Je hoort weleens mensen zeggen dat homo’s alleen maar snelle seksafspraken hebben. Niets is minder waar. Ik sprak vaak af om met een jongen een biertje te drinken. Ik heb dit vanaf mijn eenentwintigste tientallen keren gedaan. Het idee is globaal dat je in je dagelijks leven onvoldoende homo’s tegenkomt en dus dat je ze expliciet moet opzoeken. Dat gaat altijd via internet: via een oproep kom je met homo’s in contact. Soms mail je een paar keer met elkaar, soms heel veel. Soms zijn het maar een paar korte mailtjes. Je spreekt een tijd en plaats af en gaat erheen. Wat je er ook van denkt: je kunt zo gemakkelijk aan nieuwe contacten komen.
Niet voor de seks, toch?
Mijn beeld van homo-dates was altijd dat die vooral bedoeld waren om seks te hebben. Ik was jong en naïef, en dacht dat ik moest wachten op echte liefde en romantiek, al die zaken waarvan je als homo denkt dat hetero’s ze makkelijker kunnen vinden dan jij. Bij homo-dates moet je dus goed de verwachtingen managen. “We spreken niet af voor de seks, toch?” Ik heb die vraag vaak ingetypt. Meestal volgde er een bevestiging. Dat was geen garantie voor romantiek, maar je wist in ieder geval zeker dat je niet zou worden ontmaagd.
Ik sprak op neutraal terrein af. Nooit in homokroegen, want dat vond ik te eng. In homokroegen zaten natuurlijk ook alleen maar mannen die ook alleen maar seks op seks uit waren, zeker als je nog onder de vijfentwintig was. Aangezien ik bovendien het vermoeden had dat het ook nog om oude homo’s zou gaan, leek neutraler terrein mij beter. Het liefst sprak ik dus af op een plek waar hetero’s van mijn leeftijd ook kwamen, een gewoon café of een studentenkroeg. Eigenlijk wil je met je homo-date graag op een hetero-date lijken.
Missers
Leuk overkomen via email blijkt vrij gemakkelijk. De ander valt in de regel in het echt door de mand. Ikzelf waarschijnlijk ook. Maar ook als de jongen er leuk uitzag, bleef de vraag of je interesses deelt. Ter vergelijking: ga op straat staan, doe je ogen dicht en doe ze op een willekeurig moment weer open. Je gaat daten met de man of vrouw waar als eerste je oog op valt. Grote kans op missers, dat mag duidelijk zijn. Homo’s zijn in de minderheid, en dus moet je compromissen sluiten en er het beste van maken, zo was mijn gedachte. Dus leverden die tientallen dates me datgene op waar het ooit om begonnen was, namelijk een leuke jongen waar ik gek op kon worden? Dat gebeurde dus ongeveer nooit.
Hebben mijn dates via mij gekregen wat ze wilden? Ik heb een vaag vermoeden. Na tientallen dates was er nooit sprake geweest van seks en dacht ik: “Het is best kinderachtig zo specifiek vooraf al te zeggen dat je geen seks zoekt. Het komt er toch niet van en kennelijk zoeken die jongens dat helemaal niet. We hebben toch ook niet over seks gemaild?” Ik stelde die vraag dus niet meer. Sindsdien is er geen date meer voorbij gegaan waarbij de mogelijkheid zich niet aandiende. Helaas voor hen: meestal ben ik een ijskonijn.
Voor DeJaap schrijft Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.