Op mijn column ‘Verdomme, op welke partij moet ik stemmen op 18 maart’ kwamen nogal wat reacties. Waarom ik geen letter over de PVV had geschreven. Nou voel ik mij totaal niet verplicht om over die partij te schrijven, maar er waren ook tegengestelde reacties. Nou heb ik over tal van andere partijen ook niet geschreven, maar van die kant kwamen geen enkele opmerkingen. Waarschijnlijk omdat ze begrepen waar die column precies over ging: een beeld geven over hoe makkelijk politieke partijen kennelijk denken over verkiezingen. De campagnes komen nu goed op gang, maar ik heb nauwelijks de indruk dat het wat oplevert. Ja, een aantal berichtjes op Twitter en Facebook en daar blijft het bij. Tja, en dan de PVV.
Ik maak van mijn hart geen moordkuil, maar de top van deze beweging is niet bereid om met journalisten of politieke commentatoren te spreken die een echt goed verhaal willen maken over plannen van de beweging. Ik heb zelf talloze malen geprobeerd de heer Wilders, Bosma of mevrouw Agema te spreken te krijgen, maar op een zeer onbeschofte manier word ik afgewimpeld, geen blik waardig gekeurd. De PVV staat alleen die media te woord die het belang van Wilders cum suis dienen. Ik heb niets tegen de dames en heren persoonlijk of hun partij, maar dit slaat werkelijk alles. Hoe kan ik dan over die beweging schrijven. Ik ben geen papegaai om verhalen van collega’s over te schrijven.
In de peilingen doet de PVV het goed, maar wat gebeurt er op 18 maart in de hokjes waar de kiezer met rood potlood moet aangeven op wie hij gaat stemmen? We zullen zien of de kiezers wel beseffen waar ze op stemmen. Op politici met loze beloften of op politici die wellicht met een smet rondlopen. Waar een naadje aan los zit. Wat voor volksvertegenwoordigers halen we in huis? Over welke bestuurlijke kwaliteiten en inzichten beschikken ze? Alleen maar roeptoeters of kunnen ze daadwerkelijk laten zien wat ze in huis hebben? Ik bedoel echt besturen en aan de knoppen zitten. PVV’ers in gemeenten en provincies laat eens zien wat er is bereikt. Zijn ze wel in staat zich te verplaatsen in de noden en behoeften van de burgers? Of zijn ze alleen bezig met het pluche, de macht, het eigen belang en mooie baantjes. Laten we een tussenbalans opmaken. Hoe integer zijn onze politici?
Als politici al niet het goede voorbeeld geven in onze maatschappij, wie dan wel? Moeten u en ik ons vertrouwen geven aan mensen die ons keer op keer beschamen? De laatste woorden over integriteit zijn nog lang niet geschreven of gesproken. Corruptie en fraude zijn ronduit doodzonden. Vooral in de politiek. Er gaat geen jaar voorbij of er lopen wel volksvertegenwoordigers tegen de lamp. De laatste politicus waar veel over te doen is, is het VVD-Kamerlid Mark Verheijen. Ook de manier hoe de top van de VVD daarop reageerde en de reacties daarop van de liberale achterban. Totaal verschillend. Rutte en Zijlstra bagatelliseren het declaratiegedrag van Verheijen, terwijl de VVD-achterban dat buitengemeen ongepast vindt.
Hoera, hoera, er komt een VVD-onderzoek en over veertien dagen zal de uitkomst bekend zijn. De meeste leden van de VVD, hoe naïef, denken dat hun partij niet meer integriteitsproblemen kent dan ander partijen. Laten we deze partijleden dan maar eens de oren wassen: politici van vooral de VVD zijn kampioen in het frauderen, het aannemen van steekpenningen of het onterecht declareren van bonnetjes. Daarnaast zijn er nog tal van overige misstappen. Het lijkt wel een beerput die, begrijpelijk, nauwelijks wordt opengemaakt. Zo af en toe komt er iets naar boven dat dan wordt weggewoven als ‘niets aan de hand’. En is graaien dan een misdrijf? Politici hoor je denken: ach het is een vorm van handig zijn. Loopt men tegen de lamp, dan was het een onhandigheid.
De media berichten er alleen over als het niet anders kan, is de indruk, maar Vrij Nederland publiceert jaarlijks een index met een overzicht van tal zaken. In Den Haag hoor je dat er meer lijsten circuleren met namen van sjoemelende politici. Van Gemeenteraad, Provinciale Staten en de Tweede Kamer. Graaien en belangenverstrengeling lijken toch heel duidelijk zaken die niet door de beugel kunnen, een misdrijf. Artikel 326 Wetboek van Strafrecht geeft aan dat bedrog en/of oplichting een misdrijf is dat kan worden bestraft met een gevangenisstraf van maximaal vier jaar of een forse geldboete. Het is kennelijk niet afschrikwekkend genoeg. Hoe integer is het mijnheer Rutte om kiezers beloften te doen die later gewoonweg worden teruggedraaid? En dat is nog maar één voorbeeld.
Ik weet nog steeds niet op wie of welke partij ik moet stemmen. Over een maand is de uitslag al bekend. In een extra lange uitzending van Nieuwsuur gaan acht lijsttrekkers voor de Eerste Kamer vanavond met elkaar in debat. Een debat over zorg, veiligheid en economie, maar ook over de politieke rol van de Eerste Kamer. Het wordt uitgezonden uit de somberste krocht op het Binnenhof, de Eerste Kamer. En voor zover ik begreep doet ook de PVV mee aan het debat. Wat zijn de boodschappen aan de kiezers van de lijsttrekkers. Waarschijnlijk kent u ze al. Wat dat zal brengen? Mijn inschatting is dat weinig mensen gaan kijken naar politiek en lijsttrekkers die nauwelijks tot de verbeelding spreken. Zelf had ik het genoegen om vier lijsttrekkers onlangs te spreken en dat bracht mij er niet toe een keuze te maken. Op wie of welke partij moeten we stemmen op 18 maart? Weet u het al of gaat u deze keer gewoon niet stemmen? De verwachting is dat de opkomst zeer laag zal zijn. Moeten we ons democratisch recht van kiezen nu wel of niet gebruiken?
Verdomme, ik weet nog steeds niet op welke partij ik op 18 maart moet stemmen.