De slechtste zondag ooit voor Frank de Boer

06-02-2012 16:00

Je zag hem boos weglopen. Hij wilde wég. Vloog de trappen af, richting kleedkamer. Wat een wanprestatie! Op diezelfde trappen waar Marco van Basten ooit staande werd gehouden en zich uit liet maken voor ‘pannenkoek’, beende de verliezende trainer nu snel naar binnen. De Boer zou het niet gehoord hebben. Door de stoom uit zijn oren zouden de beledigingen zijn trommelvliezen nooit bereikt hebben.

Engelenbak
Je hebt het als kijker wel te doen met De Boer. Hij heeft het al moeilijk met zijn kwakkelende ploeg. En dan zijn er ook nog verplichte randzaken. Voor de wedstrijd werd de Ajaxtrainer namelijk geïnterviewd door Humberto Tan, hoewel van een interview eigenlijk geen sprake is als Tan je voor zijn camera trekt. De Boer brabbelde routineus iets in de camera over “het spel willen maken en iedere wedstrijd proberen te winnen.” Nadat hij zich aan de presentator van Eredivisie Live had weten te ontworstelen, keek hij naar de Engelenbak. Daar zaten veel oud-spelers lekker bij elkaar een reünie na te bootsen, want tegenwoordig weet je niet meer wie bij welk kamp hoort en wie elkaar nou wel of niet de tent uitvecht. De Boer keek naar Jan Mulder, die uren later bij Studio Voetbal zou aanschuiven. ‘Dan is twee minuten met Humberto Tan eigenlijk nog een koopje,’ dacht De Boer.

Niet veel later begon de wedstrijd. Ajax had dan wel vaak de bal, maar deed daar eigenlijk helemaal niets mee. Terwijl FC Utrecht niet veel meer kon dan achteruitlopen en tegenhouden werd de kwaliteitsarme defensie niet echt getest, laat staan gekraakt. ‘Hoe kan dat nou toch?’ pijnigde De Boer zijn hersenen. Voor de buis hoopte je steeds dat de regisseur van dienst over zou schakelen naar De Boer. Hoe hij zittend naast de zwijgzame Dennis Bergkamp zich op zat te vreten over het waardeloze spel van zijn ploeg. Zijn gezicht ging steeds meer uit de plooi, de frustraties zichtbaar steeds groter wordend. En dat hij dan opstaat. Kort langs de zijlijn gaat staan. En gaat schreeuwen. Met dat prachtige accent van hem: “Foebulluh jongens, kom op nou!”

Gelatenheid
Nog voor de rust kwam FC Utrecht op voorsprong. Het gejuich van Duplan, die de zoveelste blunder van Kenneth Vermeer pijnlijk wist af te straffen, was goed te horen. De gelatenheid in de Arena was triest en pijnlijk tegelijk. Kennelijk hadden de supporters van Ajax er vrede mee. In de Engelenbak bedacht Jan Mulder vast hoe hij diezelfde avond tegen Jack van Gelder zou gaan zeggen dat ‘t écht héél slécht was, Jack! En dat de supporters van Ajax de hele wedstrijd hadden gezongen voor Johan. De Boer ging richting de kleedkamer. Hij bedacht zijn strijdplan voor de tweede helft. Halverwege bedacht dat hij na afloop van de wedstrijd opnieuw moest gaan praten met Humberto Tan. Hij begon langzaam geïrriteerd te raken, zeker met dat vooruitzicht.

Na de thee was het allemaal niet veel beter. Theo Janssen was geblesseerd afgehaakt. Wéér een blessure. Dat was in de goeie oude tijd wel anders. Als je pijn had in je poot trapte je nog eens extra hard op de grond, dan ging de pijn vanzelf wel weg. “Nog maar eens wisselen dan,” zuchtte De Boer. Aanvallers Sulejmani en Bulykin werden ingebracht, maar het mocht niet baten. Duplan maakte uiteindelijk ook nog 0-2. Het hoofd van De Boer ging langzaam droef naar beneden. Hij deed zijn ogen dicht. Zag in gedachten hoe Danny Blind op een zwoele zomeravond de Champions League-beker boven zijn hoofd hield, en het volgelopen Museumplein in extase bracht. Het werd hem te veel. De onkunde van Enoh, de slechte passes van Anita en het gegrabbel van Vermeer. Hij wist het zeker: Cruijff heeft gelijk. Hier win je nooit geen bekers en schalen mee. Hij stond op, deed zijn das goed en maakte voort richting catacomben. Je zag de stoom uit zijn oren komen. Hij zag Humberto Tan en wist het toen zeker: dit was de slechtste zondag ooit.