen? Ik had geen idee.

Inlevingsvermogen
Hoeveel inlevingsvermogen heb je nodig om met homo’s om te gaan? Volgens mij niet zoveel, want de overeenkomsten tussen homo en hetero zijn groter dan de verschillen. Een overeenkomst tussen beide is bijvoorbeeld dat je zelf wilt bepalen wat je van je privéleven prijsgeeft aan anderen, en wat niet. Gevoelens zijn van jou en niet van een ander. Dus je kunt vermoedens hebben, maar je houdt je bek erover dicht. Je mag zijn wie je bent, ook als je ervoor kiest in de kast te blijven zitten. En dat doe je op je twaalfde of je zestiende meestal ook.

Hoe kun je dit soort mannen – want het zijn nooit vrouwen – het zwijgen opleggen? Waarschijnlijk is een knietje de beste oplossing. Je kunt dat prima verkopen: je bent immers hetero en zwaar beledigd door de vraag of je homo bent. Ook heeft het praktische voordelen: je hoeft voorlopig de kast niet uit en de meneer in kwestie bedenkt zich de volgende keer wel voordat hij zijn domme mond weer opentrekt.

Voor DeJaap schrijft Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend. Ook alle andere namen zijn gefingeerd.