Deze zomer keek ik op RTL5 naar de herhaling van Jokertjes Jawoord. Of eigenlijk naar de herhaling van de aanloop van dat jawoord. Geen jurkenzoekprogramma zoals bij TLC, maar één lang vrijgezellenfeest. Jokertje is de olijke jongen uit Oh Oh Cherso. In deze spin-off ‘ontvoeren’ zijn vrienden hem naar Las Vegas om hem – voordat hij in het huwelijksbootje stapt – een onvergetelijke tijd te bezorgen. Alles in de serie is fake. Er wordt gedaan alsof de jongens zelf de bachelorproeven voor Jokertje hebben bedacht, maar je merkt direct dat er een redactieteam achter zit dat alles heeft uitgezocht, gepland en – waarschijnlijk – betaald. Het is deze onechtheid met een Amerikaans sausje dat deze serie relevant maakt voor politieke junkies.
Oh Oh Cherso is afgeleid van MTV’s Jersey Shore: een groepje feestjeugd viert vakantie en de camera legt vast hoe ze drinken, flirten, kotsen, neuken. Na een paar zomers is de lol er voor de deelnemers wel af, maar niet voor de kijkers. Jersey Shore kent daarom verschillende remakes (zoals Geordie Shore, met Engelsen) en twee spin-offs (Snooki & JWoww en The Pauly D Project), waarin mensen van de originele cast gevolgd worden in hun verdere leven. Deze manier van kapitaliseren op formats zien we inmiddels zo vaak dat het een herkend onderdeel is geworden van het genre reality-tv.
Jokertjes Jawoord speelt zich dus af in Las Vegas, de ultiem neppe pretstad waar alles kan dat God in de rest van de VS verboden heeft. Die aantrekkingskracht van het continue carnaval geldt niet alleen voor Amerikanen. Vegas is onderdeel van een mondiale verbeelding die de hele wereld in eindeloos veel popcultuuruitingen tot zich neemt. Bijvoorbeeld via The Hangover (2009) waarin vier mannen in Las Vegas een crazywild vrijgezellenfeest beleven. Het narratief van Jokertjes Jawoord is direct afgekeken van deze film.
In Las Vegas is alles Amerikaans, maar Jokertjes Jawoord is onmiskenbaar Nederlands. De jongens. Hun humor. De zucht naar bier. Het gedichtje van Shana bij het huwelijk. Het Nederlandse wordt ook benadrukt door pornoster Bobbi Eden, die (doet alsof ze) als mede-Hagenees in den vreemde graag een opwachting maakt op het eindfeest. We zien het ook in het contrast tussen deelnemer Ricardo die ietwat angstig op bezoek gaat bij Wu-Tang Clan rapper Silkski (clip).
Jokertjes Jawoord deed het aardig: naar de finale keken 580.000 mensen, volgens RTL twintig procent van de gewilde doelgroep van 20- tot 34-jarigen. Daar stopt het niet voor producent Eyeworks. De serie is bovenal een format: een sjabloon waarin concept, premisse en marketingstrategie van een programma min of meer vastliggen en dat internationaal verhandeld wordt. Zo’n programma-idee is waardeloos als het niet internationaal toepasbaar is. Dit betekent dat je van de Nederlandsheid van Jokertjes Jawoord niets terugziet in de beschrijving in de catalogus van Eyeworks. Daar heet het programma dan ook 13 Nights In Vegas.
Even samenvattend: een Nederlandse realityster die bekend is geworden met een afgeleide van een Amerikaans programma schittert in een spin-off die gebaseerd is op een Amerikaanse film, maar die onmiskenbaar Nederlandse elementen bevat, terwijl die eigenlijk bedoeld is om als format aan verschillende buitenlanden verkocht te worden.
De mengeling van Amerikaans en Nederlands kunnen we zien als karaoke Amerikanisme, zo schrijft mediawetenschapper Jaap Kooijman in zijn boek Fabricating The Absolute Fake, waarvan onlangs een herziene editie verscheen. Kooijman zet aan de hand van voorbeelden als ‘We Are The World’ en Het Schnitzelparadijs uiteen hoe amerikanisering vorm krijgt. Nederlandse popculturele uitingen zijn volgens hem geen kopie van een Amerikaans origineel: “Karaoke implies an active performance of mimicking and mockery, based on the clichéd conventions of popular culture, yet also paying tribute to the original in a specific local or national manner” (p. 119).
In Jokertjes Jawoord wordt The Hangover niet nagedaan, maar toegeëigend met een Nederlands accent. ‘Amerika’ is een gedeeld herkenningspunt. Kooijman zet het tussen aanhalingstekens, want het gaat niet over Amerika als de natiestaat, maar over een denkbeeldig Amerika; Amerika als ideaal, als symbool van vrijheid en democratie. Amerikaanse cultuur wordt tegelijkertijd gezien als oppervlakkig en leeg, en als bevrijdend en fris. Het zijn vooral cultuursnobs die het eerste zien en jongeren die het tweede zien.
De actieve, lokale toe-eigening van Amerikaanse popcultuur is een mondiaal fenomeen. De handel in formats maakt dit duidelijk. De twee meest succesvolle formats, Survivor en Big Brother, worden nooit opgevat als Zweedse respectievelijk Nederlandse invasie. Als kijkers al opmerken dat het buitenlandse producten zijn, dan worden ze gezien als Amerikaans. Nep-Amerikaans kan prima door als echt Amerikaans. De vraag of iets Amerikaans geproduceerd is in Amerika is, volgens Kooijman, niet langer relevant. Amerikanisering is iets waaraan we allemaal meewerken. Een briljantere vorm van ideologie verspreiden is er niet.
Jokertjes Jawoord lijkt onbeduidend, maar Kooijman stelt dat popcultuur een verleidelijke manipulatie biedt. Het spel tussen echt en nep (gespeeld of oprecht, in scène gezet of spontaan, origineel of kopie) wordt bovendien ook elders gespeeld. Kooijman wijst erop dat Nederlandse media politici beoordelen op hun optredens. Een goede politicus is dan iemand die erin slaagt authentiek over te komen binnen de geconstrueerde hyperrealiteit van populaire cultuur. Net als Jokertje.