De slappe sluipmoord van Robbert Dijkgraaf

10-01-2015 15:21

‘Sluipmoord op NWO’, zo luidt de kop boven de column van Robbert Dijkgraaf in NRC Handelsblad afgelopen week. Leuk dat hij opkomt voor zijn collega’s bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, maar het is wel érg veel kouwe drukte. En een slechte column. Sluipmoord. Toe maar. Bij menige overheidsinstantie wordt permanent gereorganiseerd, maar daarbij wordt zelden de ‘sluipmoord!’ geroepen. En voor een sluipmoord is de reorganisatie bij NWO toch wel érg ruim van tevoren aangekondigd. Het duurt nog een jaar. Maar NWO heeft duidelijk geen moeite met het organiseren van een krachtig tegengeluid. Eerder hebben een aantal toponderzoekers en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) al aan de alarmbel gehangen. Vanwaar al die drukte? Dijkgraaf omschrijft de ‘moord’ als volgt:

 

‘Men heeft plannen om NWO te ‘kantelen’. De gebruikelijke ordening in disciplines moet vervangen worden door brede oriëntaties op onderzoek voor de wetenschap, de maatschappij en de economie.’

Nu is het in zo’n geval netjes om even uit te leggen waaróm ‘men’ dat wil. Maar dat vertelt Dijkgraaf er niet bij. Hij begint onmiddellijk over ‘modewoord’, ‘omgevallen boekenkast’ en ‘onzalig plan’. Maar de redenen zijn helder: de overheid wil op die manier de greep van wetenschappelijke vakbroeders op de gelden van NWO verminderen. De onderwerpen aldaar zijn straks geen vakgebieden meer maar brede thema’s die een ander management vergen. Thema’s ook die aansluiten bij de wensen van overheid en bedrijfsleven en bij de speerpunten van de Europese Unie, waar men sinds kort op het échte grote onderzoeksgeld zit, en waar Nederland van moet gaan profiteren. Dan moet je denken als in Brussel. En organiseren als in Brussel. De heren (en een enkele dame) wetenschappers voerden vroeger wel de gebruikelijke rituele dansen uit om aan de EU-eisen te voldoen, maar dat wordt in snel tempo onvoldoende. Dus worden ze nu bij de geldspenen weggeduwd. En dat zet kwaad bloed. Maar is dat per definitie slecht voor de wetenschap? Volgens Dijkgraaf wel. En hij steekt een warrig betoog af.

Eerst herhaalt hij de bekende mantra dat wij Nederlanders zo enorm succesvol zijn in wetenschapsland. Of dat waar is, dat mag u gerust betwijfelen, maar in Nederland zijn velen daar op bijna dramatische wijze van overtuigd. En de reden voor onze voortreffelijkheid is onze voortreffelijkheid. Dijkgraaf constateert eerst dat mondiale onderzoeksgelden steeds meer op een klein aantal hopen terechtkomen (‘Het budget van een enkele Amerikaanse topuniversiteit evenaart nu de totale publieke onderzoeksuitgaven in Nederland’) en dat het desondanks hier uitstekend gaat, omdat we het doen zoals vroeger:

‘Wat is het geheim? Een cruciale succesfactor is de sterke onderlinge verbondenheid, de vermaledijde overlegcultuur en poldermentaliteit, die iedere dag wordt beleden in talloze grauwe vergaderzaaltjes met slechte koffie in plastic bekertjes.’

Mooi hè! Maar wordt dat geleuter bedreigd door het ‘kantelen’? Gaan de grauwe zaaltjes dicht? Dijkgraaf zegt er niks over. (En ik vrees van niet.) In plaats daarvan schrijft hij twee zinnen verderop, doodleuk:

‘In de Verenigde Staten is deze overlegcultuur totaal afwezig. De wens om het met elkaar eens te worden is vervangen door de cultuur van het eigene. Andere instellingen worden gezien als concurrenten(…)’

Maar die ‘cultuur van het eigene’ is nu juist ook zo kenmerkend voor de Nederlandse universiteiten! En nog iets: de Verenigde Staten, waar men blijkbaar wars is van geklets, doen het wetenschappelijk helemaal zo slecht nog niet, meen ik te weten. Maar goed, wie eenmaal denkt dat Nederland het vreselijk goed doet, kan blijkbaar niet anders bedenken dan dat alles bij het oude moet blijven. Zo ook Dijkgraaf:

‘De bijzondere aard van de Nederlandse wetenschap [dat overleggen, MH] heeft zich belichaamd in NWO, waar de disciplines traditioneel goed zijn georganiseerd. Juist omdat beslissingen over onderzoeksgelden door collega’s met verstand van zaken worden genomen, is de kwaliteit nationaal gezien zo hoog.’

Oorzaak en gevolg zijn voor Dijkgraaf glashelder. Het idee dat anders beter kan zijn, is niet aan hem besteed. Maar consistentie is weer ver te zoeken. Twee regels verder schrijft hij doodleuk iets totaal anders:

‘Disciplines vallen meestal niet samen met onderwerpen van onderzoek, en dat is maar goed ook. Grote vragen als de energievoorziening (…) vereisen meerdere perspectieven. Het is te veel gevraagd om alle gezichtspunten tegelijk in te nemen.’

En dat is dus weer een pleidooi vóór het afschaffen van die oude disciplinaire indeling en (wie weet) vóór een andere aanpak van NWO.

Daarna volgt nog een grapje over de ideale onderzoeker (die heeft een T-profiel), een Duitse grap over een varken en een anekdote over een barman die protesteerde dat dingen door elkaar klutsen beslist niet altijd een smakeloze brij hoeft op te leveren. Ook het combineren van vakgebieden kan spannende reacties opleveren, maar dan, zo besluit grappige Robbert, ‘graag shaken, not stirred.’ Waarmee hij dus exact het tegengestelde ‘grapt’ van wat hij betoogt.

Eenderde van de tekst met drie grapjes, en daarmee was de column vol.

Hij was me aangeraden, deze ‘sluipmoord-column’ van Dijkgraaf. Goed geschreven! Hoorde ik. De man kan nog steeds op zijn fans rekenen (en kan inderdaad heel mooi vertellen over zijn vak). Maar als verdediging van het oude NWO schiet deze bijdrage schromelijk tekort. Met zulke reservetroepen ter beschikking verdient het aanbeveling de loopgraaf tijdig te ontruimen.

Gedurende een jaartje mogen de burgers zogenaamd meepraten over onderzoek in Nederland (welke ambtenaar heeft dàt bedacht??!) en daarna zal de aangekondigde sluipmoord gaan plaatsvinden. Een bloedbad gaat het worden, als we de wetenschappers (en Dijkgraaf) mogen geloven. Tja, zij zien hun invloed straks teruglopen. En die van het bedrijfsleven en de overheid toenemen. Maar ik vermoed dat het volgend jaar redelijk stil blijft daar in dat toch al zo stille deel van het Haagje. Nu rent men wild door elkaar heen, en straks krijgt iedereen weer dezelfde medaille opgespeld. Straks weten de meest gehaaide wetenschappers daar, met gehaaide voorstellen, toch weer hun centen bijeen te graaien. Net als voorheen. Dergelijke vissen zijn niet voor één gat te vangen.