Vroeger was de publieke ruimte buiten. Het debat vond plaats op de agora, zo leren we van de oude Grieken. In het hart van de polis bespraken mannen het goede leven en hoe dat politiek vorm moest krijgen. De publieke ruimte was lang niet toegankelijk voor vrouwen. Het vrouwenkiesrecht kwam pas aan het begin van de twintigste eeuw en vrouwen vermijden de straat nog steeds uit veiligheidsoverwegingen. Inmiddels is de locatie van de publieke ruimte aan het verschuiven: debat vindt ook online plaats. Aangezien het internet lange tijd een mannendomein was, betekent dit dat vrouwen vinden dat ze opnieuw moeten vechten voor toegang tot de publieke ruimte.
We denken er nauwelijks over na maar dertig jaar geleden was het niet vanzelfsprekend dat vrouwen zich buiten bevonden. Meisjes werden sterk beperkt in hun bewegingsvrijheid: ze moesten eerder thuis zijn en mochten buiten minder dan hun broers. Het aantal vrouwen op straat in New York is tussen 1979 en 2010 met een derde toegenomen. Die toename is een overwinning van de vrouwenbeweging.
Publieke ruimte is bevochten. Niet iedereen heeft er zomaar toegang toe. Jongeren bijvoorbeeld niet. John Fiske legt in zijn boek Reading The Popular uit hoe jongeren zich in de jaren ‘80 shopping malls toe-eigenden. Hij ziet ze als guerrilla’s in een ongelijke strijd tegen winkeleigenaren. Hangjongeren kopen niets en maken de winkelervaring onprettig voor mensen die wel geld te besteden hebben. Ze spelen een spel met de bewaking en genieten ervan als ze een bewaker weten te provoceren.
Het internet was in de jaren ’90 het Wilde Westen. De ruimte was nog niet afgezet met een lintje en er waren nog geen regels. De eerste pioniers wilden niet dat het internet zou gaan lijken op de gevestigde orde. We zien dit terug in de aard van het net: het is geen piramide (zoals bedrijven en staten ingericht zijn) maar een gedecentraliseerd netwerk. Die eerste pioniers waren zelf geen onderdeel van de gevestigde orde, maar behoorden tot een subcultuur van nerds. Hieruit werd internetcultuur geboren. De trol is het kleine broertje daarvan.
In 2014 is iedereen online. Het Wilde Westen wordt steeds verder gepacificeerd. Grote bedrijven als Google en Facebook centraliseren het web. Overheden monitoren alle communicatie tussen burgers. Een 14-jarige die een grapje maakt krijgt de grote-mensen-politie op bezoek. Dit is ook het web waar vrouwen steeds meer van zich laten horen. Vrouwen bloggen en twitteren en spreken zich uit. Dat betekent dat zij, net als alle andere internetgebruikers, worden geconfronteerd met trollen en praatjesmakers.
Er zijn vrouwen die vinden dat trolgedrag een uiting van vrouwenhaat is. Er zijn zelfs vrouwelijke journalisten die vinden dat trollen hen verhinderen hun werk te doen. Er worden richtlijnen opgesteld waarmee vrouwen veilig zouden kunnen bloggen. Dit is allemaal problematisch. Trollen haten iedereen. Journalisten moeten tegen een stootje kunnen. Er is niets specifiek vrouwelijks aan een blog dat door een vrouw is geschreven: het zijn woorden op een site. Richtlijnen voor vrouwen ruiken naar een aparte ruimte voor vrouwen, en segregatie op basis van essentialistische aannames stinkt.
Ja, vrouwen worden online bedreigd met verkrachting. Etters kiezen namelijk hun wapens uit op hun tegenstanders. Dus als iemand pas gaat bloeden als je hem populist noemt, dan doet de trol dat. Het internet hoeft niet veiliger gemaakt te worden voor vrouwen, al was het maar omdat er nog nooit een vrouw verkracht is in de comments. Vrouwen hoeven niet op de barricades voor toegang tot het internet, die toegang hebben we al. Een gefilterd internet is bovendien de vijand van vrouwen.
Een veilig internet is niks voor mij. Het is namelijk het vrije internet waar ik niet aardig hoef te zijn, waar ik hard kan twitteren en waar ik me kan laten gelden; waar de middenklassenorm nu eens niet de baas is. Filters worden altijd ingesteld door de gevestigde orde en die is per definitie de vijand van gemarginaliseerde groepen. Iedere beperking op trolgedrag maakt het internet alleen ogenschijnlijk veiliger. Ieder appel aan fatsoen maakt het iets meer bourgeois. De trol verliest er niet mee, en de machthebber wint. Het gefilterde net is een betuttelend net: het behandelt vrouwen als kinderen. En laat dat nu juist het juk zijn dat we in de feministische strijd hebben afgeworpen.