Tweede Kamer moet geheimzinnigheidscultuur overheid onderzoeken

12-01-2016 10:58

Wie ooit gebruik heeft gemaakt van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) weet dat veel overheidsorganen zich uit de naad werken om te voorkomen dat de waarheid boven tafel komt. Misschien is het tijd rond transparantie niet de burger te onderzoeken, maar de overheid. Als er één dossier met onzinnige geheimzinnigheid is omgeven dan is het wel de aanslag op de vlucht MH17. Op vage gronden wordt veel informatie geweigerd of worden Kamervragen in het geheel niet beantwoord. Neem bijvoorbeeld het ontslag van professor George Maat. De forensisch expert gaf presentatie met foto’s van het onderzoek naar de MH17 en werd daarom ontslagen.

Het kuisen van documenten

De Tweede Kamer vroeg om opheldering door documenten te krijgen. Al bestaat dat recht op basis van de grondwet toch ging de minister zich opeens verschuilen achter de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Veel documenten waren goeddeels gekuist, want volgens de wet zou niet alles openbaar kunnen worden.

Daarna kreeg professor Maat na veel vijven en zessen eindelijk inzage in het onderzoek over hem. De eerste keer dat Maat inzage had in zijn heel dikke dossier was er slechts een uur tijd inclusief een voorgesprek en kon hij niets doen. Pas bij een moeizame tweede poging kreeg hij weer inzage en schreef hij alles over. Dit was de enige manier om het openbaar te maken. Het resultaat zette hij online. Wat opvalt is dat op basis van de Wob er nogal wat is aan te merken op het zwart maken van veel informatie. Ik geef drie voorbeelden:

Ten eerste: het weigeren van simpele feiten. De passage:

 

“Op donderdag 23 april werd op last van de minister van Veiligheid en Justitie de samenwerking met professor Maat beëindigd.”

 

wordt geweigerd. Maar welke grondslag op de Wob hier met succes zou opgevoerd kan worden is mij een compleet raadsel. Dit is toch echt een besluit van de hoogste bestuurder op een departement. Maar misschien had de geheimzinnigheid weinig te maken met de regels van de Wob, maar meer met het verdoezelen van een discrepantie met deze Kamervragen van CDA en D66 waar de minister schreef bij vraag 21:

 

“Na de uitkomsten van het interne onderzoek heeft de korpschef vervolgens bepaald dat de samenwerking met professor Maat in dit identificatieproces werd beëindigd.”

 

Een tweede voorbeeld is de interne beraadslaging. Veel gegevens uit het ‘rapport van relaas’ onder andere geweigerd op basis van zogenaamde stukken opgesteld voor interne beraadslaging. Dat is een uitzonderingsgrond die ambtenaren de ruimte moet geven om een persoonlijke mening te geven zonder dat iedereen die te zien krijgt. Prima. Maar een ‘rapport van relaas’ is een proces verbaal. Dat gaat om feiten niet om meningen. Is dit een gelegenheidsargument of is naar een conclusie toegewerkt?

Zo werden meer feitjes en weetjes geweigerd:

 

“Uit onderzoek is mij, rapporteur, gebleken dat er op intranet een “presentatie voor collega’s” staat. In deze presentatie staan geen foto’s die herleidbaar zijn naar slachtoffers. Op intranet is te zien dat het bericht op 9 april is gewijzigd.”

 

Dat is wel een belangrijk weetje, omdat er een standaard presentatie was en professor Maat dus helemaal niet zijn boekje te buiten was gegaan. Dat roept de vraag op of dit een stukje tekst van intern beraad was of de echte grond van weigering was ‘omdat het de minister schaamrood op de kaken geeft’?

Een foutief beroep op privacy

Her en der worden namen van ambtenaren gezwart om ‘de persoonlijke levenssfeer’ te beschermen. Bij de Wob is dat inderdaad onder omstandigheden mogelijk, maar niet als het gaat om ambtshalve functioneren. Dus een politieambtenaar die een rapport opstelt, een korpschef, een operationeel hoofd LFTO (Landelijk Team Forensische Opsporing) of andere teamleiders zijn mensen die een functie bekleden, waarbij belangrijk is te kunnen herleiden wat zij doen. Dat heeft niets met privacy te maken maar met ambtshalve functioneren.

Dit zijn evident voorbeelden, waarbij doelgericht wordt gewerkt aan het tegenwerken van transparantie. Of minder vriendelijk gezegd: het verdoezelen van de waarheid.

Misbruik

Ondertussen wordt keer op keer geroepen dat de burger misbruik van de Wob maakt. Op kosten van de belastingbetaler wordt naar dat ‘misbruik’ onderzoek gedaan. Maar naar het misbruik door de overheid wordt geen onderzoek gedaan. De laatste vijfjaarlijkse analyse naar de werking van de wet stamt al weer uit 2004.

Misschien zou het goed zijn dat de Tweede Kamer beseft dat zij een grondwettelijk recht op informatie hebben en zich niet met een vertrouwelijke inzage laten afpoeieren. Het parlement hoort zich niet als een soort ‘Wob-misbruikende burger’ met een kluitje in het riet te laten te sturen. Nee.

Een actief parlement start nou eindelijk eens een onderzoek naar echt Wob-misbruik en moeizame informatievoorziening.