Column

Discrimineren, u doet dat nooit, alleen die ander

19-10-2010 14:27

Daar gaan we weer: discriminatie mag niet, want strafbaar, maar onbegrijpelijk is het niet en het werkt vooral hypocrisie in de hand. Eerder werd dat probleem al zichtbaar nadat een aantal medewerkers van een Albert Heijn-vestiging kenbaar hadden gemaakt “geen Marokkanen” te willen aannemen. Voor deze omissie zijn de discriminerende criminelen in kwestie reeds veroordeeld, maar het discriminatieprobleem bij ondernemers blijft bestaan. Dat probleem zal nu weer zichtbaar worden in de Amsterdamse horeca, alwaar undercoverambtenaren zullen gaan controleren of de horeca in de binnenstad zich wel aan het discriminatieverbod houdt. Dat hoeven ze niet te controleren, iedereen weet namelijk dat er nergens zoveel wordt gediscrimineerd als aan de deur van clubs en discotheken in stedelijke uitgaansgebieden. Nee, dat mag niet. Onbegrijpelijk is het ook niet.

Wederom kan hier de vraag worden gesteld: wat zou u zelf doen? Wat vindt u nu echt van Marokkaanse jongens met opgeschoren kapsel, petje en bontkraag? Wie roept: “Net zo veel als van blanke studenten of yuppen in pak ik maak echt nooit onderscheid” liegt hoogstwaarschijnlijk. Of is ten minste slachtoffer van zijn eigen politiek correcte bijgeloof. Iedereen heeft wel, al is het onbewust, een vooroordeel. Of dat nou een vooroordeel is over tokkies, Marokkaanse jongens, advocaten in Italiaans pak, babyboomers met ringbaard, kassameisjes van 45 of hondenbezitters of mannen met bivakmutsen die een bank binnenrennen doet er niet toe. We vinden er iets van, automatisch, in een reflex. Pas daarna komt de rede, de ratio, of noem het geweten, ons stevig toebijten dat zomaar oordelen over mensen en groepen mensen eigenlijk niet mag omdat iedereen als individu moet worden beoordeeld en dat, ondanks het feit dat die vooroordelen mede ontstaan door ervaringen in het verleden, een a priori oordeel niet noodzakelijk overeenkomt met de werkelijkheid. Er bestaan tenslotte ook tokkies met een IQ van 150, Marokkaanse jongens met een normaal kapsel, advocaten in Italiaans pak die uitsluitend pro deo werken, babyboomers met ringbaard die VVD stemmen, kassameisjes van 45 die bewust voor een supermarktcarrière met doorgroeimogelijkheden hebben gekozen, hondenbezitters die niet heel erg sneu hun primitieve viervoeters verwarren met echte kinderen en mensen met een bivakmuts die alleen even in de bank gaan pinnen. Meestal is dat niet zo maar het zou kunnen. Alleen om die reden al worden wij beschaafde burgers geacht geen onderscheid te maken tussen mensen op grond van uiterlijk, geslacht, ras, “of welke aard dan ook”. Zie ook artikel 1 in de grondwet en de strafrechtartikelen die daar uit voortvloeien. Het wetboek is vooral dat: een handboek der beschaving. Om die menselijke onderbuik te begrenzen.

Hypocrisie
Maar, zoals ik ook al betoogde in het artikel over de AH-medewerkers, wie is zonder zonde? Wie wil er uitgaan in een hippe club die volstaat met Marokkaanse jongens? Mevrouw, is dat de soort man die u mee naar huis wilt nemen? Meneer, voelt u zich écht op uw gemak in uw poloshirt en uw zorgvuldig bijgehouden tweewekenbaard en bruine puntschoenen tussen jongens met petje of capuchon? U hoeft niet te antwoorden (hardop “nee” antwoorden mag namelijk niet) dus hou het maar bij denken. Maar wie kan onderbouwen dat het niét zo werkt moet dat zeker doen. Die mag dan gelijk alle andere vormen van hypocrisie bij de verdedigers van het antidiscriminatiebeginsel uitleggen.

Leg bijvoorbeeld ook uit waarom linkse politici hun kinderen niet naar gemengde scholen sturen. Of waarom Youp van ‘t Hek, Jan Mulder en Marcel van Dam hun kapitale villa’s niet openstellen voor vluchtelingen en asielzoekers. Of waarom Wim de Bie zijn forse achtertuin niet beschikbaar stelt aan Franse Roma’s. Dat kunt u niet uitleggen. Zij zelf ook niet trouwens.

Achtertuin
Het verschil tussen woord en daad, een verschil dat “hypocrisie” heet, is gelijk aan het verschil tussen droom en werkelijkheid. Het is leuk willen, zolang je er zelf maar geen last van hebt. Het is leuk opkomen voor allochtonen, zolang je zelf maar niet hoeft uit te leggen waarom ook jij liever niet in een krachtwijk woont. Jammeren over de toenemende verhuftering in Nederland is wel zo lekker als je zelf op het Franse platteland woont. Antidiscriminatie is altijd eigenlijk goed, tenzij de eigen onderbuik gaat rommelen. Dan even niet.

De eigen achtertuin houden Nederlanders toch maar liever vrij van dor blad, giftige paddenstoelen en molshopen. Er zijn toch achtertuinen voldoende in Nederland? Kunnen de mollen, schimmels en herfstbladeren daar niet heen? Alles is tenslotte maakbaar.

Is het vreemd dat clubs in Amsterdam een toelatingsbeleid hebben en aan de deur selecteren op uiterlijk? Welnee. Het is voor die ondernemers een kwestie van kiezen: of ze discrimineren, of ze doen het niet en raken zo hun doelgroep en omzet kwijt. Maar discrimineren mag niet. Althans, niet op “ras”. Dus wordt er gediscrimineerd op basis van “kleding”: dat mag want er zijn huisregels. Geen petjes, geen sportschoenen, geen bontkragen, “huisregels” die heel toevallig van toepassing zijn op bepaalde groepen in de samenleving. Zo worden deze groepen effectief buiten gehouden en wordt er toch geen wet overtreden. Is dat hypocriet? Ja, tot en met. Maar daar waren we al achter: het verbod op discriminatie zorgt er vooral voor dat er verhuld wordt gediscrimineerd. En toont daarmee zijn eigen zinloosheid aan.

Fatsoensbetutteling
De controle van Amsterdamse horeca op discriminatie is zinloos en een zoveelste uiting van politieke correctheid en (typische PvdA) fatsoensbetutteling. Het probleem zit hem niet in de ondernemers die discrimineren, het probleem zit hem in een samenleving die volledig is gespleten, waarin mensen, terecht, in hun eigen groep willen leven. Een samenleving waar studenten met studenten willen dansen, blanke mannen met blanke vrouwen, Marokkanen met Marokkanen en tweeverdieners graag een glaasje drinken met tweeverdieners, dus liever niet met tokkies of bewoners van sociale huurghetto’s. Dat is hard. Daarmee wordt die minderheid van mensen die het wel anders willen uitgesloten. Voel de pijn van het bestaan.

Te vrezen valt echter dat het ondanks de hardheid ook de waarheid is. Die is altijd hard, de waarheid. Daar helpt geen enkel discriminatieverbod tegen. Hoe goedbedoeld ook.