Gewapend met fragmentarische kennis van de stadsplattegrond, een halve liter Pilsener Urquell, en het vaste voornemen om er Curry Gewürz nog an toe een romantische en meeslepende aangelegenheid van te maken, lopen ik en mijn vrienden een weekend door Berlijn.
Berlin, eine Königin unter die Stätte, en hoe komt dat nou? Zijn het de dames die met open, alerte en welopgevoede lichaamstaal elke wandeling opwaarderen? Zijn het de veelbesproken leuke wijkjes in Prenzlauer Berg met iconische tentjes als de Weinerei? Of is het gewoon heel erg lekker om door een wereldstad te struinen terwijl het zo koud is dat alleen een infuus met glühwein op termijn nog een kans op overleving biedt, de halve liter stevig in de verkleumde knuistjes. En dan terecht te komen in de het kunstpand Tageschau, en daar een driemansformatie treffen die Franse chansons ten gehore brengen, voor een collectie van beschaafd converserende, en piekfijn verzorgde jonge mensen. En vervolgens met tegenzin in de snijdende kou de weg te vervolgen.
Berlijn is groot en donker en koud en alles wordt één. De etalages langs Friedrichstrasse, de metro met Ausstieg links. Dé straatjes waar het, zo weten wij heus wel, allemaal gebeurt. De vier niet meer zo jonge vrouwen die zo verheugd zijn wanneer ze eindelijk in een van dé leuke tentjes een zitplekje weten te bemachtigen. Alwaar jong en oud wat wil, drinkt en gelukkig is, bediend door de transseksueel die op zijn lichaamstaal oefent.
De straatjes waar het gebeurt maar die we straal voorbij lopen.
De straatjes waar helemaal niets gebeurt.
Alle drieënhalf duizend kebabzaken.
De kleine dansvloer die wij vlak voor het ochtendgloren betreden. De grotere dansvloer waar de muziek zo verschrikkelijk goed is. De weidse trottoirs en het Turkse ontbijt en dat alles in één urbane Gesamtausgabe.
En dan is er het verleden.
Op Alexanderplatz, waar heden en verleden elkaar ontmoeten in de vorm van de knettermegalomane TV toren politbureau stijl omringt door een staalkaart aan democratisch kapitalistische initiatieven met vastgoedcomponent, staan we te kleumen en kijken op naar de kolos uit de arbeidersheilstaat. De volle lengte van de moloch is aan het oog ontrokken door het laaghangend wolkendek.
Het beton is in dialoog met de Himmel über Berlin… ssst… niet storen, ze hebben elkaar veel te vertellen. Op kousenvoetjes pakken we de S-Bahn, terug naar de delen van de stad waar de menselijke maat het heden heroverd op de twintigste eeuw.
CC foto: Paul Mannix