Het Dieselgate schandaal ligt nog vers in het geheugen. Amper twee jaar geleden onthulde de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) dat Volkswagen jarenlang sjoemelde met NOx uitstoottesten. Met behulp van slimme software werden meetresultaten beïnvloed zodat de Golfjes van Das Auto milieuvriendelijker leken dan ze in werkelijkheid waren. Dit om aan de steeds strengere milieunormen te voldoen. Ook andere autofabrikanten zouden soortgelijke sjoemelsoftware – uitgeroepen tot Hét Woord van 2015 – hebben toegepast.
Brussel, van Europese Commissie tot Europees Parlement, eiste verontwaardigd dat de onderste steen boven moest komen; dit mocht nooit meer gebeuren. Volkswagen ging diep door het publieke en juridische (stik)stof. Terecht, want behalve dat manipuleren van emissiemetingen illegaal is, draagt de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) fors bij aan luchtvervuiling waardoor er in Europa ieder jaar 72.000 mensen vroegtijdig sterven.
Naast de geloofwaardigheid van de auto-industrie stond dus ook die van de EU op het spel. Bescherming van milieu en mensenlevens is tenslotte een kerntaak van de Unie. De politiek nam die handschoen voortvarend op. Het Parlement riep een commissie in het leven met als doel de misstanden in kaart te brengen en aanbevelingen te doen om nieuwe Dieselgates te voorkomen. Het voorstel om een pan-Europese evenknie van EPA op te richten, kreeg brede steun. Het pijnlijke feit dat gesjoemel van Europese constructeurs werd ontdekt door een Amerikaans agentschap onderstreepte de noodzaak van een supranationale waakhond.
Das war einmal. Het lijkt alsof stikstof het geheugen van politici aantast. Slechts een jaar na Dieselgate stemde het Parlement vrolijk voor een verdubbeling van de uitstootlimiet voor NOx. Blijkbaar wogen de belangen van de lidstaten en de (nationale) automobielindustrie zwaarder dan die van burgers. Die konden – letterlijk – doodvallen. Maar de amnesia kwam deze week in Straatsburg tot een nieuw hoogtepunt; de EU – het Europees Parlement voorop – begroef bijna triomfantelijk het plan voor één onafhankelijke milieucontroleur, omdat het te kostbaar en te bureaucratisch zou zijn. Blijkbaar hoopt men dat de VS ons (hun) werk zal blijven doen.
Dat is ronduit dom. In het Trumptijdperk geldt voor het milieu hetzelfde als voor buitenlands beleid: we kunnen niet meer op Washington rekenen. President Trump heeft al een cut van 25 procent op het EPA budget aangekondigd. Reden temeer voor de EU-27 om de handen ineen te slaan zodat auto’s die in Europa van de band rollen, ook echt aan Europese normen voldoen.
Bovendien is het hypocriet. De Unie placht zich met allerlei zaken bezig te houden waarbij de vraag is of het zinvol is. Dan doen kosten of red tape er niet toe. Maar als de gezondheid van miljoenen Europeanen im Frage is en Europa kan en moet ‘leveren’, geeft men niet thuis. Dan zijn geld en regels plots een excuus om niets te doen. Terwijl diezelfde EU, zo bleek uit het EP rapport, al geruime tijd op de hoogte was van de malversaties. Dat maakt hen medeplichtig en, juist daarom, ook actieplichtig. Als de Unie haar burgers de rug toekeert, kan men niet verbaasd zijn als die burgers hetzelfde doen. Die zijn deze sjoemelpolitiek terecht kotsbeu.