Mijn team is een aanbieding aan Dwight Tiendalli aan het voorbereiden. De rechtsback moet weg bij Swansea City en wij hebben wel interesse. Als hij voor ons komt spelen dan krijgt hij elke week na de wedstrijd van ons twee broodjes kroket (of één andere snack naar keuze).
Ik loop al langer rond met het idee een voetballer te kopen. Of het nou Kenneth Perez was, om thuis in een kooi te stoppen, of Theo Lucius als hulp in de huishouding – ik heb gehoord dat hij een handeltje in groene zeep had, het lijkt me enig om beroep te kunnen doen op een beroepsvoetballer. Het enige probleem was altijd geld, maar Dwight hoeft niks te kosten, en bij ons is hij van harte welkom. SDZ is een warme club en het vierde ‘ademt voetbal’.
Of hij bij ons ook rechtsback zal spelen is wel nog maar de vraag. Dat is immers mijn positie en die plek sta ik niet zomaar af. Nee, voor hem hebben we andere positie: reservekeeper. Hij wordt onze Sander Westerveld, onze katachtige bankzitter, onze eeuwige tweede. Een niet-te-missen trein voor Dwight, denken wij.
En als Dwight niet wil, dan zijn er zo twintig anderen Nederlandse voetballers met één of twee caps die vast wel zin hebben in een Amsterdams avontuur. De hamvraag is dan nog wel: wie?
Ko van ‘t Hek is rechtsback, filosoof, scorebordjournalist, maar vooral ‘liefhebber van het spelletje’.