Column

De roze wolk (40, slot): Verschillen homo’s echt van hetero’s?

04-11-2012 19:55

Toen ik veertien was, wist ik het. Ik was nog nooit verliefd geweest, had geen enkele seksuele ervaring, maar ik wist heel goed dat ik op jongens viel. Ik ging naar de bibliotheek en kwam er al snel achter dat er nauwelijks iets over geschreven was. De geschiedenis van homoseksualiteit in Nederland stond in de kast. Het meest relevante was een boek over de televisieserie Kanjers, waarin een jongen opgewonden was geraakt van een andere jongen. Dat was natuurlijk niet toevallig. Hoe zou het leven als homo eruit zien? Ik kwam er in de bibliotheek niet achter.

Ik was negentien toen ik met een vriendin naar de Efteling ging. Opeens zei ze: “Je valt toch op jongens?” Ze gaf me het gevoel dat het écht oké was en dat ik me nergens voor hoefde te schamen. Dit was het begin van de volgende fase van mijn ontdekkingsreis. Ik werd verliefd, kwam uit de kast, ging naar de kroeg, had dates zonder of met seks, kreeg een vriend en het ging weer uit. Was dit de ontdekkingstocht die ik me had voorgesteld, toen ik op mijn veertiende in de bibliotheek zat?

Tienduizenden jongens
Ik heb deze blogs willen schrijven voor de jongen die ik toen was. Er bestaan tienduizenden van zulke jongens. Ik was veertien, bewust dat ik homo was en wilde weten wat dat betekende. Ik kwam er niet achter. Er wordt veel geschreven over homoseksuele sterren, en er is ook veel informatie over vormen van acceptatie en intolerantie, variërend van de Gay Pride tot anti-homogeweld. Praat eens met homo’s en je weet dat het homoleven vaak anders is dan wat je erover leest. Passie en liefde, maar ook frustratie en eenzaamheid zijn nooit een onderwerp.

Ik heb deze blogs ook geschreven omdat ik me niet herken in de inhoud en toon van het homodebat, waarbij ik me kennelijk vertegenwoordigd moet voelen door Henk Krol (Gay Krant), Vera Bergkamp (COC, nu D66) en Arie Boomsma (Uit de Kast). Zij geven een heel eenzijdig beeld van wat homoseksualiteit betekent, en staan mijlenver af van de tientallen contactadvertenties van homo’s als ik, die zich niet herkennen in mediabeelden, zich niet thuis voelen in de gay scene, snelle seks haten en intens verlangen naar een vriend, maar hem niet kunnen vinden.

Ongelofelijke tuttigheid
Maar het ging me niet alleen om een sociologie van homoseksueel leven en kritiek op de representatie van homo’s. Deze blogs gingen ook over wie ik ben en had willen zijn, over wat ik had willen bereiken en wat ik in de praktijk kreeg. Ik weet ook wel dat veel van deze verhalen van een ongelofelijke truttigheid zijn en niet onderdoen voor de ervaringen van single hetero’s van mijn leeftijd. Het is verleidelijk te denken dat homo’s anders zijn dan de rest, maar is dat nou daadwerkelijk zo? Ik vraag het me steeds meer af.

Homo’s lijken vooral anders te zijn. Geen enkele groep kan zo gemakkelijk aan seks komen en geen enkele groep komt zo massaal op bepaalde plaatsen en momenten bij elkaar (Amsterdam, Gay Pride, Roze Maandag, etc.). Maar daar houden de verschillen vaak op. Uiteindelijk willen de meeste homo’s een man op de bank: liefde, genegenheid en aanspraak. Maar omdat homo’s een minderheid zijn en velen daarom geen partner kunnen vinden, zullen ze dat nooit toegeven. Net zoals veel hetero-singles in de ontkenningsfase zitten.

Voor DeJaap schreef Joost wekelijks over zijn leven, liefde en relaties. Joost is een pseudoniem. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.