Hoeveel vluchtelingen kan Nederland opvangen? Tot dusver hebben twee politici een antwoord gegeven op deze vraag. De ene is Geert Wilders: nul. De andere is Diederik Samsom. In een interview met het Nederlands Dagblad zei de PvdA-leider dat ons land tweehonderdduizend asielzoekers aankan. Hij noemde dat “op een bevolking van zeventien miljoen een overzichtelijke hoeveelheid”, waarvoor draagvlak bij de bevolking zou bestaan. “Maar niet als het er misschien driehonderdduizend worden.”
Dat Nederland zijn grenzen onmiddellijk zal sluiten voor alle vluchtelingen, zoals Wilders eist, is natuurlijk uitgesloten, al was het maar vanwege de Europese afspraken en internationale verplichtingen waaraan het vastzit. Maar hoe realistisch is het getal van tweehonderdduizend waarover Samsom rept? En waar is het eigenlijk op gebaseerd? Waarom is tweehonderdduizend op zeventien miljoen inwoners een overzichtelijke hoeveelheid en driehonderdduizend niet?
Het cijfer van tweehonderdduizend roept nog wel meer vragen op. Is dat inclusief of exclusief de tienduizenden die dit jaar al naar Nederland zijn gekomen? En binnen welke termijn verwacht Samsom al die vluchtelingen? Binnen drie jaar? Vijf? Twintig?
De PvdA-leider zegt het er in het interview niet bij en de kans is groot dat hij het zelf ook niet weet. Wie zou, en op grond van welke criteria, kunnen bepalen wanneer de opvanglimiet is bereikt? Wat gebeurt er trouwens als het aantal van tweehonderdduizend wordt gepasseerd? Gaat Samsom er dan, eendrachtig samenwerkend met Wilders, voor zorgen dat de grenzen alsnog dichtgaan? Of gaat hij dan schuiven, met de mededeling: “Ik had gezegd dat driehonderdduizend teveel is, dus we hebben nog even te gaan”? De woorden van de PvdA’er doen denken aan de roemruchte uitspraak van toenmalig premier Ruud Lubbers in 1990 dat hij bij een miljoen WAO’ers zou aftreden. Iedereen wist dat Lubbers aan zijn laatste periode bezig was, dus hoeveel risico liep hij?
Waarschijnlijk denkt ook Samsom: “Tweehonderdduizend, dat duurt nog wel even. Tegen die tijd ben ik allang vertrokken.” Want dat valt af te leiden uit een andere opmerkelijke passage in het interview met het Nederlands Dagblad. Samsom laat weten dat hij zijn functie van partijleider neerlegt als de resultaten bij de verkiezingen tegenvallen. “Dan maak je een buiging, stap je van het podium, en gaat een ander het doen.” De kans dat dat gebeurt is, als je mag afgaan op de peilingen, levensgroot.
De woorden van Samsom over de hoeveelheid asielzoekers die Nederland kan behappen lijken, net als die van Lubbers over de WAO’ers destijds, uitsluitend voor de bühne bedoeld. Ferme taal, die het met zijn schijnexactheid misschien goed doet bij een deel van de achterban, maar die niets oplost en die als het erop aankomt tot niks verplicht.
Politiek is het noemen van een cijfer waarop je (of je partij) eventueel afgerekend kunt worden bovendien niet zo handig. Samsom toont zich met zijn uitlatingen een stuk minder uitgekookt dan VVD-fractieleider Halbe Zijlstra. Die roept ook steeds dat het met die vluchtelingenstroom niet zo door kan gaan en dat het moment nadert waarop er geen asielzoeker bij kan. Maar een exact cijfer heeft Zijlstra nog nooit in de mond genomen, net zo min als zijn partijgenoot premier Rutte. Zij zijn wel wijzer.