Iemand het ziekenhuis in trappen valt niet goed te praten. De badkamer laten poetsen met een tandenborstel wel. Iemand dwingen zich dood te drinken niet. Maar een feut diep in de nacht een pak hagelmix voor zijn neus zetten om de witte van de bruine chocoladekorrels te laten scheiden best wel. Ontgroening met vele flauwe grappen hoort nu eenmaal bij een hechte studentenvereniging. De excessen niet.
Maar in Groningen zijn de universiteit, gemeente en hogeschool het zat. Ze zeggen dat Groningen de eerste ontgroeningsvrije studentenstad van Nederland moet worden. Geen excessen meer. En ook geen grappen. In feite draaien ze daarmee het verenigingsleven onder studenten de nek om.
Onder druk van de Minister van Onderwijs kwam de universiteit donderdag met een reactie op het incident waarbij een aspirant-lid het ziekenhuis in was gewerkt tijdens de ontgroening op het Groninger Studentencorps Vindicat Atque Polit. Daags ervoor zei de universiteit nog dat Vindicat, waar ik zelf lid was, het akkefietje intern moest oplossen. En hoopte dat de boel snel weer zou worden vergeten en vergeven. Maar toen de minister liet weten dat de universiteit veel te slap reageerde, kwam de ommezwaai: het is allemaal onacceptabel, afschaffen die ontgroening.
De universiteit vergeet daarbij dat een ontgroening een cruciale functie heeft. In korte tijd worden scholieren klaargestoomd voor een grote-mensenleven. Ze komen in een mini-maatschappij terecht waar het er brassend en lullend hard aan toe kan gaan. Net echt.
Met een ontgroening worden de nieuwelingen hecht aan elkaar verbonden om zo samen dit nieuwe bijna grote-mensenleven aan te kunnen. De band die met jaargenoten in een paar weken ontstaat blijkt al eeuwen te zorgen voor vrienden voor het leven. Succes gegarandeerd. En even later vinden nogal wat leden op de sociëteit hun liefde (hertje/bok) voor het leven.
Tijdens een ontgroening worden de spelregels uitgelegd: niet zeuren, luisteren, goed verhaal graag, doorbijten en leer met kritiek omgaan. Vervolgens krijg je via zo’n vereniging vaak een kamer in een hecht studentenhuis en een reeks aan mogelijkheden om je te ontwikkelen. Van besturen tot sport en sigaren roken. Van zogenaamd boos toneelspel naar de nieuwe feuten toe tot serieus toneel op het podium. Biertje erbij.
Je ontwikkelen kan inderdaad ook prima buiten een vereniging: maar binnen zo’n vereniging die vaak alle faciliteiten onder een dak heeft biedt het vaak veel meer. Dus waarom niet?
Vanwege de incidenten, zegt de universiteit. Die zijn inderdaad niet goed te praten. En de deur dichthouden en de boel verzwijgen kan ook niet meer in de 21e eeuw.
Maar een ontgroening blijft nodig. Zonder zo’n pittige introductie krijgt een studentenvereniging als Vindicat minder gemotiveerde leden. Studenten die zich veel minder betrokken voelen en de vereniging alleen maar willen consumeren in plaats van meewerken er verder aan te bouwen. Kortom, een oppervlakkiger verenigingsleven. Daar gaat het ongetwijfeld aan kapot.
De universiteit en de hogeschool in Groningen pleiten nu met hun ontgroeningsverbod voor het einde van dat hechte studentenverenigingsleven.
Jammer. Want zeker in een geïsoleerde stad als Groningen zijn hechte verenigingen als Vindicat en Albertus onmisbaar. De excessen moeten eruit. Maar de ontgroening niet.
Deze column werd eerder gepubliceerd op RTL Z.