Boekenmeisje Sarah Sluimer schreef in de Volkskrant ge-#metoo’d te zijn door ‘een man’. Uiteraard zonder namen en rugnummers, want het moest natuurlijk geen heksenjacht worden. Het was iemand die al een keer door Propria Cures digitaal was bepoteld wegens het vertonen van pre-cies hetzelfde gedrag zoals omschreven in de Volkskrant column, maar ze noemde geen namen. Het was iemand die samen met het boekenmeisje aan meisjesboeken werkte bij een bekende uitgever die het Pieterburen poogde te worden van de in grote getale aangespoelde meningen-muppets met moeilijke monturen op het hoofdstedelijke strand, maar ze noemde geen namen.
Het was iemand wiens vrouw op Twitter vanaf de literaire zeehondenrots werd toegebeten door het overjarig Utrechts studentenargumenten-meisje Aafke Romeijn “Ok, wil je echt dat ik specifiek word?”, maar ze noemde geen namen.
Ze noemden geen namen.
Het doet denken aan mijn jeugd. Ik wilde niet vertellen wie ik had getrokken met Sinterklaas. Dus zei dat het begon met een M. en eindigde op Ama. Maar ik noemde geen namen. Uiteraard leerde ik niet veel later dat de geldigheid van dit excuus zo ongeveer ophoudt op het moment dat kinderen stoppen met in Sinterklaas te geloven. Al is de hypothese dat ze op de Volkskrant opinieredactie geen Sinterklaas vieren vrij aannemelijk – in ieder geval niet met Zwarte Piet.
Wat hier feitelijk gebeurt is dat een Nederlands dagblad vrouwen een podium geeft om mannen aan de schandpaal te nagelen, maar ook om zich lafjes te verbergen voor de onvermijdelijke consequenties van het omschrijven van alles behalve de naam. Het is namelijk vrij voorspelbaar dat als je opschrijft dat je bent gedrogeerd door een Afro-Amerikaanse acteur die bekend is van een naar zichzelf vernoemde sitcom, jarenlang een jazz-event presenteerde in Los Angeles, en vijf kinderen met allitererende namen heeft, alsook heel veel gebreide truien, het een kwestie van tijd is voordat iemand zegt: “Bill Cosby. Stop de tijd.”
Daarnaast is het nog maar de vraag of columns, optredens aan talkshowtafels of een digitaal kringgesprek wijs zijn om particuliere ‘ervaringsfeiten’ te delen en te hinten aan de dader. Want hoe vager de omschrijving, des te groter de incentive voor online Sherlocks om op zoek te gaan naar potentiele daders en hoe hoger het boven de markt blijft hangen. Volkskrant-ombudsman Jean-Pierre Geelen vatte het dilemma goed samen: ‘wie een naam noemt, doet aan naming and shaming, wie geen naam noemt, besmeurt een hele omgeving (een bedrijf, een redactie)’.
Het zou daarom mooi zijn als vrouwen hun particuliere rekeningetjes vereffenen in hun eigen particuliere omgeving. Nog mooier zou het zijn als ze zich hierbij eens gaan bedienen van consequente logica. Want uiteraard is het (op een enkeling na) relatief stil aan de overkant in Al-Deugistan, en vooralsnog geen enkele adverteerder gebeld nu Annabel Nanninga een creepy verkrachtingsfantasie in columnvorm in haar gezicht gespoten krijgt vanuit voormalig verzetskrant Het Parool.
MeToo begon als een luid en ferm verzet tegen mannen die hun macht, geld en invloed misbruiken om vrouwen aan hun vuige wensen te onderwerpen. Maar naarmate de ophef zich uitsmeerde, raakten veel verdachtmakingen in grijs gebied. Volkskrant en Trouw leenden zich, middels Sarah Sluimer en Jelle Brandt Corstuis, voor gedetailleerde verwijten zonder concrete namen, terwijl Het Parool juist een onfrisse aanrandingsfantastie afdrukt.
En de afzenders? Die laten een sterke cognitieve dissonantie zien. De kring rond Sluimer is boos op Geelen en laat het aloude adagium ‘Schuld van GeenStijl’ weer (vals) zingen, want die noemde immers wél man en paard na de gedetailleerde ‘wie is het’ van Sluimer. Brandt Corstius eist een verbod op Voetbal Inside omdat ze kleedkamergrappend over zijn vermeende misbruik gniffelen en de Parool-columnist in kwestie is zich van geen kwaad bewust over zijn viezigheid aan het adres van Annabel.
Op het digitale dorpsplein staat een enorme brandstapel voor bepotelaars, maar iedere argeloze voorbijganger die een nieuwsgierig kijkje komt nemen, kan er zomaar zelf bovenop gesmeten worden. Als er geen namen genoemd worden, kan immers iedereen in de omschrijving herkend worden.