Je bent net twintig en je wilt een vriend. Ik wilde vooral een vriend omdat iedereen in mijn omgeving een relatie had. Voor hetero’s lijkt dit vanzelf te gaan: op de een of andere manier krijgen hetero’s altijd een relatie. Dit idee is vast onjuist, maar ik kon me hierdoor blijven indenken dat als ik hetero was geweest ik ongetwijfeld een leuke vrouw was tegengekomen.
Ik mailde vanaf mijn twintigste jarenlang met allerlei jongens en sprak met tientallen gegadigden af, maar er kwam nooit een vriend in beeld. Het lag vast aan mezelf: ik ben te weinig sociaal en te bang voor mannen die alleen geïnteresseerd zijn in wat er tussen mijn benen hangt. Ondertussen droomde ik weg bij twee heterojongens, wat in ieder geval totaal zinloos was. In de kroeg ben ik een ramp, dus dat was ook al geen optie.
Slungelige verschijning
Dates worden een routine waarbij je op voorhand anticipeert op het idee dat het niks gaat worden. Daten is als een schot hagel, dus de kans is sowieso minimaal dat het ooit wat oplevert. Mijn ervaring heeft dat ruimschoots duidelijk gemaakt. Het was precies deze reden waarom ik nauwelijks mailde met Ronald, maar wel met hem afsprak. Mails zeggen immers sowieso bijna niets, dus je kunt beter meteen een biertje gaan drinken.
Hetzelfde fenomeen maakt zich van je meester elke keer als je een date voor het eerst ziet. Het is verleidelijk te denken dat hij je type niet is: zo was Ronald een slungelige verschijning, hij had een kapsel uit de jaren zestig en droeg ongeveer alle kleren die ik nooit aan zou trekken. Hij zei iets over de muziek die hij had aangeschaft en meteen bedacht ik me dat ik over dat onderwerp weinig te zeggen zou hebben. En toch gebeurde er in die tien seconden het ongelofelijke: er was een vonk. We raakten aangeschoten en frummelden wat onder tafel. We gingen naar de homokroeg om uitgebreid te kunnen tongen.
Klef met bier
Twee dagen later zaten we in een andere homokroeg klef te doen met ons bier. “Ik heb je mijn huis nog niet laten zien,” zei Ronald achteloos. “Oh ja, klopt, leuk,” floepte ik eruit. We namen een taxi en stonden een kwartier later voor zijn huis. Boven gekomen zette hij Paulo Conte op. In het alternatief ingerichte, vrijwel lege huis deed Ronald wat kaarsen aan, en zette thee. Het bleek een nogal stuntelige bedoening, die homoseks, maar wat was ik blij dat ik na vier jaar vol ellendige ontmoetingen nu ervaring had.
Op de middelbare school riep iedereen altijd dat ze seksueel actief waren, maar bij mij gebeurde nooit wat. Ik heb al die verhalen nooit geloofd: ik dacht altijd dat al mijn klasgenoten net zo droog stonden als ik. Maar misschien zijn hetero’s inderdaad jaren eerder met seks dan homo’s. Is dat een nadeel? Voor je zelfvertrouwen wel. Het probleem is dat je zelf gaat geloven dat niemand je ooit nog ziet staan en dat je dat maar moet accepteren. Na drie maanden was het met Ronald uit, maar wat was ik blij dat hij er was.
Voor DeJaap schrijft Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend. Ook alle andere namen zijn gefingeerd.