Wethouder Korrie Louwes (D66) had de afgelopen vier jaar ‘Integratie’ in haar portefeuille, maar daar heeft niemand iets van vernomen. Logisch. Want mevrouw Louwes beweert dat Rotterdam ‘de integratie voorbij’ is. Niet alleen toont ze hiermee haar eigen gebrek aan ambitie aan, maar ook een schaamteloze luiheid bij het zich verdiepen in culturen, zowel de Nederlandse als de overige culturen in Rotterdam. Van het medicijn van dokter Korrie – niets doen – heeft Rotterdam alleen maar meer last gekregen.
Het doodknuffelen van minderheden leek een gesloten hoofdstuk, maar is door wethouder Korrie Louwes met volle overtuiging weer op de agenda gezet. Dachten we eindelijk het lek boven te hebben door aan nieuwe Nederlanders basiseisen te stellen wat betreft scholing, taalbeheersing en kennis van de Nederlandse cultuur, komt daar ineens mevrouw Louwes op het toneel en die zegt: ‘Houd er maar mee op.’
In plaats van het voeren van een actief integratiebeleid, stapt mevrouw Louwes liever op het vliegtuig naar Berlijn. Om daar, te midden van halfzachte wetenschappers die het wensdenken tot norm hebben verheven, de felicitaties in ontvangst te nemen voor haar weigering ook maar iets te ondernemen wat op integratie lijkt.
De ‘wetenschappelijke’ onderbouwing van haar luiheid bestaat eruit dat in Rotterdam woonachtige Turken, Antillianen, Marokkanen, Somaliërs etc. zich in de allereerste plaats ‘Rotterdammer’ zouden voelen. Met andere woorden: het plaatsen van een kruisje op een door wetenschappers ingericht enquêteformulier zou honderden jaren van geschiedenis, religie, cultuur en identiteit in één klap wegvagen. Je moet ontzettend naïef, goedgelovig en aartslui zijn om dát te geloven. Toch wijst alles erop dat Louwes zo’n persoon is. En dat haar geloof in sprookjes volop wordt gesteund door haar collega’s in het Rotterdamse college.
Zoals we wel vaker bij D66 en de gevestigde politiek zien wordt de realiteit van hoger opgeleiden geheel ten onrechte voorgesteld als maatgevend. Dat een internationale zakenelite steeds ‘flexibeler’ is, voortdurend in het vliegtuig zit en steeds minder binding voelt met een land of nationaliteit, wil niet zeggen dat de overgrote meerderheid van de mensen dezelfde route volgt. Vandaar dat het zomaar afschaffen van integratiebeleid het hardste aankomt bij de kwetsbare groepen: nieuwe Nederlanders, die weinig of geen diploma’s hebben, daardoor gebrekkig communiceren en in hun doen en laten afhankelijk zijn van anderen. Zoals kinderen, buren, kennissen of overheidsinstanties. En die hun kracht en eigenwaarde nog steeds ontlenen aan hun etniciteit of religie.
Met de gastarbeiders uit de jaren ’70 vorige eeuw hebben we gezien waartoe gebrekkig dan wel halfzacht integratiebeleid heeft geleid: achterstand, uitsluiting en een ongewenst terugtrekken in de eigen religieuze zuil. Destijds dachten we dat we tolerant moesten zijn en dat we gastarbeiders het beste van dienst waren door ze dood te knuffelen; later plukten we er de wrange vruchten en kwamen we daarvan terug. Het inzicht rijpte dat de (door links zo gewenste) solidariteit alleen te organiseren is in een samenleving die geen verzameling losse stukjes is, maar een bezield verband, een gemeenschap. Maar nu begint Rotterdam dus weer van voren af aan met het gemakzuchtig bejubelen van culturen, waarin men zich niet eens verdiept heeft, want ‘het zijn toch allemaal Rotterdammers?’.
Als het aan Leefbaar ligt pakken we het integratiebeleid, dat onder Louwes is verslonsd, zo snel mogelijk weer op. Het is van cruciaal belang om nieuwe Nederlanders een stevige basis mee te geven over de Nederlandse cultuur en de Nederlandse samenleving, zodat ze sneller kunnen meedoen en zich makkelijker kunnen bewegen in onze samenleving. En die hun kansen op de arbeidsmarkt ook nog eens aanzienlijk vergroot.
Wij gaan niet mee in het modieuze idee dat Nederland niet meer bestaat, dat onze geschiedenis voor nieuwe Nederlanders niets meer te bieden heeft en dat alles vanzelf wel goed komt door het verzwijgen van culturele verschillen. Als je het standpunt van Korrie Louwes serieus onder de loep neemt, kom je uit bij cultuurhaat: doordrammen tot iedereen van zijn culturele identiteit is ontdaan en alleen nog bestaat uit een SOFi-nummer, een loonstrookje, een paspoort, een verzekeringspolis en een belastingaangifte.
Zo wil Leefbaar Rotterdam niet naar mensen kijken. Cultuurverschillen zijn er gewoon. En het overbruggen van die verschillen is geen vervelend huiswerk, maar, in het ideale geval, een leerzame en inspirerende start om een eigen bestaan op te bouwen in Nederland.
Joost Eerdmans is lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam.