Soms denk ik erover onder de titel ‘Alledaags absurdisme’ een kroniek te gaan schrijven. Het idee lonkt nog steeds, maar wat me afhoudt van de onderneming is de exponentiële toename van het absurdisme dat ik in Nederland en mijn directe woonomgeving meen waar te nemen. Niet alleen zijn huilen en lachen, door die toename, gevoelsmatig steeds dichter bij elkaar komen te liggen, ook zou het project al snel de ongewenste omvang van een dagtaak aannemen. Want hoe vaak zie ik niet iets dat mij simultaan een lachkik en een droevige snik bezorgt? Eén ding staat vast: steeds vaker. De laatste keer dat ik in een emotioneel niemandsland belandde – precies tussen lachen en huilen in – was bij het aanschouwen van het nieuwsjaarsprogramma van kersvers VARA-coryfee Frank Evenblij.
Dat Hilversum, inclusief de Publieke Omroep, zich steeds meer concentreert op het ‘rond pompen’ van bekende gezichten, is eigenlijk al te lang aan de gang en daarmee té gewoontjes geworden voor de kwalificatie ‘absurd’. (Al zit de absurditeit vaak juist direct onder de alledaagsheid verscholen.) Toch liet Frank Evenblij afgelopen maandag zien dat je het onbenul en de leegheid van de BN’ers-carrousel vrij eenvoudig naar een nieuw, wél ‘absurd’ niveau kunt trekken. In zijn show – met de jaarwisseling als tamelijk arbitraire aanleiding – voerde hij voor het merendeel nietszeggende gesprekjes met, inderdaad, BN’ers die op de drempel van het nieuwe jaar en onder begeleiding van Frank voor- en achteruit mochten kijken. Overbodig te vermelden dat er weinig memorabels gezegd werd, gebabbel op koffiemachineniveau de boventoon voerde en de hele onderneming als verzwegen doel had het merk ‘Frank’ en het merk van de tegenover hem zittende persoon nog wat steviger in het zadel te helpen. Ofwel: persoonspromotie op kosten van de belastingbetaler.
Knabbeltje op kwaliteitszender Nederland 3
Maar Frank lukte het deze naargeestige bezigheid naar een nóg verbijsterender ‘level’ te tillen. Hij ontving in zijn kroeg namelijk ene Merel Westrik, die – dat begreep zelfs Frank – enige introductie behoefde omdat vrijwel niemand, ook ik niet, van Merel Westrik had gehoord. Oplossing? Alvorens het gebabbel tussen Frank en Merel van start kon, kregen we een klein filmpje te zien waarin Merel’s carrière tot dusver bijeen was geschraapt. Belangrijkste wapenfeit? Ze huilde toen ze voor de laatste keer het nieuws presenteerde op AT5. Daarmee was Merel, in de ogen van de programmamakers, kennelijk voldoende als een ‘echt mens’ geïntroduceerd om een gesprek mee te gaan voeren. Iemand die een autocue voorleest en huilt bij haar afscheid: veel meer hoef je zelfs op ‘kwaliteitszender’ Nederland 3 niet te kunnen om te promoveren tot een knabbeltje voor de interviewer.
Ter verdediging van Merel moet ik zeggen dat zij zich gedurende het hele interview ongemakkelijk scheen te voelen bij de situatie. Op de plichtmatige vraag van Frank wat haar hoogte- en dieptepunten waren van de afgelopen twaalf maanden begon ze onzeker te blozen en zei amper te begrijpen wat haar overleden kat (of een ander huisdier, daar wil ik van af zijn) nu voor meerwaarde had voor de kijker (“Kan ik jouw geen vragen stellen, Frank? Daar voel ik me gemakkelijker bij”). Frank wist het ook niet, maar kende geen enkele schaamte. Hij wilde het liefst de hele begrafenis van Merel’s kat in geuren en kleuren gepresenteerd krijgen. (Airtime! BN’ers! Emotie! Ook de VARA smult er intussen maximaal van.) Hij zat erbij alsof hij door de netmanager zopas nog honderd veren in zijn reet gestoken had gekregen en nu, met Merel, bezig was tv-geschiedenis te schrijven. Zoveel misplaatste eigendunk doet het meestal goed in Hilversum (zoiets heet in dat wereldje ‘natuurlijke aanwezigheid’). Ga zo door, Frank.
Net zo plat als De Telegraaf
Terwijl het ons-kent-ons gemeut ten einde liep en Merel ons, op dringend verzoek van Frank, nog even bijpraatte over haar omgang met WNL-collega Eva Jinek (Frank: “Hoe gaan jullie met elkaar om?”), kwam de aap dan eindelijk uit de mouw. Oppergod Matthijs bleek Merel in een bijzin ‘veelbelovend’ te hebben genoemd. Nou, dán schudt de wereld wel even op zijn grondvesten! Zeker bij de VARA! Ooit is die omroep opgericht om de wereld te verbeteren, de luiken te openen, de arbeider te verheffen, maar inmiddels heeft die rode club zich – bij gebrek aan échte onderwerpen – ontwikkeld tot zedenmeester en dagkoersbepaler van de media zèlf. Merel moet ongetwijfeld hebben gedacht (en nogmaals: aan háár lag het niet): als ik de VARA afwijs is dat slecht voor mijn carrière, word ik straks voor ‘arrogant’ versleten en wil Matthijs me niet meer. Dus ga ik maar praten bij Frank, desnoods over mijn kat. (Het moet gezegd: ze sloeg zich er schattig doorheen.)
De VARA tendeert al jaren naar het steeds verder afstoten van docu’s en programma’s waarin ruimte is voor wérkelijke informatie (die vind je bijna alleen nog bij de VPRO). Men vervangt het door formules die het dagelijkse kroeggesprek steeds weer anders moeten aankleden (zie DWDD). Het is daarmee de koffieomroep bij uitstek geworden, die basaal gezien nét zo plat, nét zo kortzichtig, nét zo hijgerig en nét zo bevooroordeeld en nét zo sensatiegericht op de dagelijkse actualiteit inspeelt als, bijvoorbeeld, De Telegraaf. Zoals ik vorige week al aangaf op deze plek: uiteindelijk speelt de ongegeneerde verplatting van de Publieke Omroep een partij als de PVV in de kaart. Als de VARA de norm is geworden voor ‘weldenkendheid’ in Nederland (en zelf willen ze dat graag), dan weet de PVV-kiezer één ding zeker: dat hij of zij geen bijscholingscursus nodig heeft om de eigen ontwikkeling een kontje te geven.
Kijkcijferfetisjisme
De VARA is hét schoolvoorbeeld van hoe je linkse idealen ter wille van kijkcijfers meegeeft met de voddenman. In de hoedanigheid van Frank Evenblij bewees de omroep af en toe kleffer, middelmatiger en gezapiger te zijn dan Koffietijd!. Ik lachte en huilde er precies even hard bij.
Hans van Willigenburg hoopt de eerstvolgende DeJaap-borrel te halen. De kans dat hij voordien bezwijkt aan een gecombineerde aanval van lach- en huildrang is reëel.