Column

‘Kunst van Ralph Posset is van bedenkelijk laag niveau’

02-09-2016 09:01

Het is precies anderhalf jaar geleden dat er een recensie over een solo-expositie van mij in het Eindhovens Dagblad stond. Een vernietigende recensie. Een recensie waar iedere kunstenaar van droomt. Het zal u dan ook niet verbazen dat de recensie geheel door mij georkestreerd is.

I saw the exhibition of Ralph Posset and killed myself

Een expositie aangeboden krijgen waarbij je alle vrijheid krijgt om deze in te vullen naar eigen inzicht is een natte droom van elke kunstenaar. Anderhalf jaar geleden kreeg ik deze mogelijkheid in museum Kruysenhuis te Oirschot. Meer dan honderd van mijn werken hingen in dit kleine maar sympathieke museum.  Speciaal voor deze expositie had ik een ruimte gemaakt waar de tekst I saw the exhibition of Ralph Posset and killed myself op de muren was gekalkt. De muur waar de tekst op te zien was, was met bloedspetters omringt. Op een tafel voor deze tekst lag een pistool, een Walther P99. Bezoekers konden dit pistool in hun mond stoppen of tegen hun slaap houden voor een selfie. Een unieke herinnering aan een unieke ervaring.

Twee dagen voor de opening van de expositie kwam de recensent Rob Schoonen van het Eindhovens Dagblad langs om voor zijn krant een recensie te schrijven. We kenden elkaar zijdelings van feestjes en partijen. We waren zeker geen vrienden maar hij had mij meermaals in beschonken toestand gefeliciteerd met mijn rol als absolute buitenstaander in de kunstwereld. Ooit had hij mij met dubbele tong gemeld: jij doet wat ik niet durf meneer Posset! Ik wist dus een ding zeker: Rob Schoonen was een fan.  En hij hield van een drankje.

Drank

We liepen gezamenlijk door het museum en Rob Schoonen vroeg en vertelde honderduit. Sjakie in de chocoladefabriek. Een zure wijngeur omringde zijn stortvloed van woorden. Onder zijn trenchcoat kwam de geur van oud zweet mij tegemoet terwijl hij heftig gesticulerend van kunstwerk naar kunstwerk beende. Ik weet nog goed dat ik dacht ‘Rob Schoonen u bent een goede vent maar u stinkt naar natte hond’.

Nadat we een rondje langs alle werken hadden gemaakt nodigde ik hem uit voor een drankje in een café. En zoals verwacht sloeg hij dit niet af. We spraken een uurtje of wat over koetjes en kalfjes. Hij vertelde mij uitgebreid over zijn laffe instelling. Zijn wil om te pleasen. De honderden positieve recensies die hij had geschreven over nietszeggende dertien in een dozijn kunst. De druk die hij voelde vanuit de kunstwereld om vooral niet te kritisch te zijn omdat hij anders zou worden uitgekotst. En precies toen greep ik mijn kans. Ik bestelde nog een pils en een jonge klare voor Rob Schoonen en keek hem diep in zijn ogen. Met mijn hand op zijn schouder vroeg ik hem: zou je niet voor een keer de meedogenloze recensent willen spelen? Hij wendde zijn gezicht af en keek door het raam naar buiten, tranen rolden over zijn wangen.

Het Plan

Ik begon mijn plan aan hem uit te leggen. Vertelde hem dat ik mijn positie als cultkunstenaar nog meer wilde uitbuiten. Dat er vooral een ding was dat grote kunstenaars gemeen hadden; een vernietigende recensie. En dat hij, de grote Rob Schoonen, dit voor mij zou kunnen bewerkstelligen. Bovendien zou hij zelf in een klap te boek staan als scherpe en onbevreesde recensent. Twee vliegen in een klap. Schoonen stemde toe en de vernietigende recensie kwam er. Hij loog er lustig op los en schreef onder andere dat mijn werk van een bedenkelijk laag niveau was.  Het maakte veel los en de verkoop van mijn werken steeg naar grote hoogten. Ik was de ‘bad boy’ van de Nederlandse kunsten. Alles leek in kannen en kruiken.

Onderaan de ladder

Maar een jaar later verscheen plotseling een column in NRC Handelsblad. Een wakkere journalist uit de grachtengordel voelde nattigheid.  Ik vierde mijn vernietigende recensie met cake en champagne op Eindhoven CS en kreeg ongevraagd een lovende kritiek om mijn oren. Kunstcolumnist Pieter van Os vond het blijkbaar nodig om de gehele recensie van Rob Schoonen ongedaan te maken.

En nu sta ik dus weer onderaan de ladder. Een middelmatige kunstenaar die zowel goede als slechte pers heeft gekregen. Een kleurloos typetjes. Precies zoals alle ander kunstenaars.