Minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) heeft 2015 uitgeroepen tot het jaar van transparantie in de zorg. Een belangrijk onderdeel daarbij zijn de kosten in de zorg, omdat deze blijven stijgen en daarom moeten er pijnlijke keuzes worden gemaakt. Maar openheid over bestedingen krijg je niet zomaar en dat wordt dus rechten. Inmiddels heeft Schippers een lijst van 30 aandoeningen gepresenteerd waar meer openheid over moet komen. De behandeling van deze ziektes gebeurt in de meeste gevallen door het uitvoeren van verrichtingen, die in zogenaamde Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s), zeg maar het product, worden gedeclareerd. Precies die declaraties wil een klant nu in de openbaarheid hebben.
Lex Slaghuis van de Open State Foundation, een stichting die open data toegankelijk wil maken. Een thema dat veel aandacht krijgt, zijn de publieke uitgaven via subsidies of via de budgetten.
Een groot deel van ons belastinggeld gaat aan de zorg. De industrie kostte volgens CBS in 2014 ons zo’n 95 miljard euro. De declaraties in de ziekenhuizen raken vaak het eigen risico en daarom maakt het nog wel uit wat er voor behandelingen wordt betaald door welke verzekeraar. Dat bepaalt keuzes en maakt ook uit: de prijsverschillen zijn soms behoorlijk extreem. Alleen op die prijsverschillen is veel te besparen.
Omdat ook er prijsverschil kan zijn wat een zorgverlener voor dezelfde behandeling aan verzekeraars rekent (en dus door ons wordt betaald) vroeg Slaghuis met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) de declaraties op bij de Nederlandse Zorgautoriteit, maar kreeg dit niet.
Dus stapte ik voor Slaghuis naar de bestuursrechter om de informatie toch in de openbaarheid te krijgen. Volgens de landsadvocaat zou het openbaar maken van deze gegevens de concurrentiepositie van de zorgverleners verzwakken en dus moet de informatie geheim blijven.
Wie een restitutiepolis heeft, mag altijd eerst een behandeling betalen en dan zelf declareren. Dan zijn de tarieven zichtbaar. Daarnaast is het wettelijk geregeld dat je bij de zorgverzekeraars de declaraties zelf kunt inzien, zoals in het voorbeeld van een fietsongelukje dat ik vorig jaar had:
Nog vreemder is dat iedereen een ziekenhuis mag opbellen en een prijsopgaaf mag vragen voor zijn eigen verzekeraar. Dus die concurrentiegevoelige informatie is ook niet zo’n geheim dat je het nooit achterhaalt. En dan zou het toch openbaar moeten kunnen zijn.
Nog vreemder is het argument van de privacy. De gegevens die bij de NZA liggen zijn namelijk gepseudonimiseerd en zouden niet meer tot de persoon te herleiden moeten zijn. Tenminste dat schreef Minister Schippers in september 2014 nog in antwoord op Kamervragen aan de Tweede Kamer:
“Bij pseudonimisering van persoonsgegevens worden de identificerende kenmerken van personen op een zodanige manier (vooraf) versleuteld en omgezet in een pseudo-identiteit, dat de werkelijke identiteit van de betreffende personen niet meer te achterhalen is.”
Nu beweert de landsadvocaat dat het toch mogelijk is dat in sommige gevallen een behandeling naar een persoon te herleiden is. Hoe dat werkt, blijft vaag maar zet wel het systeem van declareren onder druk. Bij de invoering van het systeem is beloofd dat de privacy niet in het geding zou zijn en opeens beweert de NZA toch patiëntengegevens te beheren.
Of er declaratiegegevens openbaar mogen worden en welke dan precies is nu aan de bestuursrechter om te beslissen. Die hoort donderdag 27 augustus de zaak aan. Maar inzichten in de kosten is vaak een prima route om geld te besparen. Met budgetten van dit kaliber gaat dat dan al snel over honderden miljoenen of zelfs miljarden euro’s. Belangrijke informatie voor een land dat regelmatig pijnlijke keuzes om financiële redenen moet maken.